Samenvatting: Bijzondere Farmacologie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van bijzondere farmacologie

  • perifeer zenuwstelsel

    Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 26/09/2020
    Laat hier meer flashcards zien

  • Waar begint het perifeer zenuwstelsel?

    In het ruggenmerg
    parasympatisch: craniosacraal, vooral n.X en sacraal deel
    sympatisch: thoracolumbaal
  • Hoe gaat de neurohumorale transmissie van het somatisch zenuwstelsel?

    Zenuw stelt acetylcholine vrij, dat bindt op de nicotine receptor--> spiercontractie
  • Hoe gaat de neurohumorale transmissie van de sympaticus?

    Preganglionair neuron stelt acetylcholine vrij, komt op de nicotine receptor, waardoor het postganglionair neuron wordt geactiveerd. Dan stelt die adrenaline of noradrenaline vrij en dat bindt op de alfa of beta receptor
  • Wat gebeurt er bij acetylcholineesterase inhibitoren?

    Acetylcholine wordt niet meer afgebroken--> verhoogde concentratie--> nicotinereceptor wordt telkens geactiveerd--> spastische paralyse
  • Welke diersoort is vooral gevoelig aan acetylcholineesterase inhibitoren?

    Katten
  • Welke planten bevatten muscarine antagonisten?

    Atropa belladonna--> atropine
    datura stramonium--> myocine
  • Wat zijn de effecten van de muscarine antagonisten (hart, bloedvaten, klieren, gladde spiercellen, oog)?

    - milde tachycardie, door inhibitie van n. Vagus
    - weinig effect bloedvaten
    - inhibitie secretie van klieren
    - gladde spiercellen lam leggen
    - mydriasis van pupil, opengaan
  • Wanneer geef je muscarine antagonisten?

    - premedicatie voor anesthesie (zodat je geen cardiovasculaire depressie krijgt)
    - spasmen van darmen (koliek bij het paard)
    - emesis (braken) --> muscarine receptor zit in vestibulair orgaan
    - oogonderzoek
    - intoxicatie met acetylcholineesterase inhibitoren
  • Welke muscarine antagonisten zijn er?

    Atropine--> niet selectief
    hyoscine--> niet selectief, minder effect op centraal zenuwstelsel dan atropine
    hyoscinebutylbromide of butylscopolamine--> koliek
    tropicamide --> oogonderzoek
    glycopyrrolaat
  • Wat is het voordeel van glycopyrrolaat ten opzichte van atropine?

    - minder tachycardie
    - minder neveneffecten ter hoogte van centraal zenuwstelsel
    - verminderde GI motiliteit
    - verminderde bronchiale secreties
    - langere werkingsduur
    - gaat niet door placentabarrière--> voordeel bij keizersnede

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart