Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van gezonheidsbevorderaar

• 1 canmedsrol

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• De student kent de landelijke ontwikkelingen op het gebied van publieke gezondheid.

  Elke vier jaar wordt er een landelijke nota geschreven door verschillende partijen zoals VNG (vereniging van Nederlandse gemeenten), gemeenten en GGD en kennisinstituten om richting te geven aan hoe Nederland gezonder kan worden. In de nota worden de landelijke prioriteiten op het gebied van publieke gezondheid beschreven en wordt er richting gegeven aan het lokale gezondheidsbeleid van gemeenten.

• De student weet wat een cliëntsysteem is.

  
  De term cliëntsysteem omvat de mens als individu, maar kan ook worden beschreven als een groep mensen, bijv, gezin of behandelgroep.
  Samengevat bestaat het cliëntsysteem uit een kern waar energiebonnen en vitale delen gezamenlijk een basisstructuur vormen en wordt beschermd door de flexibele verdedigingslinie.

• De student beschrijft wat extrapersoonlijk is

  Is de omgeving van het cliëntensysteem, bijv. Woonomgeving, financiële situatie, mobiliteit.

• Student weet wat een gecreëerde omgeving is.

  Dat is wat de cliënt zelf doet om de interne en externe omgeving te beïnvloeden. Het doel is om zich extra te beschermen tegen stressoren waar de cliënt moeilijk mee om kan gaan. Een voorbeeld streven naar perfectie in het werk, vanwege faalangst.

• Wat is de anamnese van Marjory Gordon.

  
  Anamnese aan de hand van de elf gezondheidspatronen
  
  De elf patronen van Gordon zijn.
  1.Gezondheidsbeleving en instandhouding.
  2.Voeding/stofwisseling
  3.Uitscheidingspatroon
  4.Activiteiten
  5.Slaap/rust
  6. Cognitie
  7. Zelfbeleving
  8.Rollen/relaties
  9.stressverwerking
  10. Waarden/ geloofsovertuiging

• De student weet wat een verpleegkundig classificatie systeem is

  
  De Nanda bestaat uit dertien domeinen, waarmee problemen worden beschreven, gebaseerd op de gezondheidspatronen van Gordon.
  -Gezondheidsbevordering
  -Voeding
  -Uitscheiding/uitwisseling
  -activiteiten/rust
  -Waarneming/cognitie
  -zelfperceptie
  -Rollen en relaties
  -Seksualiteit
  -Coping en stresstolerantie
  -Levensprincipes.
  
  -Veilig en bescherming
  -Welbevinden
  -Groei en ontwikkeling

• De student weet wat de NIC inhoudt

  
  Nursing intervention classification elke interventie die een verpleegkundige uitvoert ten behoeve van een patiënt.
  
  de classificatie bevat zeven domeinen
  1. Elementair fysiologische functies
  2. Complex fysiologische functies
  3. Gedrag
  4. Veiligheid
  5. Gezin en familie
  6. Gezondheidszorgstelsel
  7. Samenleving
  
  De NIC bestaat uit 542 interventies.

• De student weet wat de NOC inhoudt

  
  Nursing outcomes classification, dit is een classificatie van zorgresultaten.
  
  Zorgverleners kunnen de toestand van cliënt evalueren en de voortgang volgen.
  
  Zeven domeinen
  1. Functionele gezondheid
  2. Fysiologische gezondheid
  3. Psychosociale gezondheid
  4. Gezondheids kennis en gedrag.
  
  5. Gezondheidsbeleving.
  6. Gezondheid van familie en gezin.
  
  7. Maatschappelijke gezondheidszorg.
  
  
  Beschrijft het zorgresultaat.

• De student kan uitleggen wat het ASE model inhoudt.

  Het ASE-model staat voor Attitude, Social influence en Self-Efficacy. Attitude verwijst naar hoe iemand denkt en voelt over een bepaald gedrag. Social influence heeft te maken met de invloed van anderen op ons gedrag. Self-Efficacy gaat over het geloof in onze eigen vaardigheden om een bepaald gedrag uit te voeren. Samen helpen deze factoren verklaren hoe gedrag tot stand komt en veranderd kan worden.

• De student kan uitleggen wat klinisch redeneren inhoudt.

  
  Stappen klinisch redeneren
  1. Oriëntatie informatie verzamelen.
  
  2. Risico-inschatting: twee zaken van belang, preventie en factoren die het proces positief of negatief kunnen beïnvloeden
  3. Vroegsignalering (erger voorkomen) kennis is het meest relevante.
  4.Probleemherkenning Problemen worden in beeld gebracht, hulpmiddel zakboek verpleegkundige diagnosen.
  5. De interventie wordt gepland en uitgevoerd in deze fasé
  
  6. Monitoren volgen en bewaken van de patiënt.
  
  7. Evalueren en vooruit kijken.