Samenvatting: B08111 Procesmanagement | Open Universiteit

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van B08111 Procesmanagement | Open Universiteit

  • 1 Introductie procesmanagement

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • 1.2 De procesinvalshoek

    Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn beperkingen van de invalshoek organisatiestructuur?

    - Kijkt niet naar het informele gebeuren (zonder deze kan een organisatie niet functioneren).
    - Dynamische aard van een organisatie wordt niet belicht. De organisatiestructuur van een organisatie kan wijzigen zonder dat dit consequenties heeft voor de wijze waarop producten geproduceerd worden. Bv samenvoegen afdelingen, splitsen afdelingen, overname: Product of dienst zal hetzelfde blijven.
  • 1.3 Proces en functie

    Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is een proces en waaraan ontleent het zijn bestaansrecht?

    Een proces is een doelgerichte en samenhangende reeks van activiteiten

    Daarnaast ontleent een proces zijn bestaansrecht aan het voortbrengen van producten waar klanten van het proces behoefte hebben. Elk proces heeft een duidelijk begin en einde. Het begint ergens mee: ‘een startsignaal, bijv. een patiënt is binnengekomen’, en er is een duidelijk einde: ‘bijv. de patiënt is volledige hersteld en kan naar huis.’
  • 1.4 De noodzaak tot veranderen

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • In welke situatie hoeft een sterk functioneel georienteerd systeem geen probleem te zijn, in welke wel?

    - In een stabiele situatie waarin gedurende lange tijd op dezelfde wijze gewerkt kan worden, systeem raakt ingeregeld en functies raken op elkaar afgestemd, men komt toy een optimaal, efficiënt productieproces..
    - Wanneer er snelle veranderingen zijn, dan is er geen inregel tijd meer. Niet alleen activiteiten maar ook de doelgerichte samenhang tussen deze activiteiten moet worden geoptimaliseerd
  • Waarom zou er (impliciet) een behoefte in de non-profit zijn voor een procesbenadering?

    Er ontbreekt een externe impuls tot meer efficiency waardoor middelen kunnen worden verspild. De complexe en abstracte aard van de overheidsprocessen bemoeilijken inzicht in effectiviteit en efficiency in de processen
  • Wat houdt de offensief noodzaak tot procesherontwerp in?

    De organisatie ziet de mogelijk tot voorsprong door:
    -een innovatief product (bv Otis, verbeterde service systeem)
    - een efficiënter proces (bv digitalisering documenten)
    - een kwalitatief beter product (bv Otis geautomatiseerd diagnose systeem)
    - of een combinatie.
    Risico's  en kosten wegen vaak op tegen de mogelijkheden
  • 1.6 Wat is procesmanagement en wie heeft hier problemen mee?

    Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.6
    Laat hier meer flashcards zien

  • Mogelijke oorzaken van het niet naar behoren functioneren van processen

    - processen kunnen tamelijk intuïtief tot stand zijn gekomen. Er zijn nooit goede analyses gemaakt m.b.t. het doel en de invulling van een proces
    - invloed van de dynamiek van de omgeving
  • 1.7 Een analyse van het begrip 'probleem'

    Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.7
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zegt Kramer wat de oorsprong is van het 'gevoel van onbehagen'

    Een probleem ontstaat bij een probleemhebber als een door hem geconstrueerde voorstelling van de situatie waarin hij verkeert door hem zo wordt gewaardeerd dat hij onbehagen voelt.
  • Wat zijn primaire en secundaire perceptie (Anderson)?

    Primair: fysiologisch proces van beeldvorming zoals die zich in de zintuigen afspeelt
    Secundair: Het selecteren en combineren van kenmerken en deze relateren aan hetgeen al in het geheugen zit.
  • Welke factoren beinvloeden de verschillenden schemata/beeldvormingsproces  die verschillende probleemhebbers kunne hebben (Kremer)?


    • De wereldbeschouwing van de probleemhebber
    • Kennis van wetenschappelijke modellen
    • Het doel waarvoor hetb eeld wordt gevormd
  • Leg de invloed van de wereldbeschouwing van de probleemhebber op het beeldvormingsproces uit.

    Individuen hebben een eigen wereldbeschouwing en achtergrond die als pragmatisch filter van informatie werkt. Hierdoor wordt bepaald welke info kan worden geaccepteerd en dus welke problemen ontstaan, mogelijke acties worden tot handelbare proporties beperkt.De wereldbeschouwing van een individu heeft dus een belangrijke invloed op datgene wat hij kan waarnemen en hoe hij dat doet. Zij bepaalt dus in grote mate wat voor problemen een probleemhebber ziet en hoe hij ze ziet.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart