O&M - B. Structuur en technologie

6 belangrijke vragen over O&M - B. Structuur en technologie

Waarop duidt de term structuur, als bekend?

Op het geheel van posities, hiërarchische lagen en gespecialiseerde eenheden en posities binnen een organisatie en de formele regels die daarop betrekking hebben.
Kortom, de mate en wijze van taakverdeling, coördinatie en verantwoordelijkheidsverdeling.
Bij structuur gaat het om duurzame, herkenbare en voorspelbare (geïnstitutionaliseerde) relaties; meestal formeel (d.w.z. op 'papier') vastgelegd.

Welke nadere vragen zijn er bij het onderwerp structuur?

o Wat is de huidige stand van kennis over organisatiestructuur, technologie en organisatie-ontwerp en
o Welke empirische gegevens over verschillen publieke en private organisaties v.w.b. structuur en ontwerp zijn beschikbaar?
o Is er een belangrijke invloed van het publieke karakter van organisaties op hun structurele eigenschappen?

Waarnaar kijken we allereerst om deze vragen te beantwoorden?

Naar de (algemene) kenmerken (dimensies) van structuur en de factoren die deze dimensies beïnvloeden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Dimensie om variatie in de structuur te bepalen betreffen de mate van:

o Centralisatie: de mate van machts- en gezagsconcentratie in de hogere lagen van de organisatie.
o Formalisering: de mate waarin de structuur en procedures van de organisatie in geschreven regels zijn neergelegd.
o Red tape: bureaucratisme oftewel overmatige regels en procedures.
o Complexiteit: aantal eenheden, lagen en de mate van verticale en horizontale specialisatie in een organisatie.
o Size (omvang): verondersteld wordt dat naarmate een organisatie groter is de complexiteit (en overhead) toeneemt.
Het bewijs is er maar het is niet geheel eenduidig gegeven verschillende maatstaven voor omvang (personeel, omzet e.d.) en andere beïnvloedende factoren (zie onder).

(Invloeden op die structurele dimensies zijn) o Environment (omgeving):

a. Algemene omgeving: als bekend vanuit de contingentiebenadering: simpel en stabiel: een hoge mate van centralisatie en formalisering; complex en dynamisch: hoge mate van decentralisatie en minder formalisering. Om sneller te kunnen reageren.
b. Politiek-bestuurlijke omgeving: sterke en directe politieke aansturing, juridische controle en maatschappelijke inbedding verhoogt de mate van centralisatie, formalisering, red tape en complexiteit.
- Technology and tasks: type werkprocessen in relatie tot taken en structuur (bijvoorbeeld lage of hoge mate van routine volgens Perrow).
- De aard en gebruik van de informatietechnologie (ICT).
- Strategische keuzes van managers.

Ook ICT heeft gevolgen voor de structuur en werkprocessen van publieke organisaties?

o Externe variant: herstructurering relatie met burgers en klanten: naar e-government, routinisering en grotere transparantie.
o Interne variant: gevolgen voor werkprocessen (gebruik van Management Informatie systemen), structuren en relaties politiek, management en medewerkers.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo