Samenvatting: 1.c.3

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van 1.C.3

• 1 Week 1

• 1.1 HC.1 Het centrale zenuwstelsel en endocriene organen

  Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke 'criene' werkingen zijn er?

  • Endocrien
    
  • Paracrien
  • Autocrien

• Uit welke 2 systemen bestaat de hypofyse?

  Hypofysevoorkwab: endocrien
  

  • kleine neuronen geven hormonen af in bloed --> hypofysesteel --> hypofysevoorkwab
  • TSH, ACTH, FSH, LH, GH etc.

  
  Hypofyseachterkwab: neuronaal
  

  • grote neuronen met uitlopers naar de voorkwab --> geven neurotransmitters op de plek zelf af
  • oxytocine en ADH

• Welke soort cellen zitten in de hypofysevoorkwab? Wat produceren deze cellen?

  • Somatotroop --> GH
    
  • Lactotroop --> PRL
  • Corticotroop --> ACTH
  • Thyrotroop --> TSH
  • Gonadotroop --> LH, FSH

• Hoe zier hypothalamus-hypofyse- schildklier as eruit?

  Zie dia

• Hoe gaat de aansturing van de melkafgifte?

  • Zoogprikkelbaby --> stimulatie neuronen in de hypofyse --> prolactine wordt gevormd
    
  • Dopamine wordt onderdrukt

  
  

• Welk hypothalamus hormonen grijpen in op functie van de hypofyse?

  Zie dia

• Wat is de rol van de bindende eiwitten bij de bepaling van hormoonspiegels?

  • Zorgt voor voorraad hormonen in bloed
    
  • zorgt ervoor dat hormonen niet gelijk worden afgebroken
  • De vrije fractie hormoon wordt getracht zo stabiel mogelijk te houden, Gebonden fractie kan variëren 
    
  • door bijv medicijngebruik kan de gebonden fractie variëren 

• 1.2 HC.2 Werkingsmechanisme van ACTH en cortisol

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke embryonale afkomt geeft de medulla en bijnierschors?

  • Bijnierschors
    
  • Mesodermale oorsprong
  • Medulla
  • neuronale oorsprong

• 1.3 HC.3 Hoe werken G-eiwitten gekoppelde receptoren?

  Dit is een preview. Er zijn 24 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de eigenschappen van ACTH en TSH?

  TSH
  

  • Geproduceerd in de hypofysevoorkwab
  • Bestaat uit alfa- en betasubunit
  • Bindt aan de TSH-receptor

  
  
  ACTH
  

  • Geproduceerd uit de hypofysevoorkwab
  • Wordt geproduceerd uit pro-hormoon POMC --> wordt gekliefd tot ACTH

  
  
  zie evt slim voor meer details

• Hoe worden GPCR's geclassificeerd?

  Familie 1
  

  • 1a: Kleine hormonen/ionen --> minder binding met N-terminale deel, meer in de pocket van de 7 transmembraaneiwitten
  • 1b: Peptide hormonen klein --> bindt aan kleine N-terminale deel + extracellulaire loops
  • 1c: Groot eiwit --> bindt aan groot N-terminale deel 

  
  Familie 2
  

  • PTH of GnRH maken gebruik van deze GPCR

  
  Familie 3
  

  • Receptoren die calcium binden