Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Gezondheidsbevordering en zelfmanagement voor verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten | 9789035238275

• 1 Gezondheid, gezondheidsindicatoren en volksgezondheid

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 1.1 Visies op gezondheid

  Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat betekent monocausale verklaringswijze?A. dat het een eenzijdige verklaring is. Cliënt is niet gehoord over hoe hij de verpleegkundige diagnose vind.B. bij een monocausale verklaringswijze van ziekte heeft het ontstaan van ziekte slechts één oorzaak.C. dan kan het menselijk lichaam zich maar aanpassen aan één externe omstandigheid.D. er zijn meerdere omstandigheden waar het lichaam zich aan kan aanpassen.

  Antwoord B.
  Bij een monocausale verklaringswijze van ziekte heeft het ontstaan van ziekte slechts één oorzaak.

• Wat is de humane (multicausale) visie op gezondheid?A. de aanpassing van het menselijk lichaam aan externe omstandigheden.B. wanneer je sociale rollen in de maatschappij kunt vervullen binnen geldende waarden en normen.C. als hij zijn zelf gestelde doelen in het leven kan behalen en in zijn geestelijke behoeften kan voorzien.D. er is behalve aandacht voor lichamelijke factoren ook aandacht voor psychische en sociale aspecten van gezondheid.

  Antwoord D.
  Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 1948):
  'A state of complete physical, social and mental well-being and not merely the absence of disease or infirmity'.

• Wanneer is volgens de dynamische visie de mens als holistische eenheid gezond?A. de afwezigheid van ziekte of lichaamsgebrek.B. als hij zijn zelf gestelde doelen in het leven kan behalen en in zijn geestelijke behoeften kan voorzien.C. Als hij zijn sociale rollen in de maatschappij kan vervullen binnen de geldende waarden en normen.D. Wanneer hij in balans is met zowel zichzelf als zijn externe milieu.

  Antwoord D.
  Wanneer hij in balans is met zowel zichzelf als zijn externe milieu.
  Én door zijn aanpassingsvermogen en de regie te houden op zijn gezondheid.

• 1.2 ICF

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Waar staat ICF voor en wat is het?

  International classification of functioning, disability and health.
  Het is een classificatie van de gezondheid en gezondheid gerelateerde domeinen. De ICF geeft weer hoe mensen omgaan met hun gezondheid.

• 1.3 Gezondheidsindicatoren en volksgezondheid

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe beschrijft Huiben  zelfmanagement?

  Zelfmanagement is het individueel vermogen om goed om te gaan met symptomen, behandeling lichamelijke en sociale consequenties en leefstijlveranderingen die inherent zijn aan leven met een chronische aandoening,

• Wanneer is zelfmanagement effectief?

  De betrokkenheid bij zelfmanagement interventies van de patiënt, bepaald of zelfmanagement effectief is.

• Wat zijn de voorwaarden voor de  VPK  waarop ze het bevorderen van zelfmanagement patiëntgericht kan maken?

  1. De patiënt toont inzicht en kan eigen gezondheidstoestand monitoren
     
  2. Kan beslissingen nemen op basis van symptomen en signalen en leert omgaan met eigen gezondheidsproblemen door deze vaardigheden.
  3. Kan omgaan met de gevolgen van het gezondheidheidsprobleem, zodat hij zijn sociale rollen kan blijven vervullen.
  4. Hij volgt de gegeven gezondheidheids adviezen op.
  5. Kan leren omgaan met verpleegkundigen en andere zorgverleners.

• Wat zijn belangrijke voorwaarden voor een doeltreffende patientvoorlichting (tailloring) als VPK interventies?

  Patiënten informatie is doeltreffend als:
  

  1. VPK Op maat gemaakt en patiënt gerichte voorlichting geeft: gedragsdeterminanten, intentie en gedrag op de individuele patiënt 
  2. Individualisering  patiëntcoaching middels directe feedback en beloning
  3. Facilitaitie: de patiënt wordt in staat gesteld een leefstijl- en gedragsverandering eigen te maken
  4. Bieden van participatie  in de voorlichting,

• Wat zijn belemmeringen in de doeltreffendheid van informatie voorziening van de VPK   om deel te nemen aan zelfmanagement van de chronische zieke patiënt?

  • Slechte informatievoorziening, voorlichting timing niet passende voorlichting.
    
  • Onvoldoende ingegaan op de behoeften van de pte en/of ingegaan op de vragen van de pt.

• Welke aspecten hebben gunstig invloed op therapie trouw van de pt?

  • Het vereenvoudigen van de gezondheids- en leefadviezen
    
  • Het beperken van bijwerkingen of neveneffecten van de medicatie.
  • Het sociale ondersteunende netwerk