Samenvatting: Een Leven Lang Gezond

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Een leven lang gezond

• Taak 10: Opleidingsniveau en gezondheid

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 07/10/2020
  Laat hier meer flashcards zien

• Welk effect heeft opleidingsniveau op gezondheid, welke factoren spelen daarbij een rol?

  - Fysieke omgevingsfactoren ( Minder makkelijk toegang tot gezonde voorzieningen ondanks toegenome welvaart en sociaal vangnet)
  - Sociale omgevingsfactoren ( Meer psychosociale stress door alleenstaande en financiële problemen.)
  - Gedragsfactoren ( Lager opgeleiden lijken vaker te roken en hebben een ongezonder voedingsgedrag).

• Welke twee perspectieven zijn er op het gebied van gezondheidsvaardigheden?

  Klinisch (medisch) perspectief: individueel, het kunnen interpreteren van medische informatie bijvoorbeeld een bijsluiter.
  Volksgezondheidsperspectief: het kunnen uitoefenen van controle op de eigen gezondheid en op persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren die daarop van invloed kunnen zijn.

• Welke factoren buiten gezondheidsvaardigheden hebben een effect op de betere gezondheid van een hoog opleidingsniveau?

  - Materiele factoren: Gebrek aan basisgoederen en financiele middelen kunnen zorgen voor een negatieve invloed op de gezondheid. Bijvoorbeeld als dat het aanschaffen van een koelkast onmogelijk maakt. Ook negatieve huisvesting speelt hier een rol in.
  
  
  -  Psychologische factoren: Een slecht zelfbeeld, weinig sociale support, slecht sociaal netwerk en weinig gevoel van controle kan zorgen voor een slechte gezondheidssituatie. Stress is hier een oorzaak en een gevolg van. 

• Wat zijn de consequenties van slechte gezondheidsvaardigheden?

  1. Vaker voorkomen van ziekte en grotere sterftekans op jongere leeftijd.
  2. Minder kennis van hun lichaam en over gezondheid en ziekte.
  3. Minder goed uit voeten met voorschriften.
  4. Minder gezonde leefstijl en weinig deelname aan preventie- en screeningprogramma's
  5. Vaker dan nodig vragen om medische hulp. Leidt tot onnodige zorgkosten.
  6. Door schaamte minder actief in gesprek met een medisch specialist.
  7. Minder goed in staat om zelfmanagementtaken uit te voeren. ( innemen van medicijnen.

• Taak 11: Gezond ouder worden

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 13/10/2020
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke twee verouderingsprocessen zijn er?

  Primary aging: normale verouderingsprocessen
  Secundary aging: versnelde veroudering, ten gevolge van ziektes, stress en trauma's

• Wanneer ben je gezond/ succesvol oud?

  • Succesvol oud aan de hand van de drie belangrijkste componenten: Lage kans op ziekte en ziekte- gerelateerde handicap, hoge cognitieve en fysieke functionele capaciteit en actieve betrokkenheid in het leven.

  
  

  •  Succesvol oud worden is als een succesvolle aanpassing van het individu aan veranderingen gedurende het ouder worden.

• Taak 12: Oost west, thuis best

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15/10/2020
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is Aging in Place?

  
  
  Thuis blijven wonen in de gemeenschap, met een zekere mate van onafhankelijkheid. Ook als steeds kwetsbaarder en chronisch ziek worden.
  
  Niet alleen de fysieke plaats van verblijf, maar de plek waar de sociale identiteit en levensgeschiedenis behouden kan blijven.De term 'place' heeft meerdere dimensies die met elkaar samenhangen.
  
  

  • Fysieke dimensie: thuis of buurt.
  • Sociale dimensie: relaties met mensen en waarop individuen verbonden blijven.
  • Emotionele en psychologische dimensie: gevoel ergens bij te horen en gehechtheid.
  • Culturele dimensie: waarden van ouderen, overtuigingen, etniciteit en symbolische betekenissen. 

• Waarom is zo lang mogelijk thuis wonen belangrijk?

  Uit onderzoek van het NIVEL blijkt dat het overgrote deel van de ouderen thuis wil blijven wonen. Zelfredzaamheid speelt hier een grote rol in.
  
  Perspectief vanuit de ouderen:
  

  • Het geeft controle over hun leven en zo kunnen zij hun identiteit behouden. Met betrekking op sociale relaties, veranderingen in dagelijkse routines en levensstijlen en achterlating van persoonlijke bezittingen.

  
  

  • Verliezen van onafhankelijkheid kan resulteren in emotionele stress, depressie, eenzaamheid, aanpassingsproblemen en functionele achteruitgang en verzwakking van welzijn.

  
  
  Perspectief vanuit beleidsmakers:
  

  • Institutionele zorg is duurder dan het verlenen van zorg in de gemeenschap, bij ouderen thuis.

• Wat is het beleid voor ouderen?

  Het beleid in Nederland is samen te vatten in 3 punten:
  

  •  Eenzaamheid signaleren en doorbreken.

  
  

  •  Zorgen dat mensen met goede zorg en ondersteuning langer thuis kunnen wonen. (door zorg en ondersteuning thuis te verbeteren, de mantelzorger beter te ondersteunen en verbeteren van woonvoorzieningen en leefomgeving)

  
  

  • De kwaliteit van de verpleeghuiszorg verbeteren.

• Wat is het huidige demografische landschap in Nederland?

  Dubbele vergrijzing, massaal leeftijd van 65 bereiken, levensverwachting neemt toe. Sterke stijging zorgkosten.