Samenvatting: Kennistoets Januari

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 70 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Kennistoets januari

  • 1 Sociaal functioneren van gemeenschappen en inclusie

  • 1.1 Kan kapitalen herkennen en benoemen in casussen

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Sociaal kapitaal door Pierre Bourdieu

    Sociaal kapitaal is:



    • Vooral gebaseerd op microniveau (individueel)
    • het bezit van individuen
    • is de som van bestaande of potentiële hulpbronnen die voortvloeien uit een duurzaam netwerk
    • bestaat uit informele netwerken en formele netwerken
    • relaties die individuen kunnen behouden en de hulpbronnen die hieruit voortkomen
    • moet je onderhouden en erin investeren
    • zorgt voor wederkerigheid tussen individuen
    • hoe meer sociaal kapitaal, hoe meer connecties heb je waardoor je beter je doelen zal bereiken
  • Omschrijving sociaal kapitaal door Robert Putnam

    Deze benadering:
    • is meer gericht op macroniveau
    • beschrijft sociaal kapitaal als kenmerken van sociale organisaties (zoals: netwerken, normen, morele verplichtingen en sociaal vertrouwen) die de samenwerking makkelijker maakt en wederzijds voordeel is. 
    • is volgens Putnam een eigenschap van collectiviteit
    • Putnam onderscheid bonding social capital en bridging social kapitaal, waarmee de verschillende effecten van de netwerken worden aangegeven. 
  • Wat zijn de vijf verschillende soorten kapitaal?

    • Economisch kapitaal
      - Financiën en eigendommen
      - van jezelf EN van je familie en netwerk
      - = bepaalt je sociaaleconomische status
    • Cultureel kapitaal
      - vaardigheden
             - goede opleiding
             - kennis over films, kunst, literatuur - geeft
               aanzien en acceptatie en meer sociaal kapitaal
    • Sociaal kapitaal 
      - Alle bestaande of potentiële hulpbronnen die uit netwerken/relaties komen - helpt om doelen te bereiken.
    • Symbolisch kapitaal
              - status, erkenning en waardering hebben
              - door een indrukwekkende achternaam, prijzen 
                gewonnen hebben, merkkleding, dure school, 
                dure auto
              - wordt ook gebruikt om macht uit te oefenen
    • Linguïstisch kapitaal
              vloeiend de taal beheersen en zich goed kunnen 
              uitdrukken 
  • 1.2 Kan uitleggen op welke wijze apitalen - bindend, overbruggend en linkeng - een bijdrage leveren aan het vergroten van inclusie binnen een bepaalde gemeenschap

    Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat betekent veld (Champs) bij Bourdieu?

    Bourdieu deelt de sociale ruimte op in sociale domeinenvelden die elkaar overlappen, en waarin mensen strijden om middelen en macht. Om de machtsstrijd te winnen wordt kapitaal ingezet. 
    Voorbeelden van velden:
    Politiek
    , arbeidsmarkt, kunst, onderwijs, wetenschap, zorg, media, etc.
    Het veld is een gestructureerde ruimte van posities met eigen regels, eigen gezagsvormen en eigen kapitaal. 
  • Wat betekent subveld bij Bourdieu?

    Een veld dat weer onderverdeeld is in lokale politiek, landelijk politiek, basisscholen, etc.
  • Wat betekent machtsmeerdere en machtsmindere?

    Machtsmeerdere
    hebben baat bij het inzetten van macht, status en kapitaal. Zij bepalen de regels.

    Machtsmindere moeten deze nog zien te verwerven
  • 1.3 Kan uitleggen welke in- en uitsluitingsmechanismen van invloed zijn op het sociaal functioneren van gemeenschappen

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Noem 5 maatschappelijke structuren van de samenleving, die ervoor kunnen zorgen dat mensen achterop raken (Jean Pierre Wilken en Dirk den Hollander)

    1 Economische verklaring
    Scholing, werk en inkomen zijn ongelijk verdeeld in de samenleving
    2 Ecologische verklaring
    Minder gunstige ontwikkelingen in het wonen en leven bijvoorbeeld huisvestingsmogelijkheden
    3 Institutionele verklaring
    Mensen kunnen benadeelt worden door maatschappelijke instituties, die achterstanden versterken. (Sociale zekerheid, collectieve stelsels van verzekeringenm wonenm inkomen rechten en hulp).
    4 Culturele verklaring
    Door in culturen verankerde tradities, mythen normen, regels en omgangsvormen.
    "Wie een baan heeft, telt me." "Wie zorgt voor zijn gezin, is een tweederangsburger."
    5 Moderniteitsverklaring
    Er is in het moderne leven meer mogelijkheid voor zelfontplooiing. Maar mensen moeten nu ook over van alles persoonlijke beslissingen nemen(relatie, baan, kinderen, geloof, etc.).
  • Welke 5 clusters van variabelen zijn van invloed op inclusie en exclusie (volgens Simplican)?

    1 Sociaal politieke variabelen (wet- en regelgeving, beleid van overheid en gemeente)
    2 Gemeenschapsvariabelen (mate van stigmatisering toegankelijkheid van openbare voorzieningen, sportverenigingen en buurthuizen)
    3 Organisatievariabelen (organisatie van instituties, werkdruk, bureaucratie, hoogte van uitkeringen)
    4 Interpersoonlijke variabelen (omvang en kwaliteit van sociaal netwerk)
    5 Individuele variabelen (zelfbeeld, aard van de beperking, gedrag)
  • 1.4 Kan uitleggen hoe insluitings- en uitsluitingsmechanismen van invloed zijn op gemeenschappen

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Op welke 7 identiteitsaspecten kunnen mensen elkaar uitsluiten?

    1. Sekse en gender
    2. Generatie en levensfase
    3. Etniciteit
    4. Ziekte, gezondheid, talenten en handicaps
    5. Seksuele oriëntatie
    6. religie en levensbeschouwing
    7. Sociale klasse en professionele sociale socialisatie
  • Welke aspecten worden in de cirkel van uitsluiting genoemd?

    • Seksisme 
    • Leeftijdsdiscriminatie
    • Racisme
    • Uitsluiting op grond van validiteit (handicap)
    • Hetereoseksisme (alles behalve heteroseksualiteit is fout)
    • Discriminatie op grond van religie of levensovertuiging
    • Discriminatie op grond van klasse en/of beroep
LET OP!!! Er zijn slechts 70 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart