De middeleeuwen van 900 tot 1450 - De steden treden op de voorgrond
48 belangrijke vragen over De middeleeuwen van 900 tot 1450 - De steden treden op de voorgrond
Onze streken waren al bevolkt onder de Romeinen. Om wat ging het meestal? Geef voorbeelden.
Door wat worden de 3e en de 4e eeuw gekenmerkt?
Wat is het gevolg van de woelige 3e en 4e eeuw?
- Vele Romeinse nederzettingen in Vlaanderen verkleinen, sommigen verdwijnen helemaal.
- Het bevolkingsaantal daalt.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat heeft Vlaanderen onder de Merovingers en de Karolingers?
Wat gebeurt er in de 9e eeuw?
Wat is het gevolg van dat de Noormannen de uitgestrekte gebieden tussen de Schelde en de kust verwoesten?
Wat gebeurt er eind 9e eeuw?
Wat kennen de boeren in West-Europa bovenop een toename van veiligheid?
- Meer politieke stabiliteit.
- Een gunstiger klimaat.
- Een verbetering van de landbouwtechnieken.
Wat zijn de gevolgen van de verbeteringen die de boeren in West-Europa kennen?
- De landbouwopbrengsten stijgen = voedseloverschotten.
- De handel neemt toe.
- Het bevolkingsaantal stijgt = stijgende vraag naar producten (voedsel + afgewerkte producten).
- De handel neemt toe.
- Specialisatie in beroepen (nijverheid).
Waar vind de handel eerst plaats? Waar daarna? Wat gebeurt er?
Wat is de reden van dat markten worden ingericht nabij burchten of versterkingen waar opslagplaatsen zijn?
Hoe zijn de meeste steden gelegen op goed bereikbare plekken?
- Via een rivier (Leuven = de Dijle, Brussel = de Zenne, Gent = samenvloeiing van de Leie en de Schelde).
- Via handelsroutes (Handelsweg Keulen - Brugge).
- Op deze wegen moest vaak tol betaald worden!
Wat zijn de redenen van dat Vlaanderen een vrij unieke streek is op vlak van het voorzien van voedsel en grondstoffen?
- De streek ten zuiden van Ieper bevat zware leemgronden = heel vruchtbaar.
- Dankzij het drieslagstelsel levert deze streek grote opbrengsten.
- De uitgestrekte weilanden in en rond de kuststreek zijn ideaal voor het laten grazen van runderen en het hoeden van schapen.
- Het vlees, de zuivelwaren, de wol en de huiden vormen samen met zout en turf een divers aanbod voor de stedelijke markten.
- Na de ontginning van vele bossen in het binnenland is de vrijgekomen zandgrond ideaal voor het telen van haver = paardenvoer.
Geef 2 redenen waarom er steden bewust gesticht worden.
- Om de streek te ontwikkelen (rijkdom).
- Er worden dijken en kanalen aangelegd om meer landbouwmogelijkheden te creëren.
- Er worden dorpen gesticht.
- Omwille van de strategische redenen (ligging + macht).
- Aan de grenzen: om de grens van het rijk te beschermen.
- In de Belgische kuststreek: om te profiteren van de unieke aanwezigheid van grondstoffen, veeteelt en vruchtbare landbouwgronden.
Uit welke 3 standen bestond de sociale ladder in de vroege middeleeuwen?
- De clerus of de geestelijken (zij die bidden).
- De adel (zij die beschermen).
- De gewone boeren (zij die werken).
Vanaf de 10e eeuw zal deze standensamenleving geleidelijk aan een nieuwe invulling krijgen. Hoe?
Wat is de reden van dat de opkomst van de steden de positie van de boeren verbetert?
Wat is het gevolg van dat steden betere rechten verlenen aan haar inwoners?
Wat doen heren om de plattelandsvlucht tegen te gaan? Wat verandert er allemaal?
Wie woont er allemaal in de stad?
- Onvrijen/horigen
- Handelaars en ambachtslieden
- Geestelijken => oefenen nog veel invloed uit.
- Edelen (heren) => oefenen nog steeds druk uit op hun 'horigen', die intussen naar de stad zijn gevlucht.
Wat moet de koning doen om iets te doen aan de blijvende druk die de heren blijven uitoefenen op hun 'gevluchte' horigen? Wat wil hij doen?
Hoe wil de koning de macht van de domeinheren inperken?
Wat is een keure? Wat verleent dit recht?
Wat is opvallen aan een keure?
Wat is de inhoud van de stadsrechten?
- De stad krijgt een vorm van zelfbestuur.
- De stad krijgt het recht om belastingen te heffen.
- De stad heeft haar eigen rechtspraak die afwijkt van het omliggende platteland.
- De stad heeft het recht om een stadsmuur te bouwen.
- Handelaars worden extra beschermd.
In welke 2 groepen werd de bevolking van de stad ingedeeld eind 11e eeuw?
Wie zijn de vreemdelingen of gasten?
- Reizigers
- Handelaars
- Voormalig 'horigen' (plattelandsvlucht)
Hoe wijzigt het status van de vreemdelingen of gasten? Wanneer?
Hoe zijn mensen een volwaardige burgers of poorters?
Uit welke 2 groepen zijn de volwaardige burgers of poorters opgesplitst?
- Het patriciaat
- Het gemeen
Aan wat dankt de stedelijke elite (patriciaat) haar rijkdom? Aan wat doen ze? Hoe verenigen ze zich?
Wie zijn het gemeen? Hoe verenigen ze zich?
Handelaars verenigen zich in gilden. Waarom?
Waarom verenigd het gemeen zich op een andere manier? Wat hopen ze? Hoe verenigen ze zich?
Wat verdedigt elk ambacht? Wat hebben ze?
- een eigen bestuur
- een eigen reglement
- Hierien staan afspraken omtrent opgelegde maximumlonen, minimunprijzen, verzekerde kwaliteit en over werkomstandigheden.
- Zo wordt mogelijke concurrentie uitgeschakeld.
- een eigen kas
- een eigen gewapende militie (helpt bij het verdedigen van de stad)
Welke taak krijgt een burggraaf in vele Vlaamse steden zoals bv. Gent en Kortrijk? Wat wordt deze taak uiteindelijk?
Wat benoemen de koning liever zelf? Hoe noemt men hen?
Wat zijn de taken van de vertegenwoordigers van de koning?
- Gerechtelijke taken (rechtspraak).
- De gouwgraaf vertegenwoordigen.
- De schepenen samenroepen, die rechtspreken binnen de stad.
Wie heeft het dagelijkse bestuur van de stad in handen?
Wat gebeurt er in de 12e eeuw?
Wat is de reden van dat er verandering komt door de ambachten die zich verzetten en inspraak eisen?
Hoe krijgen de ambachtslieden als beloning meer inspraak? Wat gebeurt er?
Op welke vlakken zijn er kenmerken van een middeleeuwse stad?
- Het grondplan
- Veiligheid
- Bevolkingsaantal
- Infrastructuur
- Typische gebouwen
Geef meer uitleg over het grondplan van een middeleeuwse stad.
- De meeste steden ontwikkelen zich spontaan.
- = geen regelmatig stratenpatroon.
- = een concentrisch grondplan.
- Oorzaak? De stad groeit vanuit één of meerdere kernen en de de hoofdstraten lopen vanuit het centrum naar de stadspoorten.
Geef meer uitleg over de veiligheid van een middeleeuwse stad.
- In de steden is het veiliger dan op het platteland. 2 redenen:
- In de steden past men een gemoderniseerde rechtspraak toe.
- Steden zijn veelal versterkt met omwallingen = afschrikking van bendes en plunderaars.
Geef meer uitleg over het bevolkingsaantal van een middeleeuwse stad.
- Voor 1100: De meeste middeleeuwse steden zijn eerder klein = +/- 10 000 inwoners.
- Vanaf de 13e eeuw: De steden organiseren uitbreidingen, omdat men een sterkte groei van de stad verwacht.
- Maar: uitbreiding is vaak te groot = overschoot van groene zones binnen de stad.
- Handig voor landbouw = voedsel bij een belegering.
Geef meer uitleg over de infrastructuur in een middeleeuwse stad.
- De meeste straten zijn niet verhard.
- Hoofdstraten en straten van rijke patriciërs zijn wel verhard.
- Middeleeuwse steden hebben er geen.
- Oplossing? De straten lopen naar opzij af.
- Gevolg?
- De straten liggen vol met modder, afval, uitwerpselen van mensen/dieren, ...
- De middeleeuwse steden zijn dus onhygiënisch = vatbaar voor ziektes.
- Vanaf de 12e en 13e eeuw is er nood aan meer marktpleinen.
- Verschillende beroepen vestigen zich bij elkaar: zo krijg je vismarkten, vleesmarkten, graanmarkten, ...
Geef meer uitleg over de typische gebouwen in typische gebouwen.
- Deze dienen als opslagplaatsen en verkoopruimte.
- Ze worden ook gebruikt als vergaderingsruimte of als rechtbank.
- Dit zijn grote stenen torens = symbolen van de stedelijke macht en autonomie.
- Ze worden gebruikt als vergaderruimte van de schepenen.
- Beschikken over een stormklok = wordt geluid in tijden van nood.
- Vaak gebouwd met hout en leem = brandgevaar! Enkel de rijken bezitten stenen huizen.
- Hebben vaak puntgevels en overkragingen (= verdieping die uitspringt boven de straat).
- De benedenverdieping bevat ramen waarvan een luik geopend kan worden = afdak voor de verkoop. => Overkragingen + luiken in smalle straatjes = weinig lichtinval.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden















