Zuren en basen - Zure en basische oplossingen
47 belangrijke vragen over Zuren en basen - Zure en basische oplossingen
Hoe bereken je de pH van een buffer met evenwichtsvoorwaarde?
- Gebruik evenwichtsvoorwaarde Ka = [H3O+]
- Bij [Z-]/[HZ] = 1, dan pKa = pH
Waar vind je waarden voor zuurconstante en pKa?
- In Binas tabel 49
- Voor zwak zuur en bufferwerking optimaal
Hoe bereken je de pH in Voorbeeldopdracht 11?
- Reactievergelijking: H₃O⁺ + OH⁻ → 2 H₂O
- Begin: n(H₃O⁺) en n(OH⁻) = 1,0·10⁻³ mol
- Eind: n(H₃O⁺) = 0, n(OH⁻) = 5,0·10⁻⁴ mol
- Vtotaal = 0,025 L
- [OH⁻] eind = 2,0·10⁻² M
- pOH = 1,70
- pH = 12,30
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe verandert de pH en concentraties bij toevoegen van natronloog?
- Initiële pH < 7
- OH⁻ reageert met H₃O⁺
- Bij voldoende base pH = 7
- Meer OH⁻ maakt pH > 7
Wat gebeurt er met de concentraties H₃O⁺ en OH⁻ tijdens een reactie?
- Veranderen lineair
- Correctie voor volume noodzakelijk
- pH-verloop niet lineair
Waarom is er een snelle pH-verandering rond pH 7?
- Logaritmische schaal
- pH verandert snel rond 7
- Goed gekozen indicator nodig
Hoe werkt een titratie bij zuur met natronloog?
- Toevoegen van natronloog
- Blijf roeren voor gelijkmatige verdeling
- Eindpunt via indicator
Waarom zijn bufferoplossingen belangrijk in biologische systemen?
- Organismen gevoelig voor zuurverschillen
- Overleven bij specifieke pH
Waar vind je bufferoplossingen in natuurlijke systemen?
- Sloten, vennen, bodem
- Speeksel, bloed
Wat is het sterkste zuur en sterkste base in deze reactie?
- Het sterkste zuur: CH₃COOH
- De sterkste base: CO₃²⁻
Hoe bepaal je het sterkste zuur en base?
- Binas tabel 49 gebruiken
- Sterkste zuur en base identificeren
- Formule noteren
Wat gebeurt er wanneer fosforzuur in stappen met water reageert?
- Fosforzuur, H₃PO₄, reageert in drie stappen.
- Elke stap heeft een eigen \( K_a \).
- Eerste stap: H₃PO₄ → H₂PO₄⁻ \( K_a = 6{,}9 \times 10^{-3} \).
- Tweede stap: H₂PO₄⁻ → HPO₄²⁻ \( K_a = 6{,}2 \times 10^{-8} \).
- Derde stap: HPO₄²⁻ → PO₄³⁻\( K_a = 4{,}8 \times 10^{-13} \).
Wat zijn meerwaardige zuren en hun eigenschap?
- Zuren met meer dan één H⁺-ion.
- Kunnen meer dan één koppeling aangaan.
- Voorbeelden: het meerwaardige sulfide-ion S²⁻.
- Zwakke base: Na₂S.
Wat gebeurt er bij reactie van meerwaardige zuren met basen?
- Vorming van neutraal zout.
- Geen overschot aan zuur of base.
- Zuren reageren volledig met basen.
Wat is het doel van maagtabletten bij brandend maagzuur?
- Neutraliseren maagzuur.
- Geven verlichting in slokdarm.
- Bevatten basische zouten.
Welke leerdoelen worden behandeld in deze paragraaf?
- 7.4.1: Berekeningen zuur-basereacties.
- 7.4.2: pH bepalen met zuur/base concentratie.
Wat gebeurt er wanneer metaaloxiden water toevoegen?
- Metaaloxiden vormen een base in water.
- Reageren met water:
- - Voorbeeld: CaO + H₂O → Ca²⁺ + 2 OH⁻.
- Oplossingen vaak basisch.
Wat zijn gehydrateerde metaalionen?
- Wateroplosbaar: Waterstofatomen binden metaalionen.
- H₂O moleculen binden metaalionen.
- Positieve metaalionen binden sterk met H₂O-moleculen.
Welke eigenschap heeft Al(H₂O)₆³⁺ in water?
- Kan als zwak zuur gedragen.
- Geeft H⁺-ionen af.
- Oplossing van aluminiumionen: pH < 7.
Wat gebeurt er in een oplossing van ijzer(III)nitraat?
- Fe³⁺ ionen binden met H₂O: Gehydrateerd.
- Reactie: Fe(H₂O)₆³⁺ + H₂O ↔ Fe(H₂O)₅OH²⁺ + H₃O⁺.
- Aanwezigheid H₃O⁺ duidt op zuur.
Hoe reageren zwakke zuren met water?
- Reageren niet volledig
- Vormt ionisatie-evenwicht
- HCOOH voorbeeld: H\(_2\)O + H\(^+\) + HCOO\(^-\)
Wat gebeurt er bij evenwicht met sterk zuur?
- Hoge \(K_a\) waarde
- Liggen bovenaan Binas tabel 49
- Sterker zuur geeft meer ionisatie
Hoe verandert zuursterkte in Binas tabel 49?
- Oplopend: sterk naar zwak zuur
- Sterk zuur links, zwak zuur rechts
- Hogere \(K_a\) sterker zuur
Welke factoren beïnvloeden zuur-base-evenwichten?
- Concentratie veranderen
- Temperatuur veranderen
- Regels gelijkaardig aan andere evenwichten
Wat moet je doen om te bepalen of een zout zure eigenschappen heeft?
- Kijk naar ionen in het zout.
- Controleer de aanwezigheid van zwakke zuren of basen.
- Gebruik Binas tabel 49.
- Voorbeeld: NH₄Cl is een zwak zuur.
Hoe gedraagt een zwakke base zich volgens de tekst?
- Reageert deels met water
- NH₃ is een voorbeeld
- Vormt een evenwicht met OH−
Wat staat er in Binas tabel 49 over de basen?
- Sterke bases boven OH−
- Zwakke bases onder H₂O
- Baseconstante>1: basen boven H₂O
Hoe reageert methaanzuur met water?
- Geeft H-ionen aan water, vormt H₃O⁺.
- HCOO⁻ werkt als base.
- HCOO⁻ is geconjugeerde base van HCOOH.
Wat gebeurt in de evenwichtsreactie van zwakke zuren?
- Kleine hoeveelheid zuur ioniseert.
- Evenwicht tussen geconjugeerde zuur/base.
- Weinig H₃O⁺ en zuurrestionen.
Wat is de notatie voor mierenzuuroplossing?
Wat geldt voor oplossingen van zwakke zuren?
- Rangnummer 49 of hoger in Binas tabel 49.
- Niet merkbaar reageren met water.
Wat leer je bij leerdoel 7.2.2?
- Voorwaarden voor instabiel evenwicht
- Zuur/base in wateroplossing
Wat is de definitie van pH in een zure oplossing?
- pH is de negatieve logaritme
- Van de waterstofionconcentratie
- Formule: pH = -log [H⁺]
Hoe bereken je de pH van een HCl-oplossing?
- Gegeven: [HCl] = 1,4·10⁻³ M
- [H⁺] = 1,4·10⁻³ M
- pH = -log 1,4·10⁻³ = 2,85
Hoeveel gram NaOH is nodig voor pH 12,1 in 0,500 L water?
- Gegeven: pH = 12,1, V = 0,500 L
- n(NaOH) = 6,295·10⁻³ mol
- m(NaOH) ≈ 0,3 g
Hoe werkt een zuur-base-reactievergelijking?
- NaOH(s) → Na⁺(aq) + OH⁻(aq)
- Molverhouding NaOH = 1:1 met OH⁻
Wat verbindt pH en pOH met elkaar?
- \[-\log [H_3O^+] + \log [OH^-] = 14,00\]
- \[ \text{pH} + \text{pOH} = 14,00 \]
Wat bepaalt het aantal significante cijfers bij pH-berekeningen?
- Decimale in pH-waarde: significantie van \[ [H^+] \].
- Significantie in \[ [H^+] \]: decimalen in pH-waarde.
Wat geldt voor rekenen met logaritmen en significantie?
- Afwijkende significantieregels.
- Gelden ook voor pOH en \[ [OH^-] \].
Wat gebeurt er bij zure oplossingen?
- Zuur reageert met water.
- Vorming van H⁺-ion en zuurrestion.
- Proces heet ionisatie.
Wat is de waterconstante Kₜ?
- Evenwichtsconstante van water
- Waarde afhankelijk van temperatuur
- Bij 25°C: Kₜ = 1,0 × 10⁻¹⁴
Wat zijn organische basen?
- Moleculen met een H+-ion opneembaar deel
- Aminogroep als karakteristieke groep
Wat is de reactievergelijking van base B(aq) met water?
Wat is de specifieke reactie van ammoniak met water?
Wat zijn de leerdoelen voor zure en basische oplossingen?
- Chemische eigenschappen van zuren/basen begrijpen
- Zuur/base berekeningen uitvoeren
- Zuurgehalte inschatten met indicatoren
Welke stoffen zijn vaak in voedingsmiddelen en schoonmaakmiddelen?
- Azijnzuur
- Citroenzuur
- Koolzuur
Wat gebeurt er met een H-atoom in figuur 2?
- H-atoom kan als H⁺ worden afgesplitst
- Betreft carboxylgroep
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden















