Samenvatting: (Eck) Nu Nederlands 3F Leerwerkboek Deel A B ( Online Jaarlicentie) | 9789001825690

Samenvatting: (Eck) Nu Nederlands 3F Leerwerkboek Deel A B (  Online Jaarlicentie) | 9789001825690 Afbeelding van boekomslag
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 90 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van (ECK) NU Nederlands 3F leerwerkboek deel a b ( online jaarlicentie) | 9789001825690

  • 1 Grammatica

  • 1.4 Werkwoorden

    Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is in deze zin het zelfstandige werkwoord?Dit moet u beschouwen als ons laatste bod.

    Dit moet u beschouwen als ons laatste bod.
  • Wat is in deze zin het hulpwerkwoord?Tijdens de presentatie werd de minister geïnterviewd door een medestudent.

    Tijdens de presentatie werd de minister geïnterviewd door een medestudent.
  • Wat is in deze zin het tegenwoordige deelwoord?Slapende honden kunnen beter niet worden gewekt.

    Slapende honden kunnen beter niet worden gewekt.
  • 2 Werkwoordspelling

  • 2.1 Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wanneer moet bij 'je' STAM+t en wanneer alleen STAM?

    Controleer 'je' : is het 'jij' of betekent het 'jouw' of 'jou'
    Vind je (=jij) dit leuk?
    Vindt je (=jouw) broer dit leuk?
    Mijn zus vindt (=jou) leuk.
  • 2.3 Voltooid en tegenwoordig deelwoord

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden maak je met de letters t x f k s ch en p ('t ex-fokschaap)

    - de letter voor -en in het hele werkwoord is t x f k s ch of p : ge+STAM+T
    -  de letter voor -en in het hele werkwoord is niet t x f k s ch of p : ge+STAM+D
  • 3 Overige spelling

  • 3.2 Aan elkaar of los, tussenklanken

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Eerste woord van een samenstelling alleen meervoud op -en

    Heeft het eerste woord van een samenstelling alleen meervoud op -en, schrijf dan een tussenklank met -en in de samenstelling: (kip, kippen dus=kippensoep) Bij meervoud op -en en op -s schrijf je een -e in de samenstelling: (hoogtes of hoogten dus=hoogtevrees) Uitzonderingen zijn: ruggespraak, zonneschijn, Koninginnedag.
    Schrijf ook -e als het eerste deel geen zelfstandig naamwoord is: rodekool, dwingeland.

    Je schrijft als tussenklank -s, als het eerste woord in andere samenstellingen ook -s krijgt: je schrijft personeelsbeleid, dus ook personeelschef.
  • 3.3 Hoofdletters

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Je schrijft geen hoofdletter bij:

    •  samenstellingen met kerkelijke feesten: kerstboom, paashaas.
    • windstreken: in het noorden
    • namen van seizoenen, maanden en dagen: lente, september, donderdag.
    • soortnamen: een hamburger
    • afgekorte titels: prof
    • formele aanduiding: u, uw
    • periodes: de middeleeuwen
    • geloven: katholiek, islam
    • titels, ambten, functies: doctor, burgemeester, minister 
    • schoolsoorten: mbo (maar we in eigennaam: MBO Westpoort)
  • 4 Stijl en formuleren

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
    Laat hier meer flashcards zien

  • 4.5 Beknopte bijzin, als of dan

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.5
    Laat hier meer flashcards zien

  • Er zijn drie soorten beknopte bijzinnen:

    1. Met een voltooid deelwoord: Thuis aangekomen ging Nino direct in bad.
    2. Met een onvoltooid deelwoord: Glimlachend nam Andrea de prijs in ontvangst.
    3. Met te +hele werkwoord: na te hebben getekend, overhandigde ik het contract.
  • 5 Syllabus

  • 5.1 Werkwoordspelling in een notendop

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Bij werkwoorden kijk je als allereerst van welke tijd er sprake is, welke tijden zijn er?

    • Tegenwoordige tijd 
    • Verleden tijd
    • Voltooide tijd
  • De regel voor 't ex-kofschip:

    a. Wat is de stam van het werkwoord?
    b. Eindigt de stam op een medeklinker die voorkomt in 't ex-kofschip?
    c. Ja: verleden tijd met -te en voltooide tijd met -t
    d. Nee: verleden tijd met -de en voltooide tijd met -d
LET OP!!! Er zijn slechts 90 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: (Eck) Nu Nederlands 3F Leerwerkboek Deel A B ( Online Jaarlicentie)