Samenvatting: Vraagstukken Latere Levensfase

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Vraagstukken Latere levensfase

• 1 Thema 1: Een nieuwe fase, wat is anders

• 1.1.2 HC Ouderengeneeskunde in de praktijk: chirurgische oncogeriatrie

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat betekent de age gap (bij kanker)

  Incidentie stijgt met leeftijd
  Leeftijd doet ertoe
  Kans op overleving lager bij hogere leeftijd

• Wat is conditional relative survival

  Kans om nog aantal jaren te 'overleven', gegeven het feit dat persoon al vast aantal jaren heeft overleefd sinds diagnose

• Hoe verschilt relative survival t.o.v. Conditional relative survival (bij bijvoorbeeld kanker)

  Leeftijd maakt veel meer uit bij relative survival dan conditional relative survival (zie afbeelding). (eerste jaar is cruciaal in dit geval)
  

• Wat is comorbiditeit bij ouderen en hoe beïnvloedt het de gezondheidsuitkomsten

  Onafhankelijke prognostische factor
  
  Invloed op behandelkeuzes en vaak hogere postoperatieve mortaliteit

• Wat toont conditional relative survival aan bij ouderen

  Dat lagere overleving bij ouderen voornamelijk te wijten is aan vroege mortaliteit in eerste jaar na diagnose en niet aan leeftijd zelf

• 1.1.3 HC Veranderde farmacokinetiek en dynamiek op oudere leeftijd

  Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe verschilt geneesmiddelengebruik bij ouderen vergeleken met het gemiddelde

  Boven 75 jaar 3x zo hoog als gemiddelde

• Geef het percentage polyfarmaceutische patiënten (apotheekbezoekers, > 65 jaar en > 75 jaar)

  Apotheekbezoekers: 13%
  > 65 jaar: 25% 
  > 75 jaar: 45%

• Noem risicofactoren voor problemen bij geneesmiddelengebruik van patiënten boven de 65 (8)

  Polyfarmacie
  Mogelijke geneesmiddelinteracties
  Therapietrouw
  Langdurig gebruik geneesmiddelen bij chronische aandoeningen (> 3 maanden)
  Complexe werkingsmechanismen
  Stijging aantal geregistreerde geneesmiddelen
  Toenemend aantal zorgverleners
  Vergrijzing

• Geef aan hoe de volgende zaken voor problemen en veranderingen zorgen van de farmacotherapie bij ouderen: orgaanfunctie, chronische aandoeningen, comorbiditeit, therapietrouw

  Orgaanfuncties veranderen -> veranderde farmacokinetiek en dynamiek
  Chronische aandoeningen -> langdurig gebruik middelen
  Comorbiditeit -> polyfarmacie -> interacties, bijwerkingen
  Therapietrouw -> verminderd door bijv. Slecht zien, immobilisatie, dementie, verminderde cognitie

• Door welke zaken verandert de farmacokinetiek bij ouderen + wanneer is dit van belang

  Vooral belangrijk bij middelen met kleine therapeutische window.
  
  Veranderingen in:
  Absorptie
  First-pass effect (valt onder absorptie)
  Distributie
  Metabolisme
  Excretie