Wet op de omzetbelasting 1968 (wet ob 1968) - Belastbare prestaties - Levering van goederen
12 belangrijke vragen over Wet op de omzetbelasting 1968 (wet ob 1968) - Belastbare prestaties - Levering van goederen
Volgens artikel 3 Wet OB 1968 zijn leveringen: Noem er 6 op
- A. De overdracht van goederen ingevolge een overeenkomst
- B. De afgifte van goederen ingevolge een overeenkomst van huurkoop
- C. De oplevering van onroerende zaken door de vervaardiger
- D. De rechtsovergang van goederen tegen betaling van een vergoeding op grond van een vordering door of namens de overheid.
- E. De rechtsovergang van goederen die het onderwerp uitmaken van een overeenkomst tot het aanbrengen van die goederen aan een ander goed
- F. Het beschikken over goederen voor andere dan bedrijfsdoeleinden, ten gevolge waarvan ze het bedrijfsvermogen verlaten
Het gaat steeds om " goederen". Dit begrip is ook ruim. Hoe staat " goederen" omschreven in de Wet OB 1968?
Afgifte van goederen ingevolge een overeenkomst van huurkoop: Waarom heeft de wetgever bepaald dat onder de leveringen is begrepen de afgifte van goederen?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Leasing toont veel overeenkomsten met huurkoop. Waarin zijn leasetransacties te onderscheiden?
- Financial lease
- Operational lease
Hoe wordt Financial lease behandeld voor de omzetbelasting?
Hoe wordt Operational lease behandeld voor de omzetbelasting?
Als nieuwe onroerende zaken door de vervaardiger worden opgeleverd is dit een levering is de zin van de Wet OB 1968 op het moment van oplevering van de onroerende zaak. Waarom is dat zo door de wetgever geregeld?
Ad d. Rechtsovergang van goederen tegen betaling van een vergoeding op grond van een vordering door of namens de overheid:
Ad e. Rechtsovergang van goederen die het onderwerp uitmaken van een overeenkomst tot het aanbrengen van die goederen aan een ander goed:
Ad f. Beschikking over goederen voor andere dan bedrijfsdoeleinden, ten gevolge waarvan ze het bedrijfsvermogen verlaten:
Wat is het verschil in verbruik en gebruik van goederen voor privedoeleinden?
Het tijdstip is bepalend voor het tarief van de omzetbelasting. De verschillende tijdstippen van levering zijn in tabel 5.10 uiteengezet. Noem het op:
Ad A Het moment van overdracht van
de goederen
Ad B Het moment van afgifte van
de goederen
Ad C Het moment van feitelijke oplevering
na het gereedkomen
Ad D Het moment van overgang naar
de overheid
Ad E Het moment van aanbrengen aan
een ander goed
Ad F Het moment waarop de goederen
het bedrijfsvermogen verlaten
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden