Leerpad H

25 belangrijke vragen over Leerpad H

"impulsoverdracht in synaps" Wat is synaps? Benoem de onderdelen.

= overdrachtsplaats van de impuls.
  1. Zenuwvezel
  2. Cel waar de impuls op overgedragen wordt
  3. synaptisch blaasje
  4. presynaptische membraan
  5. Neurotransmitter
  6. synapsspleet
  7. membraankanaaltje
  8. afbraak van de neurotransmitter waardoor het membraankanaaltje weer dichtgaat
- natrium influx

Fysiologische indeling. Indeling op basis van de functie. Waar wordt de zenuwstelsel in verdeeld?

- Vegetatief zenuwstelsel (autonoom/onwikkelkeurig zenuwstelsel):
  • Besturing 5 vegetatieve stelsels
  • Inwendige motoriek van organen en klieren
  • Functie: het samenwerken van 5 vegetatieve stelsels
  • Doel: homeostase van inwendig milieu rond cellen
  • Regulatie verloopt: onbewust, -willekeurig, buiten wil om
  • Effectoren (uitvoerders) zijn:
    1. gladde spiercellen
    2. hartspiercellen
    3. klieren

- Animaal zenuwstelsel (willekeurig zenuwstelsel):
  • Besturing van de 2 animale stelsels
  • Uitwendig motoriek
  • Functie: samenwerken van de 2 animale stelsels
  • Doel: zorgt voor interactie tussen jezelf en buitenwereld
  • Regulatie verloopt:bewust, willekeurig, invloed van de wil
  • Effectoren (uitvoerders) zijn:
    1. de dwarsgestreepte spieren (armspieren, beenspieren, gezichtsspieren)

Hoeveel delen bestaat het vegetatieve zenuwstelsel en leg uit?

  1. Sympathisch zenuwstelsel= organisme actiever. Actie
  2. Parasympathisch= organisme passiever. Rust (remmen/ herstellen)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Zenuwweefsel bestaat uit twee hoofdtypen cellen: noem deze op.

  1. Neuronen
    • Functie: impulsgeleiding
  2. Neuroglia
    • Functie: verzorgen en ondersteunen van de neuronen
- Er zijn ong. evenveel gliacellen als neuronen
- Zonder gliacellen kunnen neuronen niet goed functioneren

Witte stof en grijze stof(bestaat uit, functie CZS, PZS)?

Antwoord foto

Definitie prikkel (functionele anatomie en celniveau)?

  • In de functionele anatomie-> verandering in het inwendig of uitwendige milieu van een organisme waardoor een reactie optreedt.
  • Op celniv.-> kortstondige verandering in inwendig milieu rond cel, waardoor elektrische eigenschappen van celmembraan kortdurend veranderen.

Hoe is het verloop van rustpotentiaal naar actiepotentiaal?

  1. Prikkeling van het celmembraan: verandert de permeabiliteit van de celmembraan.
  2. Membraankanaaltjes laten nu Na+-ionen in grote hoeveelheden binnen in het neuron= natriuminflux
  3. Depolarisatie: het membraan wordt steeds positiever totdat het een waarde van +30 mV bereikt-> wat het actiepotentiaal is.
  4. Tussen geprikkelde membraanstukje en niet-geprikkelde membraanstukje ontstaat er een klein stroomstootje of impuls.
  5. Nadien ontstaat repolarisatie(herstel van rustpotentiaal) doordat K+-ionen neuron uitstromen= Kaliumefflux.

Waar bestaan de hersenen, tussen hersenen en hersenstam uit?

De hersenen bestaan uit:
  1. grote hersenen
  2. kleine hersenen
  3. tussenhersenen
  4. hersenstam
Tussen hersenen:
  1. thalamus (2)
  2. hypothalamus (3)
  3. hypofyse (4)
Hersenstam:
  1. middenhersenen (5)
  2. pons of brug (6)
  3. verlengde merg of medulla
  4. oblongata (8)

Hoe is de inwendige bouw van de grote hersenen?

  1. Buitenkant: Cortex (hersenschor)
    • grijze stof door vele cellichamen.
    • grijs= veel zenuwcellichamen (zonder myeline)
  2. Binnenkant: Medulla (hersenmerg)
    • witte stof vanwege de axonen die een myelineschede hebben

Wat hoort er bij de M1, M2 en bij het pijltje te staan.

M1: primaire motorische schors
M2: secundaire motorische schors
pijl: sulcus centralis

Wat is de functie van motorische schorsgebieden?

  • Sturen van spieren
    • De motorische schors stuurt de dwarsgestreepte skeletspieren aan.
    • Dit hoort bij de willekeurige (animale) beweging — dus dingen die jij bewust aanstuurt, zoals lopen of je hand opsteken

Wat is het verschil tussen primaire en secundaire motorische schors?

  • Primaire motorische schors:
    • stuurt direct signalen naar de spieren
    • elke spier heeft een eigen plek op deze schors
    • Dit noemen we de motorische homunculus: een soort “mannetje” op de hersenen dat laat zien hoeveel hersenruimte een lichaamsdeel krijgt (bijv. handen en gezicht hebben veel ruimte).
  • Secundaire motorische schors:
    • regelt gecompliceerde bewegingen
    • Bijv. het leren van een dans of piano spelen

Wat is S1 en S2?

S1: primaire sensorische schors
S2: secundaire sensorische schors

Wat zijn de functies van de sensorische schorsgebieden?

Antwoord

Welke soorten en welke 2 fasen heeft geheugen?

Het geheugen heeft 2 fasen:
  1. kortetermijngeheugen
  2. langetermijngeheugen
Er zijn ook verschillende soorten geheugen:
  • Sensorisch geheugen
    • Dit gaat over zintuigen zoals geur, geluid of beeld.
    • Dit geheugen ligt vooral in het limbische systeem (dat ook emoties regelt).
  • Motorisch geheugen
    • Dit is je ‘beweeggeheugen’ voor aangeleerde bewegingen.
    • Bijvoorbeeld: lopen, fietsen, schrijven, tandenpoetsen.
    • Je hoeft er niet meer bij na te denken – je lichaam “weet” het automatisch.

Benoem de pijlen (boven links beginnen) de nervus trigeminus (drielingzenuw) N.V

  1. N.ophtalmicus (1. Ast(tak) des N.trigeminus; Augenast(oogtak)
  2. N.trigeminus
  3. Ganglion des N.trigeminus/ Ganglion van Gasser
  4. N.maxillaris (2. Ast des N.trigeminus; Oberkieferast (bovenkaaktak)
  5. N. Mandibularis (3. Ast des N.trigeminus; Unterkieferst (Onderkaaktak)

Wat is de N.V en welke afferent en efferente functies heeft het?

= Nervus Trigeminus
  • Afferent (sensorisch):
    • De N. V zorgt voor de gevoelssensaties in het gezicht, de mond, de tanden en de tong (pijn, temperatuur, druk en tast).
  • Efferente (motorisch):
    • De N. V stuurt de kauwspieren aan, waardoor je kunt kauwen.

Welke hersenzenuw zijn de N.I, N.V, N.VII, N.IX en N.X?

  • N.I nervus olfactorius:
    • Reuk
  • N.V trigeminus (drielingzenuw):
    • Gevoel van aangezicht, schedel, mondholte en tong
    • Motoriek van de kauwspieren
  • N.VII (facialis):
    • Smaak van voorste 2/3 tong
    • motoriek van de aangezichtsspieren
    • productie van speeksel door sublingualis en submandibularis en traanvocht (parasympatische motorische vezels)
  • N.IX (glossopharyngeus):
    • smaak van achterste 1/3 tong
    • gevoel van achterste van de tong
    • gevoel van de keelholte
    • afferente informatie over bloeddruk en pH vanuit aortawand en halsslagaders
    • motoriek van de keelwand en strottenhoofd
    • productie van speeksel door parotis
  • N.X (vagus):
    • gevoel van strottenhoofd, luchtwegen, longen, middenrif en maagdarmkanaal
    • motoriek van zacht gehemelte, keelholte en stembanden
    • motoriek van organen

Hoeveel paar ruggenmergzenuwen zijn er? Welke functies heeft de ruggenmergzenuw

  • 31 paar ruggenmergzenuwen
  • Gemengd-> motorische en sensibele zenuwvezels
  • Elke ruggenmergzenuw vervoert sensibele informatie van specifiek huidsegment (dermatoom) naar het ruggenmerg
  • Elke ruggenmergzenuw vervoert motorische informatie vanuit het ruggenmerg naar een specifiek spiersegment (myotoom)
    • Cervicale zenuwen (nek/hals) C
    • Thoracale zenuwen (borstkast) T
    • Lumbale zenuwen (buikgebied) L
    • Sacrale zenuwen (bekkengebied) S
    • 1 coccygeale zenuw (bij staartbeen) Co1

Wat is een onvoorwaardelijke en voorwaardelijke reflexen?

Onvoorwaardelijke reflex:
  • zijn er vanaf de geboorte
voorwaardelijke reflex:
  • ontstaat door een leerproces
  • herhaalde oefening ontstaat reactie op een bepaalde prikkel. Die prikkel veroorzaakte voor de oefening deze reactie niet.
  • synoniem: geconditioneerde reflex

Wat zijn de functies v/h sympatische zenuwstelsel?

  1. Is actief als lichaam arbeid moet verrichten. Het brengt het lichaam in een staat van paraatheid.
  2. Hogere activiteit gaat gepaard met meer energie-verbruik. Er moet meer O2-rijk en energierijk bloed naar skeletspieren gebracht worden
  3. De waakzaamheid verhoogt


ook wordt het vecht-vluchtsysteem genoemd (fight or flight system)

Wat zijn de effecten van het sympatisch zenuwstelsel?

  • meer energiegebruik
  • stimulatie van hartactiviteit en ademhaling
  • stijging van de bloeddruk
  • stijging van de bloedsuikerspiegel
  • afgifte van adrenaline door het bijniermerg
  • bloedvatvernauwing in de spijsverteringsorganen
  • bloedvatverwijding in de skeletspieren
  • verhoogde spierspanning
  • verwijding van de pupillen
  • toename zweetproductie

Wat zijn de effecten van het parasympatisch zenuwstelsel?

  • Minder energieverbruik
  • ontspanning van spieren
  • langzamere hartslag en ademhaling
  • bloedvatvernauwing in skeletspieren
  • bloedvatverwijding in spijsverteringsorganen
  • stimulering van de spijsverteringsorganen
  • opslag van reservevoedsel

Beschrijf de drie hersenvliezen (meninges) in de juiste volgorde van buiten naar binnen. Benoem ook de nummer

  1. Dura mater/harde vlies – Het buitenste, 5
  2. Arachnoidea mater/spinnenwebvlies – Het middelste vlies, 6
  3. Pia mater/zachte- of vaatvlies – Het binnenste vlies, 9

Beantwoord de volgende vragen:
Geef een synoniem voor hersenvochtDoor welke cellen wordt hersenvocht gemaakt?Waar is het afkomstig van?Wat zijn de 4 belangrijke functies?

  1. Liquor
  2. ependymcellen
  3. uit het bloed
  4. Functies:
    1. voorziet hersencellen zuurstof en voedingsstoffen
    2. afvoer afvalstoffen
    3. zorgt voor constante inwendige druk
    4. bescherming tegen schokken

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo