Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Gezondheid Hond & Kat

• 1 Terminologie en doelstelling

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de 2 typen diagnoses die een dierenarts kan geven?

  1. Een curatieve diagnose die genezend is
  2. De symptomatische diagnose die symptomen vaststelt maar geen oorzaak aanpakt

• Welke terminologieën zorgen ervoor dat er systematisch gewerkt kan worden bij het bespreken van een aandoening?

  Etiologie: Dit is de studie naar de oorzaak van de aandoening.
  Symptoom: De klachten veroorzaakt door de ziekte
  Pathogenese: Wijze van ontstaan en verloop van de ziekte
  Diagnose: De handeling om deoorzaak te vinden door verschillende onderzoeken.
  Differentiaaldiagnose: Systematische methode om symptomen te linken aan mogelijke aandoeningen
  Prognose: Voorspelling over het verdere verloop van de ziekte. Belangrijk om een keuze in behandeling te kunnen maken.
  Behandeling: Medische verzorging die probeert die ziekte te stoppen of te laten verdwijnen. Deze kan medicamenteus, chirurgisch, nutritioneel, fysiotherapeutisch of op nog meer manieren zijn.

• Welke geneesmiddelgroepen worden vaak gebruikt bij een behandeling.

  • Anti-inflammatoire farmace
    
  • Analgetica (pijnstillers)
  • Antipyretica (koortsremmers)
  • Anti parasitaire middelen (tegen parasieten)
  • Antimycotica (tegen schimmels)
  • Antibiotica (tegen bacteriën)
  • Hormonen, natuurlijk of synthetisch

• Binnen de stap etiologie, welke onderwerpen kunnen mogelijke oorzaken uitsluiten?

  Infectieus: organismen die lichaamsvreemd zijn
  Immunologisch: oorzaak te maken met afweersysteem of immuunsysteem
  Degeneratief: Die geleidelijk verminderen, snel of traag, van een lichaamsfunctie
  Aangeboren: Aangeboren aandoeningen dan wel erfelijk
  Toxisch: in contact gekomen met giftige stoffen
  Nutritioneel: oorzaak te maken met voeding

• 2 Algemene verzorging

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is Brachycephalic Obstructive (airwaiy) syndrome (BO(A)S)?

  Het fokken op extremen heeft negatieve gevolgen. Bij kortsnuitige rassen leidt het vaak tot obstructie van de luchtwegen en dus moeilijke ademhaling. Het is een erfelijke oorzaak vanwege het hevige kweken op een korte snuit. Door te weinig ruimte voor de neus trekt het dier bij het inademen een vacuum in de neus en keel waardoor deze steeds nauwer worden die uiteindelijk kan leiden tot een strottenhoofd collaps.

• Welke symptomen heeft het ziektebeeld van BO(A)S?

  • Vernauwde neusgaten
    
  • Dikke tongbasis
  • Te zachte en lang gehmelte
  • Nauwe luchtpijp
  • Uitpuilende laryngeale zakjes (zakjes van morgagni)

• Hoe kan je BO(A)S preventief en curatief behandelen?

  Door operatie: neusgaten chirurgisch vergroten en zacht gehemelte inkorten, alsook de larynxzakjes wegnemen.
  geen dier aanschaffen met overdreven raskenmerken en niet mee verder kweken.

• 2.1.2 Gebit en tanden

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de kenmerken van een carnivoren gebit?

  • Kleine snijtanden
    
  • zware haaktanden
  • kiezen met spitsen
  • PM4 (boven)  en M1 (onder) = scheurkiezen
  • Bovenkaak breder dan onderkaak --> Knip beweging

• Wat zijn de de signalen van een tandwissel en hoe gebeurt dit proces?

  De wortel lost op. Uiteindelijk valt resterend deel van melktand uit. Normaal is er geen wortel meer.
  

  • Meer speekselen
  • stinken uit mond
  • Buiten op vanalles
  • pijnlijk
  • veranderd gedrag
  • dunnere en onregelmatige ontlasting
  • staande oren hangen  

• Wat is de tandformule van de hond en de kat?

  Hond
  Melkgebit = 28 tanden
  3Id 1 Cd 3Pd
  3Id 1 Cd 3Pd
  Blijvend gebit = 42 tanden
  3I 1C 4P 2M
  3I 1C 4P 3M
  Kat  
  Melkgebit = 26 tanden
  3Id 1Cd 3Pd
  3Id 1Cd 2Pd
  Blijvend gebit = 32 tanden
  3I 1C 3P 2M
  3I 1C 2P 1M