Samenvatting: Biologie Toets

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Biologie toets

• 1 Gedrag

• 1.1 Dierenwelzijn

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat verhoogt de motivatie van een dier om een soort gedrag te vertonen

  Motiverende factoren (combinatie van inwendige en uitwendige prikkels)

• 1.2 Gedrag bestuderen

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom beschrijven biologen nooit een dierlijke eigenschap antropomorf

  Omdat dit betekent dat je er een menselijke emotie aan koppelt

• Hoe heet een gebeurtenis waarna altijd een bepaald gedrag vertoond wordt

  Een sleutelprikkel, deze specifieke prikkel overschrijd de drempelwaarde

• 1.3 Communicatie

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe heet een prikkel waarmee dieren hun soortgenoten iets willen laten zien of doen

  Een signaal

• Hoe heet ritueel gedrag dat leidt tot paringsgedrag

  Balts

• Welke vier soorten conflictgedrag zijn er

  1. Dreiggedrag
  2. Ambivalent gedrag
  3. Omgericht gedrag
  4. Overspronggedrag

• Wat is conflict gedrag

  Wanneer een dier of mens prikkels ontvangt die lijden tot verschillende soorten gedrag

• Wat is oversprong gedrag

  Dit gedrag past niet in de situatie

• Wat is dreig gedrag

  Probeert een confrontatie te voorkomen door een agressieve houding aan te nemen

• 2 Cel en leven

• 2.2 Cellen

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Noem de onderdelen van een dierlijke cel

  - celmembraan, omringt de cel
  - cytoplasma, de waterige inhoud van de cel
  - celkern, hierin zit het DNA opgeslagen en zo'n cel noem je eukaryoot
  - ribosomen, maken eiwitten
  - ruw endoplasmatisch reticulum, bewerkt en transporteert eiwitten van de ribosomen die erop liggen
  - glad endoplasmatisch reticulum, maakt giftige stoffen onschadelijk en maakt fosfolipiden aan
  - transportblaasje, vervoeren eiwitten
  - golgi-systeem, verpakt eiwitten en andere stoffen in transportblaasjes
  - mitochondrium, levert energie aan de cel
  - lysosoom, ruimt de cel op
  - celskelet, geeft een cel stevigheid en vorm
  - centrosoom, bestaat uit twee centriolen die de kern uit elkaar trekken bij een celdeling