Samenvatting: Diepgaande Antwoorden Evaluatievragen (3)

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Diepgaande Antwoorden Evaluatievragen (3)

• 1 1 Hoe ondersteunt de zelfdeterminatietheorie van Ryan & Deci

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke theorie beschrijft de variaties in motivatie die worden ervaren door studenten?

  De zelfdeterminatietheorie (ZDT) van Ryan en Deci (2000) beschrijft dit.
  

  • Motivatie is een continuüm.
  • Variaties zijn:

  1. Amotivatie
  

  1. Extrinsieke motivatie
  2. Intrinsieke motivatie

• Hoe beïnvloeden autonomie-ondersteunende doceerstijlen de motivatie van studenten?

  Autonomie-ondersteunende doceerstijlen hebben de volgende effecten:
  

  • Bevorderen intrinsieke motivatie
  • Bevorderen de internalisatie van extrinsieke motivatie
  • Verhogen betrokkenheid van studenten
  • Verbeteren academische prestaties

• 2 2 Op welke manier draagt het academisch integratiemodel van

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat geeft het model van Tinto (1975) aan als cruciaal voor het succes van studenten?

  Academische en sociale integratie zijn essentieel voor succesvolle studentresultaten.
  

  • Ondersteunt retentie
  • Bevat verbondenheid met instelling
  • Geregelde interactie met docenten en peers

• Wat benadrukt het model van Tinto over de onderwijsomgeving?

  Een ondersteunende onderwijsomgeving is van groot belang.
  

  • Studenten moeten zich verbonden voelen
  • Betrokkenheid bij docenten en medestudenten
  • Stimuleert deelname en interactie

• Welke doceerstijlen dragen bij aan academische integratie volgens het onderzoek?

  Autonomie-ondersteunende doceerstijlen zijn aan te raden.
  

  • Mogelijkheden om vragen te stellen
  • Stimuleren studentenparticipatie
  • Verhogen studiesucces

• Hoe kan interactie met docenten en peers bijdragen aan studentresultaten?

  Interactie bevordert deelname en engagement van studenten.
  

  • Verhoogt academische integratie
  • Versterkt sociale verbondenheid
  • Draagt bij aan het studiesucces

• 3 3 Hoe verklaart de theorie van Bourdieu (1986) de invloed van sociaal-economische status op studiesucces?

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de kenmerken van studenten met een hogere sociaal-economische status (SES)?

  Studenten met een hogere SES hebben doorgaans:
  

  1. Meer cultureel kapitaal
  2. Betere voorbereiding op academische uitdagingen
  3. Opleidingsniveau van de moeder als significante voorspeller van studiesucces

• Wat houdt het concept van cultureel kapitaal in volgens Bourdieu (1986)?

  Dit begrip omvat verschillende elementen:
  

  1. Kennis
  2. Vaardigheden
  3. Houding
  4. Opleiding

  Deze aspecten worden verkregen uit de sociale omgeving.

• Welke rol speelt sociaal-economische status in studiesucces?

  Hogere sociaal-economische status brengt voordelen met zich mee:
  

  1. Meer cultureel kapitaal
  2. Betere voorbereiding op academische uitdagingen
  3. Opleidingsniveau van de moeder is een significante voorspeller
  4. Reproduceert ongelijkheden in onderwijssysteem

• 4 4 Welke theoretische verklaring kan worden gegeven voor de

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe beïnvloedt het opleidingsniveau van de moeder het studiesucces van studenten?

  Het opleidingsniveau van de moeder heeft invloed door:
  

  1. Positieve effecten op cultureel en sociaal kapitaal.
  2. Verhoogde betrokkenheid bij educatieve ondersteuning.
  3. Betere academische ondersteuning en advies over studiegedrag.