Wet op de omzetbelasting 1968 (wet ob 1968) - Maatstaf van heffing - Maatstaf van heffing bij leveringen en diensten
5 belangrijke vragen over Wet op de omzetbelasting 1968 (wet ob 1968) - Maatstaf van heffing - Maatstaf van heffing bij leveringen en diensten
Bij leveringen en diensten wordt de omzetbelasting berekend over de vergoeding. Wat valt in dit geval onder " de vergoeding"?
- Het totale bedrag excl. Btw dat voor de levering van de goederen of dienst in rekening wordt gebracht.
- Als het niet uit geldsom bestaat, dan is " de vergoeding" de totale waarde van de tegenprestatie.
- Als er meer wordt voldaan dan wat in rekening is gebracht behoort ook het meerdere tot de vergoeding.
Wat wilt het term " het totale bedrag' in de Wet OB 1968 zeggen?
Op de bijkomende kosten is hetzelfde tarief van toepassing als op de levering of dienst waarop ze betrekking hebben. Noem voorbeelden van bijkomende kosten?
- Verpakkingskosten
- De meterhuur en het vastrecht bij de levering van water, gas en elektriciteit.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Op grond van de Wet OB 1968 behoren sommige bedragen niet tot de vergoeding. In feite moet het in rekening gebrachte bedrag met deze bedragen worden verminderd, voordat de belasting wordt berekend. Bedragen die niet tot de vergoeding behoren zijn:
- Korting voor contante betaling
- Doorlopende kosten
Ad 2. Doorlopende posten. De bedragen die de ondernemer in naam en voor rekening van degene aan wie de prestatie wordt verricht, uitgeeft en aan hem weer in rekening brengt, behoren niet tot de vergoeding. Voorbeeld hiervan zijn:
- Griffiekosten
- Deurwaarderskosten
- Faillissementskosten
- Leges (bij aanvraag rijbewijs)
- Invoerrechten, accijnzen, heffingen
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden