Samenvatting: Begrippen: Steden En Burgers In De Lage Landen 1050-1700

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Begrippen: steden en burgers in de lage landen 1050-1700

  • 1 Steden en burgers in de Lage Landen

  • 1.1 begrippenlijst

    Dit is een preview. Er zijn 101 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Habsburgse rijk / Habsburgers / erflanden

    Karel V werd niet alleen heer van de Nederlanden, maar ook koning van Spanje, heer van de Habsburgse erflanden (Oostenrijk en delen van Italië) en keizer van het Duitse rijk. Als Habsburgse vorst stond Karel V aan het hoofd van het Habsburgse rijk, dat ook Midden-Amerika en grote delen van Zuid-Amerika omvatte. Bij de troonafstand van Karel V (1555) werd het Habsburgse rijk gesplitst in een Oostenrijks en een Spaans deel (waartoe de Nederlanden hoorden). Filips II werd vorst van het Spaanse deel.
  • Verenigde Oostindische Compagnie (VOC)

    In 1602 opgerichte handelsonderneming die van de Staten-Generaal een monopolie (alleenrecht) kreeg op de handel ten oosten van Kaap de Goede Hoop en soevereine rechten (bestuurlijke bevoegdheden) in die gebieden.
  • 1.2 portrettengalerij

    Dit is een preview. Er zijn 21 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Filips de Goede, hertog van Bourgondië

    (1396-1467)
    Volgde in 1419 zijn vader op als hertog van Bourgondië. Erfde de graafschappen Vlaanderen en Artesië, en later ook Brabant, Limburg en Luxemburg. Kocht het graafschap Namen. Verwierf na een oorlog tegen de Hollandse gravin Jacoba van Beieren de graafschappen Holland, Zeeland en Henegouwen (1433). Zo werd Filips de Goede de heer van driekwart van het gebied dat later de Nederlanden zou vormen.
  • Frederik Hendrik van Oranje

    (1584-1647)
    Nam met broer Maurits, stadhouder, deel aan veldtochten tegen de Spanjaarden. Werd zelf stadhouder na de dood van Maurits (1625). Veroverde een reeks steden en werd 'Stedendwinger' genoemd. Voegde delen van Brabant, Vlaanderen, Limburg en de Generaliteitslanden toe aan de Republiek.
  • 1.3.2 Opkomst van Vlaanderen en Brabant in de Late Middeleeuwen

    Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Waardoor wordt Atrecht het startpunt van stedelijke dynamiek?

    • Door de hoge landbouwproductiviteit en de schapenhouderij in de regio veroverde die stad een centrale plaats in de lakennijverheid.
    • Lakenhandelaren vonden als eerste in de Lage Landen aansluiting op een handelsnetwerk dat zich via jaarmarkten in Frankrijk uitstrekte tot de Italiaanse stadstaten.
    • Rijke kooplieden versterkten hun positie door zich te organiseren in koopliedengilden. Ook door leningen te verstrekken aan edellieden kregen ze het stadsbestuur in handen.
    • Ondernemers in de lakennijverheid belegden hun kapitaal (winsten) in de vorm van leningen aan de graaf van Vlaanderen en aan stadsbesturen van Gent, Brussel en Leuven.
  • Waardoor wordt Atrecht overvleugeld door Vlaamse steden als Brugge?

    Brugge werd als zuidelijkste Hanze stad het centrum van de handel tussen Zuid- en Noord-Europa. De handelaren uit Brugge vonden via de Noordzee aansluiting op de handel met steden van de Hanze, terwijl ze ook nauwe betrekkingen onderhielden met gebieden in Spanje en Italië.
  • Waardoor ontstonden spanningen tussen de patriciërs en het gemeen in de steden?

    Er ontstonden steeds meer spanningen over bestuur en over werkomstandigheden en de beloning ervan:
    • Alleen de patriciërs, ongeveer 10% van de stedelijke bevolking, maakten deel uit van het stadsbestuur, terwijl de ambachtslieden (verenigd in gilden) en de ambachtsmeesters ongeveer 40% van de stedelijke bevolking vormden.
    • De rest van de bevolking had geen vast inkomen, deed het zwaarste werk en was niet georganiseerd. Onder hen was de onvrede vooral groot in tijden van economische tegenslag, omdat zij dan niet in staat waren te betalen voor de meest elementaire levensbehoeften. Velen die geen werk vonden, kwamen van honger om.
  • Welke historische betekenis kreeg de Guldensporenslag in de strijd tussen ambachtslieden en boeren aan de ene kant en patriciërs en feodale heren aan de andere kant?

    De Vlamingen wonnen tot verbazing en ontsteltenis van de Fransen. Het graafschap Vlaanderen werd niet bij Frankrijk gevoegd, maar bleef onafhankelijk. Voor Vlaanderen en voor het latere België was deze uitslag van groot historisch belang. Maar ook voor de Europese geschiedenis was deze slag van uitzonderlijke betekenis (zie rubriek over de Guldensporenslag).
  • Waaruit bleek dat Vlaanderen en Brabant het economisch zwaartepunt van de Nederlandse gewesten vormden?

    • Deze gewesten waren sterk verstedelijkt. Tegen het einde van de 15e eeuw leefde er al 40% van de bevolking in steden.
    • Vlaamse handelssteden zoals Brugge, Gent en Ieper, maakten deel uit van een internationaal handelsnetwerk dat het Oostzeegebied, Italië, Frankrijk en Engeland omvatte.
    • De Brabantse havenstad Antwerpen groeide uit tot het grootste handelscentrum van West-Europa.
    • Brabant was veruit het grootste gewest: het strekte zich uit van Den Bosch tot Brussel.
    • In de periode 1540-1548 betaalden Vlaanderen en Brabant samen 62% van de belastingen die de zeventien gewesten opbrachten. Holland betaalde 13% en Friesland en Overijssel minder dan 1%.
  • De steden in dat netwerk hadden elk een eigen positie. Geef dat aan voor Antwerpen, Brugge en Amsterdam.

    • Antwerpen had een goede verbinding met het Europese achter- land en was toegankelijk voor de nieuwe, grotere zeeschepen. 
    • In Brugge combineerden handelaren de principes van de wisselbrief en de bank tot de eerste koopmansbeurs. 
    • Het noordelijke Amsterdam was een gespecialiseerde voorhaven voor de graanhandel met het Oostzeegebied.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart