Samenvatting: Isociety | 1287654987543
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van iSociety | 1287654987543
-
2 Politiek en democratie
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
2.5 Parlement en de regering
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.5
Laat hier meer flashcards zien -
De trias politica, oftewel de scheiding van de staatsmachten, is een systeem om de macht van de overheid te beperken en de vrijheid van de burgers te beschermen. Welke drie zijn er?
- de wetgevende macht, die de regels en wetten maakt;
- de uitvoerende macht, die het dagelijks bestuur regelt;
- de rechterlijke macht, die beslist bij conflicten en die waar nodig straf uitdeelt.
Deze drie machten zijn verdeeld over verschillende instanties, zodat nooit te veel staatsmacht bij dezelfde groep ligt. In een rechtsstaat horen deze drie staatsmachten gescheiden te zijn. Wie de wet bedenkt mag niet ook de straffen uitdelen, en omgekeerd. Verder moeten deze drie machten elkaar in evenwicht houden en controleren zij elkaar. -
Wie heeft in Nederland de uitvoerende macht?
De regering heeft de uitvoerende macht. De regering heeft naast de uitvoerende macht ook een deel van de wetgevende macht.
Ministers mogen namelijk wetsvoorstellen doen. Een voorstel wordt echter pas een wet na goedkeuring van het parlement. De rechterlijke macht is volledig onafhankelijk. -
2.5.2 De Eerste Kamer en Tweede Kamer
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.5.2
Laat hier meer flashcards zien -
Het parlement vertegenwoordigt de burgers in de landelijke politiek. Het parlement heeft een controlerende taak en (mede-) wetgevende taak. Mede, omdat de regering ook een wetgevende taak heeft. Geef de verdeling aan
De verdeling is meestal als volgt: de regering stelt wetten voor en het parlement heeft de taak om te stemmen over wetten, en de Tweede Kamer mag ook zelf wetten voorstellen. -
Bestuurders en volksvertegenwoordigers staan open voor de meningen van de mensen in het land en vooral voor die van hun kiezers. Politici praten daarom zo veel mogelijk met hun stemmers en met vertegenwoordigers van allerlei belangen. Zij brengen werkbezoeken, lopen stages, houden enquêtes, hoorzittingen en doen mee aan discussies. Via 'denktanks' van politieke partijen bespreken zij met deskundigen bepaalde onderwerpen. Burgers kunnen ook zelf hun mening doorgeven aan politiciHoe kunnen burgers hun mening doorgeven aan politici?
Je kunt Kamerleden mailen of een petitie aanbieden als je wilt dat ze aandacht aan een bepaald onderwerp geven. Om een onderwerp op de agenda van de Tweede Kamer te krijgen, is ook een burgerinitiatief een mogelijkheid. Dat is een uitgewerkt voorstel aan de Tweede Kamer om een onderwerp te bespreken. -
De Tweede Kamer kan wetten goedkeuren of afkeuren. Ook de Eerste Kamer heeft dit recht. Een wetsvoorstel komt eerst in de Tweede Kamer ter goedkeuring en daarna in de Eerste Kamer. De Tweede Kamer heeft verder een aantal rechten waarvan gebruik gemaakt kan worden om de regering te controleren en om mee te werken aan het maken van wetten:Wat zijn deze rechten? Noem ze allemaal
- Budgetrecht
- Onderzoek- en enquêterecht
- Recht om moties in te dienen
- Recht van amendement
- Recht van initiatief
- Vragenrecht
- Interpellatierecht
-
3 Recht en orde
-
3.1.3 Kenmerken van de rechtsstaat
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom moeten er in een rechtsstaat de burgers een aantal fundamentele vrijheden en rechten hebben, die de overheid niet kan afnemen?
De grondrechten zijn nodig om de inwoners tot volwaardige burgers te maken en om hen te beschermen tegen een te grote macht van de overheid. -
3.3.3 Publiekrecht
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.3.3
Laat hier meer flashcards zien -
Bij het bestuursrecht horen verschillende deelgebieden. Welke zijn dat?
Het belastingrecht, het verkeersrecht, het milieurecht, ruimtelijke ordening, het vreemdelingenrecht en het sociaalzekerheidsrecht. -
5 Mensen en meningen
-
5.1 Culturen en subculturen
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.1
Laat hier meer flashcards zien -
In een samenleving is er meestal één cultuur dominant. Wat betekent dominant?
Overheersend.
Bij culturen: de dominante cultuur is de cultuur van de groep waarvan het geluid het meest gehoord wordt. -
Hoe groter de groep is, hoe minder specifieke kenmerken de dominante cultuur heeft en hoe meer behoefte er zal zijn aan subculturen. Wat zijn subculturen?
cultuurgroepen binnen een dominante cultuur waarin kleinere groepen zich sterker herkennen. Subculturen is dus een groep met een eigen waardenstelsel en eigen gebruiken binnen de dominante cultuur. -
Soms is de cultuur binnen een kleine groep sterk tegen de dominante cultuur gericht; dan spreken we van een...
Tegencultuur (Een subcultuur die zich afzet tegen (een deel van) de dominante cultuur)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden















