Leerpad H
25 belangrijke vragen over Leerpad H
"impulsoverdracht in synaps" Wat is synaps? Benoem de onderdelen.
- Zenuwvezel
- Cel waar de impuls op overgedragen wordt
- synaptisch blaasje
- presynaptische membraan
- Neurotransmitter
- synapsspleet
- membraankanaaltje
- afbraak van de neurotransmitter waardoor het membraankanaaltje weer dichtgaat
Fysiologische indeling. Indeling op basis van de functie. Waar wordt de zenuwstelsel in verdeeld?
- Besturing 5 vegetatieve stelsels
- Inwendige motoriek van organen en klieren
- Functie: het samenwerken van 5 vegetatieve stelsels
- Doel: homeostase van inwendig milieu rond cellen
- Regulatie verloopt: onbewust, -willekeurig, buiten wil om
- Effectoren (uitvoerders) zijn:
- gladde spiercellen
- hartspiercellen
- klieren
- Animaal zenuwstelsel (willekeurig zenuwstelsel):
- Besturing van de 2 animale stelsels
- Uitwendig motoriek
- Functie: samenwerken van de 2 animale stelsels
- Doel: zorgt voor interactie tussen jezelf en buitenwereld
- Regulatie verloopt:bewust, willekeurig, invloed van de wil
- Effectoren (uitvoerders) zijn:
- de dwarsgestreepte spieren (armspieren, beenspieren, gezichtsspieren)
Hoeveel delen bestaat het vegetatieve zenuwstelsel en leg uit?
- Sympathisch zenuwstelsel= organisme actiever. Actie
- Parasympathisch= organisme passiever. Rust (remmen/ herstellen)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Zenuwweefsel bestaat uit twee hoofdtypen cellen: noem deze op.
- Neuronen
- Functie: impulsgeleiding
- Neuroglia
- Functie: verzorgen en ondersteunen van de neuronen
- Zonder gliacellen kunnen neuronen niet goed functioneren
Witte stof en grijze stof(bestaat uit, functie CZS, PZS)?
Definitie prikkel (functionele anatomie en celniveau)?
- In de functionele anatomie-> verandering in het inwendig of uitwendige milieu van een organisme waardoor een reactie optreedt.
- Op celniv.-> kortstondige verandering in inwendig milieu rond cel, waardoor elektrische eigenschappen van celmembraan kortdurend veranderen.
Hoe is het verloop van rustpotentiaal naar actiepotentiaal?
- Prikkeling van het celmembraan: verandert de permeabiliteit van de celmembraan.
- Membraankanaaltjes laten nu Na+-ionen in grote hoeveelheden binnen in het neuron= natriuminflux
- Depolarisatie: het membraan wordt steeds positiever totdat het een waarde van +30 mV bereikt-> wat het actiepotentiaal is.
- Tussen geprikkelde membraanstukje en niet-geprikkelde membraanstukje ontstaat er een klein stroomstootje of impuls.
- Nadien ontstaat repolarisatie(herstel van rustpotentiaal) doordat K+-ionen neuron uitstromen= Kaliumefflux.
Waar bestaan de hersenen, tussen hersenen en hersenstam uit?
- grote hersenen
- kleine hersenen
- tussenhersenen
- hersenstam
- thalamus (2)
- hypothalamus (3)
- hypofyse (4)
- middenhersenen (5)
- pons of brug (6)
- verlengde merg of medulla
- oblongata (8)
Hoe is de inwendige bouw van de grote hersenen?
- Buitenkant: Cortex (hersenschor)
- grijze stof door vele cellichamen.
- grijs= veel zenuwcellichamen (zonder myeline)
- Binnenkant: Medulla (hersenmerg)
- witte stof vanwege de axonen die een myelineschede hebben
Wat hoort er bij de M1, M2 en bij het pijltje te staan.
M2: secundaire motorische schors
pijl: sulcus centralis
Wat is de functie van motorische schorsgebieden?
- Sturen van spieren
- De motorische schors stuurt de dwarsgestreepte skeletspieren aan.
- Dit hoort bij de willekeurige (animale) beweging — dus dingen die jij bewust aanstuurt, zoals lopen of je hand opsteken
- De motorische schors stuurt de dwarsgestreepte skeletspieren aan.
Wat is het verschil tussen primaire en secundaire motorische schors?
- Primaire motorische schors:
- stuurt direct signalen naar de spieren
- elke spier heeft een eigen plek op deze schors
- Dit noemen we de motorische homunculus: een soort “mannetje” op de hersenen dat laat zien hoeveel hersenruimte een lichaamsdeel krijgt (bijv. handen en gezicht hebben veel ruimte).
- Secundaire motorische schors:
- regelt gecompliceerde bewegingen
- Bijv. het leren van een dans of piano spelen
Wat is S1 en S2?
S2: secundaire sensorische schors
Wat zijn de functies van de sensorische schorsgebieden?
Welke soorten en welke 2 fasen heeft geheugen?
- kortetermijngeheugen
- langetermijngeheugen
- Sensorisch geheugen
- Dit gaat over zintuigen zoals geur, geluid of beeld.
- Dit gaat over zintuigen zoals geur, geluid of beeld.
- Dit geheugen ligt vooral in het limbische systeem (dat ook emoties regelt).
- Dit geheugen ligt vooral in het limbische systeem (dat ook emoties regelt).
- Motorisch geheugen
- Dit is je ‘beweeggeheugen’ voor aangeleerde bewegingen.
- Bijvoorbeeld: lopen, fietsen, schrijven, tandenpoetsen.
- Je hoeft er niet meer bij na te denken – je lichaam “weet” het automatisch.
- Dit is je ‘beweeggeheugen’ voor aangeleerde bewegingen.
Benoem de pijlen (boven links beginnen) de nervus trigeminus (drielingzenuw) N.V
- N.ophtalmicus (1. Ast(tak) des N.trigeminus; Augenast(oogtak)
- N.trigeminus
- Ganglion des N.trigeminus/ Ganglion van Gasser
- N.maxillaris (2. Ast des N.trigeminus; Oberkieferast (bovenkaaktak)
- N. Mandibularis (3. Ast des N.trigeminus; Unterkieferst (Onderkaaktak)
Wat is de N.V en welke afferent en efferente functies heeft het?
- Afferent (sensorisch):
- De N. V zorgt voor de gevoelssensaties in het gezicht, de mond, de tanden en de tong (pijn, temperatuur, druk en tast).
- Efferente (motorisch):
- De N. V stuurt de kauwspieren aan, waardoor je kunt kauwen.
Welke hersenzenuw zijn de N.I, N.V, N.VII, N.IX en N.X?
- N.I nervus olfactorius:
- Reuk
- N.V trigeminus (drielingzenuw):
- Gevoel van aangezicht, schedel, mondholte en tong
- Motoriek van de kauwspieren
- N.VII (facialis):
- Smaak van voorste 2/3 tong
- motoriek van de aangezichtsspieren
- productie van speeksel door sublingualis en submandibularis en traanvocht (parasympatische motorische vezels)
- N.IX (glossopharyngeus):
- smaak van achterste 1/3 tong
- gevoel van achterste van de tong
- gevoel van de keelholte
- afferente informatie over bloeddruk en pH vanuit aortawand en halsslagaders
- motoriek van de keelwand en strottenhoofd
- productie van speeksel door parotis
- N.X (vagus):
- gevoel van strottenhoofd, luchtwegen, longen, middenrif en maagdarmkanaal
- motoriek van zacht gehemelte, keelholte en stembanden
- motoriek van organen
Hoeveel paar ruggenmergzenuwen zijn er? Welke functies heeft de ruggenmergzenuw
- 31 paar ruggenmergzenuwen
- Gemengd-> motorische en sensibele zenuwvezels
- Elke ruggenmergzenuw vervoert sensibele informatie van specifiek huidsegment (dermatoom) naar het ruggenmerg
- Elke ruggenmergzenuw vervoert motorische informatie vanuit het ruggenmerg naar een specifiek spiersegment (myotoom)
- Cervicale zenuwen (nek/hals) C
- Thoracale zenuwen (borstkast) T
- Lumbale zenuwen (buikgebied) L
- Sacrale zenuwen (bekkengebied) S
- 1 coccygeale zenuw (bij staartbeen) Co1
Wat is een onvoorwaardelijke en voorwaardelijke reflexen?
- zijn er vanaf de geboorte
- ontstaat door een leerproces
- herhaalde oefening ontstaat reactie op een bepaalde prikkel. Die prikkel veroorzaakte voor de oefening deze reactie niet.
- synoniem: geconditioneerde reflex
Wat zijn de functies v/h sympatische zenuwstelsel?
- Is actief als lichaam arbeid moet verrichten. Het brengt het lichaam in een staat van paraatheid.
- Hogere activiteit gaat gepaard met meer energie-verbruik. Er moet meer O2-rijk en energierijk bloed naar skeletspieren gebracht worden
- De waakzaamheid verhoogt
ook wordt het vecht-vluchtsysteem genoemd (fight or flight system)
Wat zijn de effecten van het sympatisch zenuwstelsel?
- meer energiegebruik
- stimulatie van hartactiviteit en ademhaling
- stijging van de bloeddruk
- stijging van de bloedsuikerspiegel
- afgifte van adrenaline door het bijniermerg
- bloedvatvernauwing in de spijsverteringsorganen
- bloedvatverwijding in de skeletspieren
- verhoogde spierspanning
- verwijding van de pupillen
- toename zweetproductie
Wat zijn de effecten van het parasympatisch zenuwstelsel?
- Minder energieverbruik
- ontspanning van spieren
- langzamere hartslag en ademhaling
- bloedvatvernauwing in skeletspieren
- bloedvatverwijding in spijsverteringsorganen
- stimulering van de spijsverteringsorganen
- opslag van reservevoedsel
Beschrijf de drie hersenvliezen (meninges) in de juiste volgorde van buiten naar binnen. Benoem ook de nummer
- Dura mater/harde vlies – Het buitenste, 5
- Arachnoidea mater/spinnenwebvlies – Het middelste vlies, 6
- Pia mater/zachte- of vaatvlies – Het binnenste vlies, 9
Beantwoord de volgende vragen:
Geef een synoniem voor hersenvochtDoor welke cellen wordt hersenvocht gemaakt?Waar is het afkomstig van?Wat zijn de 4 belangrijke functies?
- Liquor
- ependymcellen
- uit het bloed
- Functies:
- voorziet hersencellen zuurstof en voedingsstoffen
- afvoer afvalstoffen
- zorgt voor constante inwendige druk
- bescherming tegen schokken
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden















