Samenvatting: Natuurvoedingsadviseur | Civas

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Natuurvoedingsadviseur | Civas

• 1 Natuurwetenschap, anatomie en fysiologie

  Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn lichaamseigen stoffen?

  Stoffen die van nature in je lichaam aanwezig zijn en helpen het organisme gezond te blijven.

• 1.1 Inleiding in de natuurwetenschap

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wanneer spreek je over een absoluut tekort aan micronutrienten

  Als je zo weinig binnen krijgt dat het een gebreksziekte veroorzaakt. Bijvoorbeeld scheurbuik (vitamine c)

• Wanneer spreek je over een relatief tekort aan nutriënten?

  Als je minder micronutrienten binnenkrijgt dan je nodig hebt om gezond te zijn.

• 1.1.1 Levensverschijnselen

  Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Voor wie is de opleiding NVA bestemd?

  Voor mensen die cliënten en zichzelf willen leren hoe door middel van  juiste natuurlijke voeding een goede gezondheid kan worden verkregen en in stand kan worden gehouden

• leerdoelen: na afronding opleiding

  Inzicht in voedings en leefpatronen van cliënten.
  Verantwoorde adviezen inz gezondheidsaspecten van natuurvoeding
  individuele en preventieve NVrichtlijnen optellen voor cliënten  
  gerichte NVadviezen geven bij gezondheidsklachten
  Professionele en ethische verantwoorde praktijk als NVA te voeren.

• Welke soorten zijn er voor een levende stof (organisme)

  1. Dierlijke organismen (zoals bijv. mens)
  2. Plantaardig organismen

• Welke soorten aantal cellen organisme zijn er?

  Eencellige
  Meercellige

• Wat is het verschil tussen microben en macroben

  Microben zijn alleen te zien onder de microscoop en hebben geen organen en orgaanstelsels.
  Macroben daar is de cel de kleinste eenheid en gelijksoortige cellen vormen weefsel (bijv. spierweefsel) Weefsel vormt weer organen zoals het hart.

• Wat zijn de bouwstenen van alle dode stoffen en zijn de kleinst mogelijke deeltjes?

  Atomen

• Wat zijn klein-moleculaire stoffen ofwel elementen?

  Moleculen die bestaan uit dezelfde atomen. Als de atomen uit elkaar vallen, verandert de stof niet. Wel kunnen ze een onderdeel vormen van een andere stof (groot-moleculaire stof).