Samenvatting: Handboek Jaarrekening 2015 | 9789013130867

Samenvatting: Handboek Jaarrekening 2015 | 9789013130867 Afbeelding van boekomslag
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 20 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Handboek jaarrekening 2015 | 9789013130867

  • 6 Immateriële vaste activa (excl. goodwill)

  • 6.1 Algemeen

  • Aan welke essentiële aspecten moet een actief voldoen om aangemerkt te worden als immaterieel vast actief?

    1. Beschikkingsmacht
    2. Toekomstige economische voordelen
    3. Identificeerbaar
    4. Van niet-monetaire aard
    5. Geen fysieke gedaante
  • Wat is het verschil tussen IFRS en Dutch GAAP m.b.t. het activeren van oprichtingskosten en uitgifte van eigen-vermogens instrumenten?

    De Nederlandse wet staat toe om deze kosten te behandelen als immateriële vaste activa. De RJ acht dit niet wenselijk en de IFRS kent een verbod op het activeren van oprichtingskosten. Kosten verbonden aan een emissie of verwerving van aandelen dienen onder IFRS direct ten laste van het eigen vermogen te worden gebracht. De RJ beveelt dit aan.
  • 6.2 Activering

  • Wanner is het verplicht om een immaterieel vast actief te activeren op de balans?

    Een immaterieel vast actief dient in de balans te worden opgenomen, maar uitsluitend wanneer:
    1. het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen  die een actief in zich bergt, zullen toekomen aan de rechtspersoon;
    2. de kosten van het actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.  
  • De uitgaven in de ontwikkelingsfase dient met te activeren als de rechtspersoon alle navolgende punten kan aantonen?

    1. de technische uitvoerbaarheid op het immaterieel vast actief te voltooien.
    2. de intentie om het immaterieel vast actief te voltooien en het te gebruiken of te verkopen. 
    3. het vermogen om het immaterieel vast actief te gebruiken of te verkopen. 
    4. hoe het immaterieel vast actief waarschijnlijk toekomstige economische voordelen zal genereren. 
    5. de beschikbaarheid van de adequate technische, financiële en andere middelen om de ontwikkeling te voltooien. 
    6. het vermogen om de uitgaven gedurende de ontwikkeling van het immaterieel vast actief betrouwbaar vast te stellen. 
  • Sommige intern ontwikkelde immateriële vaste activa is uitgesloten voor activering, welke betreft dit en waarom?

    Het gaat hierbij om intern ontwikkelde merken, logo's, uitgavenrechten, klantenbestanden en gelijksoortige items. Activering hiervan is niet toegestaan omdat de veronderstelling bestaat dat zij niet zijn te onderscheiden van kosten ter ontwikkeling van de onderneming zelf.
  • Wat dient er volgens de Nederlandse wet te worden gevormd bij het activeren van kosten van oprichting en uitgifte van aandelen en kosten van onderzoek en ontwikkeling, en hoe denkt de IFRS hierover?

    Er dient een wettelijke reserve te worden gevormd ter hoogte van het geactiveerde bedrag, deze valt onder het eigen vermogen. IFRS kent geen wettelijke reserve.
  • 6.3 Waardering

  • Hoe vindt de eerste waardering van een immaterieel vast actief plaats?

    Eerste waardering van een immaterieel vast actief vindt plaats tegen kostprijs, zijnde de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. In het geval van verwerving via een overname (business combination), overheidssubsidie of ruil wordt de verkrijgingsprijs gelijk gesteld aan de reële waarde op verkrijgingsmoment.
  • De toepassing van reële respectievelijk actuele waarde is overigens zéér beperkt vanwege de inperking die de regelgeving ter zake heeft opgenomen. De waardering tegen actuele waarde respectievelijk reële waarde is slechts toegestaan indien aan een tweetal voorwaarden wordt voldaan, welke?

    1. het actief was vanaf het moment van de verkrijging opgenomen tegen kostprijs.
    2. voor het actief bestaat een liquide markt. 
  • 6.4 Resultaatbepaling

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de maximale afschrijvingstermijn volgens de RJ van immateriële vaste activa?

    Gebruiksduur van een actief is maximaal 20 jaar. Voor kosten van oprichting en uitgifte van aandelen geldt in afwijking hiervan een wettelijke maximale afschrijvingsperiode van ten hoogste 5 jaar.
  • Wat zijn belangrijke eisen voor het systematisch afschrijven van immateriële vaste activa?

    1. sprake zijn van een beperkte gebruiksduur (economische levensduur).
    2. er jaarlijks op moet worden afgeschreven volgens een stelsel dat op de verwachte toekomstige gebruiksduur is afgestemd.
    3. dat de afschrijvingen onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar dienen te geschieden.
    4. dat de methode volgens welke de afschrijvingen zijn berekend in de toelichting uiteen moet worden gezet. 

    * als punt 2 niet betrouwbaar kan worden vastgesteld, dan dient de lineaire methode te worden gehanteerd.
LET OP!!! Er zijn slechts 20 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart