Samenvatting: Spijs 2

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Spijs 2

  • 1 Op de Beeck (opnames '24)

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • 1.1 18/3 digestive onco

    Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke kankers komen vooral in de slokdarm voor?

    Squameus cell vooral in eerste 2/3, adenocarcinoom in distale 1/3.
    Op de foto squameus cell carcinoom met vernauwing. Je krijgt dus dysfagie. 
  • Wat zijn voorbeschikkende factoren voor slokdarmkanker?

    • Plaveiselcel
      • hoofd-hals kanker gehad
      • rokers
      • alcoholisten
      • achalasie
      • lye ingestie (suicide of kleine kinderen)
    • Adeno
      • barrett is een oorzaak van adenoca
  • Waarom zaaiien slokdarmkankers zo snel uit?

    Omdat de slokdarm geen serosa heeft (de rest van het GI wel), waardoor het makkelijk in andere weefsels komt. Dus je hebt wel snel klachten, dus snel diagnose, maar nog sneller meta's.
  • Welke lymfeklieren worden er het snelst aangedaan bij slokdarmkanker?

    • Bovenste 1/3
      • supraclaviculair links
    • Middelste 1/3
      • paraoesophagaal, subdiafragmaal
    • Onderste 1/3 (adeno)
      • mediastinaal, paracardiaal, coeliac trunc
      • lever, via poortader, want doorbloeding vanuit de a gastrica sinistra uit de trunk

    Longen en bijnieren kunnen ook aangedaan worden bij hematogene meta's. Maar kan uiteindelijk overal uitzaaiien. 
  • Welke laesies van de slokdarm kun je zien?

    Joe
  • Welke kanker komt er vooral in de maag voor?

    Zeldzamer.
    • Adenocarcinoom (95%)
    • Sarcoom
      • leiomyosarcoom
      • fibrosarcoom
    • GIST
    • Maltoom
    • Meta's 
    Risicofactoren zijn roken en 'gepickelde' groenten enzo.
    Geeft vaak geen klachten en wordt dus laat pas gezien. Heeft wel een serosa, maar door late diagnose wel al vaak meta's.
  • Hoe ga je maagca diagnosticeren?

    Vaak weinig klachten. Maagulcera altijd opvolgen, kan een tumor onder zitten.
    Je wil wel PET CT doen, maar is niet altijd hypermetabool, dus dan kun je het voor de follow-up niet echt gebruiken.
    Je gebruikt dan endoscopie met CT.
  • Waar zaait maagca naar uit?

    Vooral de lever. Maar ook bijnieren, ovaria, bot, lymfe en long, peritoneaal. 
    • peritoneaal op rectum: Blumer shelf
    • peritoneaal op ovaria: Krukenberg tumor
    • linker supraclaviculaire lymfeklier: Virchow nodule 
  • 1.2 19/3 lever

    Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke is het meest voorkomende en welke geeft juist een verlaagde echogeniciteit?

    Diffuse vetinfiltratie (leversteatose) komt het meest voor.
    Acute hepatitis geeft als enige een lagere echogeniciteit.
    Je gaat differentiëren met CT (foto). 
  • Wat kun je dus allemaal op de lever zien op MRI?

    Steatose, cirrhose en ijzeroverload. Je kan dus veel meer zeggen dan op echo of CT. Daarbij kun je het ook kwantificeren en dus zeggen hoe veel overload of vervetting ofzo er is. Je kan dus ook de follow-up veel beter doen met MR.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart