Basisboek - exogene processen - winderosie

3 belangrijke vragen over Basisboek - exogene processen - winderosie

Wat is de rechtstreekse en onrechtstreekse invloed van de wind op de vorming van het landschap?

  • Rechtstreekse invloed: de wind moet voldoende krachtig zijn en uit 1 richting waaien. Het gesteente in het landschap moet door de wind getransporteerd kunnen worden. Vegetatie of natuurlijke barrières zorgen voor een belemmering van het transport
  • onrechtstreekse invloed: de wind houdt de kringloop van water mee in stand en veroorzaakt golven en zeestromingen die inwerken op het aardoppervlak.

Wat zijn de 2 soorten duinen?

  • Kustduinen: duinen aan kusten en zandstranden
  • landduinen: duinen in het binnenland met zand aan de oppervlakte.

Wat is de oorzaak dat in het Zuiden van Europe de zand zone begrenst wordt door een lösszone?

In de ijstijden heerste krachtige Noorderwinden die toen over de onbegroeide morenen en de droge zeebodems waaide. Hierdoor werd het materiaal meegevoerd naar het Zuiden en selectief afgezet: eerst het zand, daarna de lichtere löss.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo