Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Gezondheidspromotie: deel sociale geneeskunde

• 1 inleiding in de epidemiologie

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 1.1.1 preventie

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat betekend preventie? Wat is profylaxie?

  Preventie = voorkomen, verhindering van iets ongewenst. Het niet gewenste is er nog niet
  Profylaxie:  een behandeling toepassen uit voorzorg

• 1.1.3 criteria van Wilson en Junger

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het belang van de criteria van Wilson en Junger bij het opzetten van een screeningsprogramma in een bevolkingsgroep?

  Het is belangrijk om na te gaan of het de moeite loont om voor deze ziekte of aandoening een screeningsprogramma uit te zetten. Hierdoor is deze schaal ontstaan, vooraleer er een screeningsprogramma zal gemaakt mogen worden op grote schaal zal het 10 vooropgestelde eisen moeten voldoen.

• 1.1.4 mogelijke nadelen van screening

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke neveneffecten kunnen er ontstaan voor de patiënt?

  • Angst voor OZ/ uitslag
    
  • indruk wekken dat men gezond kan blijven door zich regelmatig te laten testen --> verlies stuk autonomie
  • fixatie op somatische aspecten van gezondheid (elke klacht is start van ziekte)
  • nog meer medicalisering
  • negatieve psychologische beleving
  • wanneer enkel fatale diagnose vervroegd word en men de levensprognose nt kan verbeteren
  • limitatie van onderzoeksmethode, vals positieve en vals negatieve resultaten
  • nevenwerkingen van medicatie en diagnostische procedures

• Nevenwerkingen voor huisarts/ gezondheidsmedewerker

  • Tijdsdruk
    
  • twijfels over wetenschappelijke onderbouw
  • gewetenskwestie
  • onwennigheid

• 1.1.6.2 sterfte

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.6.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is oorzaak specifieke mortaliteit?

  Geeft het aantal personen dat tijdens een bepaalde periode in bepaalde populatie overlijdt aan de gegeven ziekte.

• Wat is leeftijd-specifieke mortaliteit?

  Het aantal sterfgevallen in een bepaalde leeftijdscategorie.

• 1.1.7 testeigenschappen

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.7
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat wilt het zeggen als iemand vals positief is?

  De test geeft aan dat de persoon ziek is maar eigenlijk is dit niet zo.

• Wat is de sensitiviteit van een test en hoe bereken je dit?

  De sensitiviteit van een test is hoeveel procent van de zieke personen terecht positief zijn. Hoe hoger de sensitiviteit hoe beter de test!
  berekening: A/(A+C) x 100 = ....%  terecht positieven personen

• Wat is de specificiteit van een test en hoe bereken je dit?

  De specificiteit van een test is hoeveel procent van de niet)zieke mensen er terecht negatief zijn.
  Hoe hoger de specificiteit, hoe beter de test gezonde mensen als gezond aanwijst.
  Berekening: D/ (B+D)x100 = ...% terecht negatieve personen

• 2 infectiepreventie

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• 2.1.1 strijd tegen de infecties door eeuwen heen

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de grote mijlpalen in de strijd tegen infecties?

  1. Hygiëne en goede voedingsgewoonten
     
  2. antibiotica
  3. vaccinatie