Samenvatting: Exercise Physiology: Nutrition, Energy And Human Performance (International Edition) | 9781451193831 | McArdle WD, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Exercise Physiology: Nutrition, Energy and Human Performance (International Edition) | 9781451193831 | McArdle WD, Katch FI, Katch VL

• 1 Carbohydrates, Lipids and proteins

  Dit is een preview. Er zijn 92 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke saccharides zijn simpele suikers en wat zijn de belangrijkste 4.

  Monosaccharides en disaccarides de belangrijkste zijn glucose, sucrose, lactose, maltose

• Wat is een polyssacharide een door welk proces ontstaat dit in het lichaam?

  Een polysaccharide bestaat uit 3 of meer glucose moleculen aan elkaar die door dehydratatie synthese zijn gevormd hierbij is water verloren en zijn er complexe koolhydraten ontstaat.

• Wat zijn disachariden? Wat zijn drie voorbeelden van disachariden?

  Een disacharide zijn 2-10 monosachariden moleculen. Sucrose, lactose en maltose zijn voorbeelden.

• Welke 2 soorten zetmeel zijn er en hoe verwerkt het lichaam deze?

   Je hebt amylose wat langzaam wordt afgebroken door het lichaam en amylopectine wat snel wordt afgebroken door het lichaam

• Wat zijn polysachariden? Wat is een voorbeeld van een plantaardig en dierlijke variant?

  Polysachariden zijn complexerekoolhydraatmoleculen. Een plantaardig voorbeeld is zetmeel en een dierlijk voorbeeld is glycogeen

• Wat doet een fiber en wat is het effect van de verschillende soorten fiber.

  Vezels zorgen voor een verminderde cholesterol gehalte in het lichaam door het verlagen van de LDL. Vooral de in water oplosbare vezels zijn effectief. De niet in water oplosbare vezels zorgen niet voor het verlagen van het cholesterol. Vezels zijn ook belangrijk in de darmen maar zorgen er wel voor dat de darmen niet alle mineralen kunnen opnemen.

• Welke vier rollen heeft koolhydraten met betrekking tot het lichaam?

  1. Energiebron
  2. Eiwit sparen: Voldoende inname van koolhydraten helpt om weefseleiwitten te behouden
  3. Metabole primer: Vetmetabolisme, zonder koolhydraten kan er ook geen vetverbranding plaatsvinden.
  4. Brandstof voor het centraal zenuwstelsel

• Het consumeren van simpele suikers en zetmeel heeft 3 gevolgen. En wat is het gevolg van te veel simpele suikers?

  1. Het zorgt voor een overproductie van insuline door de pancreas. 2 het verhoogt de plasma triglyceride concentraties. 3 het versnelt de synthese van vet. Bij overmatig gebruik kan diabetes type 2 ontstaan o dat de gevoeligheid van insuline op het lichaam vermindert en daardoor kan de insuline het bloed glucose concentratie niet behersen.

• Wat is glycogen hoe wordt het gemaakt en waar wordt het opgeslagen?

  Glycogen is een vorm van glucose wat kan worden opgeslagen in de lever en spieren. Glucose wordt in het proces van glycogenesis omgezet in glucogen door het enzym glycogen synthase. Glycogenolyse zorgt weer voor het omzetten naar glucose.

• Wat is het verband tussen de koolhydraatmetabolisme en fysieke inspanning?

  Hoe hoger de intensiteit van de inspanning, hoe hoger het koolhydraat doel wordt.