Samenvatting Algemene Economie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Samenvatting Algemene economie

  • 1 Algemene economie en bedrijfsomgeving

  • 1.1 Economisch handelen en algemene economie

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is schaarste en waarom is dit het sleutelwoord van welvaart?

    Schaarste is de spanning tussen de oneindige wens van mensen en de beperkte middelen. Hierdoor kunnen we dus niet al onze behoeftes bevredigen. Dit heeft dus te maken met welvaart omdat welvaart het beschikken over goederen en diensten voor de bevrediging van behoeften is.
  • Uit welke 3 categorieën bestaat economisch handelen en waar streven deze naar?

    1. Consument: maximale individuele welvaart 
    2. Producent: maximale winst
    3. Overheid: maximale maatschappelijke welvaart
  • Op welke niveaus kan je economisch handelen in een land bestuderen?

    • Micro-economie: één apart gezin of een bedrijf
    • Meso-economie: een groep bedrijven of gezinnen (bepaalde markt/bedrijfstak)
    • Macro-economie: een geheel land 
    • Monetair: geld en de rol van banken in de economie
    • Internationale economische betrekkingen (IEB) bestudeerd buitenlandse handel van landen, internationale kapitaalstromen en monetaire betrekkingen tussen landen. 
  • 1.2 Bedrijfsomgeving

  • Waarom is de kennis van de externe bedrijfsomgeving belangrijk voor de onderneming, organisatie, overheid of individu?

    Je kan dan inspelen op kansen en bedreigingen vanuit de externe omgeving.
  • Uit welke 3 dingen bestaat de bedrijfsomgeving?

    1. De directe omgeving ( 5 krachten, leverancier, klanten concurrentie)
    2. De indirecte omgeving (vakbonden, overheid, publieke opinie)
    3. De macro-omgeving (rente, inflatie, conjunctuur, loonkosten)
  • Wanneer neemt het consumenten vertrouwen af?

    Bij een recessie of crisis. Dit zag je bijvoorbeeld in Griekenland, mensen haalden geld van de bank en gaven niks meer uit.
  • 1.3 Absolute en relatieve gegevens

  • Wat is het verschil tussen absolute en relatieve gegevens?

    Absolute gegevens zijn nummers, getallen of bijvoorbeeld hoeveelheden. Relatieve gegevens zijn procentuele veranderingen.
  • Wat is het verschil tussen nominale en reële stijging?

    • Nominale stijging is de waardestijging van een variabele, stijging tussen getallen
    • Reële stijging is de gelijk aan de nominale stijging maar dan moet je daar nog prijsstijgingen bij op tellen of vanaf trekken.
  • Wat is de formule van totale loonsom (absoluut en relatief)

    Absoluut: BBP= Av x Ap 
    Relatief: ∆BBP = ∆Av + ∆AP
  • 2 Produceren

  • 2.1 Welvaart en welzijn

    Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Hoe meet je de welvaart in een land en hoe wordt dit weergegeven?

    Dit doe je door middel van het bruto binnenlands product (BBP). Dit zijn alle producten en diensten die binnen de landgrenzen geproduceerd worden. Hiervan kijken we alleen naar de toegevoegde waarde. Het BBP wordt weergegeven in euro's.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart