Huisarts - Urogenitale klachten

26 belangrijke vragen over Huisarts - Urogenitale klachten

Wat is de incidentie van afwijkende vaginale afscheiding?

De incidentie van afwijkende vaginale afscheiding in de huisartspraktijk is ongeveer 5%. De meest voorkomende oorzaak bij vrouwen tussen de 20 en 30 jaar is een candida infectie (33%) gevolgd door een bacteriële vaginose (20%). Bij 30% van de vrouwen kunnen we helemaal geen duidelijke oorzaak vinden.

Microscopisch onderzoek naar “hyfe” als voorspeller van candida:

- Als de patiënt geen candida heeft, dan zal je ook geen hyfen vinden. Als je ze wel vindt dan weet je dus dat de patiënt ziek is.

De huisarts geeft aan: als candida hebt, dan zou ik dat in 4 van de 5 keer gevonden hebben. Waarop mevrouw Groen zegt: “dan is er dus een kans van 1 op 5 dat ik toch die schimmel heb?” Is deze redenering juist?

- Onjuist het gaat hier om de kans op ziekte bij een negatieve test. Dit is 100% min de negatief voorspellende waarde en deze kans op ziekte na de test hangt sterk af van de voorafkans op ziekte.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Bacteriele vaginose, behandeling klachten:

- Je hoeft alleen bij hinderlijke klachten te behandelen. Dat doe je dan met eenmalig 4 pillen van 500 mg metronidazol. Het is niet besmettelijk. Tenslotte gaat het om een disbalans en niet om een infectie!

Wat is fluor vaginalis?

Fluor vaginalis: niet-bloederige vaginale afscheiding die volgens patiënte afwijkt van normaal wat betreft hoeveelheid, kleur of geur, al of niet gepaard gaand met jeuk of irritatie in of rond de vagina.

Lichamelijk onderzoek bij fluor vaginalis?

  • Inspectie vulva (roodheid) en speculumonderzoek: vaginawand (kleur, aspect), portio (bloedverlies, aspect, uitvloed), fluor (kleur, consistentie), erosies (bij pessarium).
  • Op indicatie (mogelijk soa of opstijgende infectie): vaginaal toucher en buikonderzoek.
Lichamelijk onderzoek kan eventueel achterwege blijven bij klachten identiek aan die van een eerder aangetoonde candida-infectie of bacteriële vaginose.

Welke aanvullende onderzoeken kun je doen bij fluor vaginalis?

Overbodig als een candida-infectie (zie Evaluatie) of recidief bacteriële vaginose waarschijnlijk is. Verricht in alle andere gevallen onderzoek van de fluor:
  • pH fluor (normaal 4 tot 4,5);
  • aminetest.

Verricht vervolgens gericht aanvullend onderzoek, tenzij sprake is van 3 positieve Amselcriteria

(zie Begrippen) of fysiologische fluor:
  • microscopisch onderzoek in de praktijk (zie  bijlage NHG-Standaard) en/of;
  • gistkweek en/of;
  • laboratoriumonderzoek naar bacteriële vaginose (bepaling Nugentscore) en/of;
  • specifieke kweek of PCR naar Trichomonas vaginalis.

Wanneer spreken we van vulvovaginale candidiasis? Wanneer van ernstige vulvovaginale candidiasis?

  • Vulvovaginale candidiasis: jeuk, niet-riekende, witte afscheiding, en een rode, gezwollen vulva of vaginawand met witte, brokkelige fluor bij lichamelijk onderzoek. Een positieve gistkweek of KOH-preparaat met schimmeldraden (bij microscopisch onderzoek) ondersteunen de diagnose.
  • Ernstige vulvovaginale candidiasis: bij uitgebreid erytheem, oedeem, krabeffecten of fissuren

Wanneer spreken we van bacteriële vaginose?

  • Bacteriële vaginose: ≥ 3 Amselcriteria positief of Nugentscore ≥ 7.
  • Bacteriële vaginose onzeker: 2 Amselcriteria positief of Nugentscore 4-6 (intermediair: veranderde vaginale flora).
  • Geen bacteriële vaginose: Nugentscore 1-3.


Amselcriteria: de vier Amselcriteria zijn dunne, homogene fluor, pH fluor > 4,5, positieve aminetest (rotte visgeur, sterker na toevoegen druppel KOH) en ‘clue-cellen’ in het fysiologisch zoutpreparaat.

Nugent-score (via laboratorium):
  • 0 t/m 3: normale bacteriële vaginale flora
  • 4 t/m 6: intermediair (veranderde vaginale flora, geen bacteriële vaginose)
  • 7 t/m 10: bacteriële vaginose

Wanneer spreken we van aspecifieke fluorklachten?

  • Aspecifieke fluorklachten: geen afwijkingen bij onderzoek en geen risico op soa.

Hoogrisicogroepen voor chlamydia, gonorroe, syfilis, hepatitis B en hiv:

  • mannen die seks hebben met mannen (MSM)
  • sekswerkers en klanten (contact in de afgelopen 6 maanden)
  • personen afkomstig uit een soa-endemisch gebied (eerste en tweede generatie)
  • personen met veel wisselende seksuele contacten (≥ 3 in de afgelopen 6 maanden)
  • personen met een partner uit 1 van de voorgaande groepen

Waar hebben seksueel actieve jongeren <25 jaar die niet tot deze hoogrisicogroepen behoren een verhoogd risico op?

Seksueel actieve jongeren < 25 jaar die niet tot deze hoogrisicogroepen behoren hebben een verhoogd risico op een chlamydia-infectie, maar niet op gonorroe, syfilis, hepatitis B en hiv.

Vraag bij vaginale klachten of klachten passend bij epididymitis of urethritis naar:

  • afscheiding urethra, afscheiding uit de anus
  • pijnlijk, branderig, geïrriteerd gevoel bij het plassen, jeuk of irritatie
  • koorts, koude rillingen, andere algemene ziekteverschijnselen
  • bij een vrouw: afscheiding, contactbloedingen, intermenstrueel bloedverlies, pijn in de onderbuik
  • bij een man: pijn en zwelling van de bijbal, roodheid en zwelling van het scrotum

Wat is een epididymitis (op basis van een soa):

scrotale pijn en zwelling, eventueel met roodheid scrotale huid, algemene malaise, koorts en kans op soa. Bij vermoeden/twijfel torsio testis: verwijs met spoed.

Wat is een proctitis ((op basis van een soa):

bloed of slijm bij de ontlasting en/of anale afscheiding en kans op soa.

De afgelopen jaren zien huisarts meer patiënten met vragen over een SOA en wordt de diagnose SOA ook vaker gesteld.

De 5 risicogroepen voor het krijgen van een SOA:

- Mannen die seks hebben met mannen
- Prostituees
- Personen afkomstig uit een SOA endemisch gebied (1e en 2e generatie).
- Personen met wisselende seksuele contacten (3 of meer in de 6 maanden vooragaand aan het consult)
- Personen met een partner uit één van de voorafgaande groepen.


De huisarts wilt weten of hij ook onveilige anale seks heeft gehad. Wat hij de huisarts daarnaast weten?

- Zijn er ook keelklachten? Bij orale seks kan een chlamydia of gonorroe infectie overgedragen worden naar de keel. 

Wat is de DD van dyspareunie:

- Atrofie post-menopauzale vrouwen
- Infectie
- Eczeem
- Littekens
- Lichen sclerosis/lichen planus
- Bartholinitis
- Uterus afwijkingen (Myomen/tumoren/endometriosis)
- Prolaps
- PID
- Trauma
- Niet lichamelijk:
  • o Onvoldoend elubcricaite/opwindingsstoornis, vaignaisme, PVD en UVD

Wat is lichen sclerosis?

  • Lichen sclerosus: huidaandoening gekenmerkt door atrofie (‘sigarettenpapier’) en/of hyperkeratose, macroscopisch herkenbaar als scherp begrensde, porseleinwitte glanzende plekken, op den duur aanleiding gevend tot anatomische veranderingen, zoals verdwijnen van de labia minora en vernauwing van de introïtus vaginae.

Wat is balanitis xerotica?

  • Balanitis xerotica: lichen sclerosus van de glans en het preputium van de penis.

Wat is anamnese bij verdenking lichen sclerosis?

  • Aard van de klachten (jeuk, pijn, ulceratie, phimosis, erectiestoornis).
  • Lokalisatie van de huidafwijkingen, huidafwijkingen elders.
  • Duur en beloop van urogenitale klachten.
  • Mate van hinder.
  • Gevolgen van de klachten voor de seksualiteit.
  • Andere klachten zoals mictieklachten, vaginale fluor, menopauzale klachten, pruritus ani en (vooral bij kinderen) obstipatie en pijn bij defecatie.
  • Eerdere episoden, beloop en eventuele behandeling daarvan.
  • Eventueel zelf toegepaste behandelingen.

Wat is lichamelijk onderzoek bij verdenking lichen sclerosis?

  • Lokalisatie afwijkingen: vulva, penis, perineum en/of perianaal.
  • Eventuele extragenitale lokalisatie (vooral op de romp).
  • Aard huidafwijkingen: porseleinwitte atrofische plekken, eventueel met hyperkeratose, erosies, fissuren, soms ook kleinvlekkige bloedingen, papels of maculae.
  • Aanwijzingen voor anatomische veranderingen:
    • bij vrouwen: verstrijken of resorberen van de labia minora, vernauwing van de introïtus vaginae, ‘verborgen clitoris’;
    • bij mannen: phimosis, meatusstenose.
  • Alarmsymptomen passend bij plaveiselcelcarcinoom:
    • niet-genezende defecten (ulcera of erosies);
    • zwellingen (verruceuze laesies, nodi);
    • persisterende pijn;
    • unilaterale afwijkingen;
    • vergrote liesklieren.

Wat is aanvullend onderzoek bij lichen sclerosis?

  • Bij twijfel aan de diagnose anogenitale lichen sclerosus is een stansbiopt geïndiceerd. Neem geen biopt bij kinderen, mannen of vermoeden van maligniteit.

Stel de diagnose lichen sclerosus op grond van anamnese (vooral genitale jeuk, dyspareunie en/of dysurie) en lichamelijk onderzoek (porseleinwitte verkleuring van de huid met sclerosering en eventueel verandering van de anatomie). Een biopt kan de diagnose bevestigen.
  • Differentiële diagnose:

  • dermatomycose: jeukende erythematosquameuze laesies;
  • postmenopauzale atrofie: dun, atrofisch vaginaslijmvlies bij oudere, maar overigens normale, huid;
  • eczeem: verschillende efflorescenties naast elkaar;
  • (genitale) lichen planus: hierbij soms betrokkenheid van het vaginaslijmvlies (scherp begrensde, erythemateuze en gemakkelijk bloedende laesies van het vaginaslijmvlies, pijn op de voorgrond), vaak extragenitale laesies van mondslijmvlies, huid, behaarde hoofd en nagels;
  • vitiligo: depigmentatie, scherpe begrenzing, geen schilfering, voorkeurslokalisatie gezicht en handrug, weinig tot geen jeuk;
  • maligniteit: niet-genezende defecten, zwellingen, persisterende pijn, unilaterale afwijkingen, vergrote liesklieren.

Voorlichting bij lichen sclerosis:

  • Chronische, niet-besmettelijke ontsteking van de huid; oorzaak onbekend.
  • Risico op blijvende anatomische afwijkingen; zelden maligne ontaarding.
  • Regelmatig (zelf)onderzoek, bijvoorbeeld maandelijks, en signaleren van veranderingen (wondjes, zwelling, pijn) zijn belangrijk.
  • Bij seksuele problemen: geef adviezen (verbetering vochtigheid, andere coïtushouding) of verwijs.
  • Doel van behandeling is verlichting van klachten en voorkomen van complicaties.

Wat geef je bij vaginale droogheid:

  • Medicijn:
    • - Oestrogeen crème
  • Bij mammacarcinoom:
    • Premenoduo, Replens, Hyalofemme, GYnofit à bevochtigings middel

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo