Samenvatting: Nova Handboek Nieuwe Natuurkunde 3 Havo Vwo | Malmberg

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van NOVA Handboek nieuwe natuurkunde 3 havo vwo | Malmberg

• 1 Kracht en Evenwicht

• 1.1 Krachten

  Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Krachten herkennen, gevolgen krachtenwerking:

  - een voorwerp kan vervormen als er een kracht op werkt. dit kan elastisch zijn: als de kracht niet meer werkt, keert de oorspronkelijke vorm van het voorwerp weer terug)

  het kan ook plastisch zijn, het voorwerp wordt dan blijvend vervormd.

  -De beweging van het voorwerp kan veranderen als er een kracht op werkt. de snelheid bv van een bal die wordt vergroot of verkleind. of waarbij de richting veranderd.

• Wanneer vervormt een voorwerp?

  Als er een kracht op werkt

• Wat is een elastische vervorming?

  Als de kracht op een voorwerp is uitgewerkt en de oorspronkelijke vorm van het voorwerp terugkeert.

• Krachten tekenen + regels:

  Krachten kan je tekenen door pijlen.

  pijl > vector

  er gelden wel regels:

  1. richting pijl = richting kracht.

  2. de plaats waar de pijl begint =aangrijpingspunt. geeft de plaats aan waar de kracht wordt uitgeoefend.

  3. Lengte pijl. geeft aan hoe groot de kracht is. stel zelf een schaal samen, bv: 1 cm = 50 N

  dit heet: de krachtenschaal.

  
  

• Noem 2 soorten waarop een voorwerp kan vervormen als er kracht op wordt uitgeoefend.

  1. Elastische vervorming: kracht werkt niet meer, voorwerp keert terug naar oorspronkelijke vorm.
  2. Plastische vervorming: voorwerp wordt blijvend vervormd.

• Wat is het symbool van veerkracht?

  Fv

• Waar staat Fsp voor?

  Spierkracht

• Hoe kun je de gevolgen van krachtwerking zien?

  1. Een voorwerp kan vervormen als er kracht op wordt uitgeoefend (vb botsing 2 auto's).
  2. De beweging van een voorwerp kan veranderen als er kracht op wordt uitgeoefend (vb bal die van richting wordt veranderd bij voetbal).

• Noem de 3 regels die gelden voor het tekenen van krachten.

  1. Richting: de richting van de pijl geeft aan in welke richting de kracht werkt.
  2. Aangrijpingspunt: de plaats waar je de pijl laat beginnen. Is ook de plek waar de kracht wordt uitgeoefend.
  3. Lengte: de lengte van de pijl geeft aan hoe groot de kracht is. Vb 1cm ^= 50 N. Een krachtenpijl van 1cm lengte stelt een kracht van 50 N voor.

• 1.2 Zwaartekracht, gewicht en stabiliteit.

  Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• wanneer is de aantrekkingskracht groter?

  1. als de massa's van het voorwerp groter zijn.
     
  2. als de voorwerpen zich dichter bij elkaar bevinden.

       hoe groter je massa des te sterker de aantrekkingskracht.