Leerpad A- Cariologie - Cariësaanval
27 belangrijke vragen over Leerpad A- Cariologie - Cariësaanval
Waarom is de beschikbaarheid van voedingsstoffen en antibacteriële stoffen in tandplak niet uniform?
Waarom verdwijnen metabole eindproducten langzaam uit tandplak?
Hoe hechten initiële bacteriekolonies zich aan het tandoppervlak?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke factoren versterken de cohesie van tandplak?
Wat gebeurt er als suikermoleculen of zuurstof in de plaque diffunderen?
Wat is het effect van weinig extracellulaire polysacchariden (EPS) in tandplak?
Hoe wordt de pH in de mond weer hersteld?
Wat gebeurt er met de pH-waarde in de mond kort na het consumeren van suikerhoudende producten en waarom?
Waarom leidt de productie van melkzuur door bacteriën in tandplak tot een snelle daling van de pH-waarde?
Welke metabole route gebruiken bacteriën in tandplak om suiker om te zetten, en welk zuur wordt daarbij voornamelijk geproduceerd?
Hoe beïnvloedt een hoge intraorale suikerconcentratie, zoals bij het consumeren van zoetwaren of gezoete dranken de pH in de tandplaque?
Wat is het effect van frequent suikergebruik op de pH-waarde in de mond en risico op tandbederf?
EPS en IPS en wat doen ze?
- Extracellulaire polysacchariden-> extracellulair fructans kan ook worden gemetalliseerd:
- Geen metabolisme
- wel betereadhesie S.Mutans aan landopperv.
- Stijging cariogeniciteit door diffusie bij hoge concentratie EPS
- intracellulaire polysacchariden-> energiemetabolisme tussen suikerinname: zuurproductie en verlenging fase 2
Hoe kunnen IPS (intracellulaire polysacchariden) gebruikt worden MO?
Wanneer is precipitatie mineraal mogelijk? (mineralen in de mond zich kunnen vasthechten of neerslaan, meestal op het tandoppervlak.)
De ernst van een cariogene aanval wordt beïnvloed door verschillende factoren:
- Suikerconcentratie in voedingsmiddel-> bepaald daling pH . Suikerrijke voedingsmiddelen groter uitdaging.
- Frequentie suiker consumptie-> hoe langer de plaque pH onder neutraliteit kan blijven, zodat kan op remineralisatie wordt verminderd.
Hoe zal de cariogeniteit van de plaque toenemen?
Waarom zijn de complexe koolhydraten in voeding toch een cariogene uitdaging?
Door welke 2 processen worden leasie formatie (glazuur) gecontroleerd?
- Dissolutie van mineraal
- Difussie -> van zuren in de harde weefsels, van minderalen uit de harde weefsels
Welke dentitie ontwikkelen laesies sneller en waarom?
Wat wordt bedoeld met remmers en waarin is het opgelost?
- Remmers-> stoffen die oplossen van tandglazuur vertragen of voorkomen. Deze stoffen, zoals eiwitten, pyrofosfaat en fluoride, binden aan de kristallen in de oppervlaktelaag van het glazuur en helpen deze laag te beschermen tegen zuur en verdere aantasting. Hierdoor blijft de buitenste laag beter intact, terwijl het onderliggende weefsel gevoeliger blijft voor ontkalking.
- Remmers zijn opgelost in de waterige omgeving van de tand.
Hoe kan de progressie van een cariëslaesie worden gestopt of vertraagd en geef voorbeelden.
- Door de ernst of frequentie van cariogene uitdagingen te verminderen.
- Plaquecontrole
- Beperking van de suikerinname
- Verlies aangrenzende tanden die voorheen ontoegankelijke approximaal oppervlak blootstelt aan de reinigende en bufferende werkingen van speeksel.
Wat suggereren de In-situ experiment?
-> Lot van een leasie hangt af van intraorale factoren zoals: speekselstroomsnelheid en -samenstelling.
Waar is de remineralisatie een onderdeel van en wanneer gebeurd het?
- pH cycli
- pH terugkeert van +/- 5,5 naar 7
Hoe wordt het zuur in het glazuur betrokken bij de ontwikkeling van de primaire laesie?
Waarom is verzacht glazuur kwetsbaar voor mechanische krachten?
Wat is het gevolg van herhaalde erosieve uitdagingen op verzacht glazuur?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden















