Afweer - Endogene aspecifieke afweer - Aspecifieke afweer door leukocyten

11 belangrijke vragen over Afweer - Endogene aspecifieke afweer - Aspecifieke afweer door leukocyten

Wat is kenmerkend voor staafkernige granulocyten?

Zijn te beschouwen als een ontwikkelingsstadium van rijpe neutrofielen en komen weinig in het bloed voor; in het beenmerg is de hoeveelheid groter.

Wanneer wordt gesproken van een linksverschuiving?

Wanneer het aantal staafkernige (jonge) granulocyten in relatie tot het aantal (rijpe) segmentkernige granulocyten groter is dan normaal, wordt er gesproken van een linksverschuiving (jongere vormen worden grafisch meer naar links afgebeeld).

Wat moet er zichtbaar zijn in het bloed als men een bacteriele infectie vermoed?

Een toename van de neutrofiele granulocyten met linksverschuiving.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat gebeurd er wanneer pus niet voldoende wordt afgevoerd?

Dan raakt het ingekapseld in bindweefsel en ontstaat er een abces. Dit moet vaak chirurgisch worden geopend voordat genezing kan optreden.

Wat is een karakteristiek fenomeen bij een ontstekingsproces?

Het grote aantal witte bloedcellen. Dit komt doordat het beschadigde weefsel stoffen afgeeft die de aanmaak van neutrofielen in het rode beenmerg stimuleren. Hierdoor kan het aantal neutrofielen in het bloed binnen enkele uren met een factor vijf toenemen (leukocytose).

Hoe komen de leukocyten bij een ontsteking?

  • Doordat de neutrofielen door ter plaatste gevormde ontstekingsmediatoren, zoals bradykinine, naar de plaats des onheils worden getrokken.
  • Door de enorme vasodilatatie aldaar vertraagt de bloedstroom en kunnen de leukocyten gemakkelijk uittreden, waarbij ook sprake is van diapedese: de de fagocyten dringen door hun amoeboide bewegingen tussen de endotheelcellen van de capillairen door op zoek naar de infectiebron. Deze beweging wordt vergemakkelijkt doordat de doorlaatbaarheid van een capillairwand bij een ontsteking is vergroot.

Hoe verloopt opsonisatie/herkenning van bacterien?

  • Voor de herkenning van bacterien beschikt de fagocyt over een groot aantal receptoren, die binden aan moleculen op het oppervlak van de micro-organismen zelf of daaraan gebonden opsoninen.
  • Dit zijn immuunglobulinen, of complementfactoren, die zich hechten aan het oppervlak van de bacterien en die daarmee herkenning en opname door de fagocyten makkelijker maken.
  • Na de binding kan de insluiting van de bacterie beginnen.

Hoe verloopt insluiting van de bacterie?

  • De bacterie bevindt zich dan als een blaasje in het cytoplasma. Dit wordt een fagosoom genoemd.
  • Dit blaasje fuseert met lysosomen, zodat de inhoud van deze organellen in het fagosoom terechtkomt.
  • De talrijke granula (korrels) uit het cytoplasma vervloeien eveneens met het fagosoom, zodat de inhoud van de korrels (met name eiwitsplitsende enzymen) in het fagosoom komt en de bacterie zal doden en ten slotte verteren.

Wat is kenmerkend voor eosinofiele granulocyten?

  • Dat ze door een, na kleuring, een oranje tweelobbige kern hebben.
  • Ze komen in geringe aantallen in het bloed voor.
  • Deze leukocyten hebben weinig fagocyterend vermogen, maar spelen een rol bij het onschadelijk maken van meercelligen, zoals infectieuze parasieten en wormen.
  • Bij allergieen kunnen ze in grotere aantallen voorkomen; er is dan sprake van eosinofilie. Wanneer bij bloedonderzoek eosinofilie wordt vastgesteld is dat meestal een eerste aanwijzing dat er van een allergie sprake is.

Wat is kenmerkend voor basofiele granulocyten?

  • Vormen minder dan 2% van de leukocyten.
  • Hun functie is niet altijd even duidelijk. Ze zijn ook bij allergische reacties betrokken. Er zou een relatie bestaan met de zogenaamde mestcellen (mastocyten).

Wat is kenmerkend voor mestcellen?

  • Worden vooral in de slijmvliezen van neus, bronchi, darm en in de huid aangetroffen, waar ze het equivalent (gelijkwaardig) vormen van de in het bloed voorkomende basofiele granulocyten.
  • De naam mestcellen is ontleend aan de talrijke in het cytoplasma voorkomende korrels die microscopisch op mestkorrels lijken.
  • Ze zijn met antilichamen beladen en kunnen bepaalde stoffen vrijmaken, zoals histamine en cytokinen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo