Celbiologie en transport

10 belangrijke vragen over Celbiologie en transport

Benoem de onderdelen die prokaryoten en eukaryoten beiden hebben.


  • Erfelijk materiaal: DNA
  • Plasmamembraan / celmembraan
  • Cytoplasma: ruimte binnen celmembraan
  • Cytosol: vloeistof in de cel
  • Ribosomen celstructuren die een rol spelen in eiwitsynthese (‘eiwitfabriekjes’)

Leg het endomembraansysteem - endoplasmatisch reticilium uit.


  • Netwerk van membranen (ca. de helft van alle membranen in een cel).
  • Membraan zorgt voor scheiding van interne
  • compartiment met externe omgeving. – ER lumen
  • Rechtstreeks verboden met nucleaire envelop

Waarom hebben plantencellen ten opzichte van een dierlijke cel wel een celwand? En welke type celwanden zijn er?


  • Dient voor bescherming van de planten cel, behouden van vorm en regulatie water opname.
  • Primaire celwand, middenlamel en secundaire celwand.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat hebben dierlijke cellen i.p.v. Een celwand?

ECM

Leg het ECM van een dierlijke cel uit.


Dierlijke cellen géén celwand maar een extracellulaire matrix (ECM)
• Bestaat uit glycoproteïnen: collageen, proteoglycanen en fibronectine
• ECM gekoppeld aan integrines om zo signalen door te geven
• Integrines binden aan eiwitten die aan microfilamenten in het cytoplasma zitten

Wat zijn plasmodestama in een plantencel?


  • Plasmodesmata of plasmabruggetjes zijn kanaaltjes die door de celwand gaan. De openingen in de celwand, waar
  • plasmodesmata doorheen gaan noemen we stippels.
  • Door plasmodesmata kan water en kleine opgeloste stoffen (soms eiwitten en RNA) van de ene cel naar de andere cel

Wat is passief transport en welke soorten horen hierin?


  • Passief transport kost geen energie.
  • Transport met de concentratie gradiënt mee.
  • Binnen passief transport horen:

– Diffusie (transport om evenwicht te verkrijgen)
– Osmose (diffusie door transport van water)
– Gefaciliteerde diffusie

Welke soorten moleculen kunnen vrij door het celmembraan diffunderen, en geef van elk type een voorbeeld?

  • Apolair/hydrofobe moleculen:
  • (zoals koolwaterstoffen, vetzuurstaarten, zuurstof):
    Voorbeelden: benzeen, ethanol, steroïde hormonen, O₂, N₂
  • Kleine polaire/hydrofiele ongeladen moleculen:
    Voorbeelden: water (sneller via aquaporines), CO₂, ammoniak, ureum
  • Wat is gefaciliteerde diffusie?

    • Diffusie van deeltjes die anders niet gemakkelijk (of heel
    • langzaam) door het membraan gaan.
    • Membraan eiwitten faciliteren het transport.

    Wat doet de ionenpomp in de cel?


    Ionenpompen (carrier eiwitten) die door transporteren van ionen over het
    membraan de membraanpotentiaal in stand houden
    • Dierlijke cel: Na+, K+ pomp (3 Na+ eruit en 2 K+ erin)
    • Planten, fungi, bacteriën: H+ pomp (H+ eruit)

    De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

    • Een unieke studie- en oefentool
    • Nooit meer iets twee keer studeren
    • Haal de cijfers waar je op hoopt
    • 100% zeker alles onthouden
    Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
    Trustpilot-logo