Topic / sectie - Vaccinologie en Systemische infectieziekten

64 belangrijke vragen over Topic / sectie - Vaccinologie en Systemische infectieziekten

Het is wettelijk verplicht, voor bedrijfsmatige houders van dieren (RVO: meer dan 20 pups per jaar gefokt, opgevangen, verkocht) om pups voordat ze naar de nieuwe eigenaar gaan te vaccineren tegen ...

CPV, CDV en eventueel CAV-2. 

Is vaccinatie op een leeftijd van 6-7 weken zinvol? Met welke eventuele problemen dient u rekening te houden? Waar is het succes (d.w.z. opwekken van een actieve immuniteit) van afhankelijk?

Maternale antilichamen (passieve immuniteit). Deze krijgt de pup via de biest (10%) en placenta (90%). Bij herkauwers komt juist 99% via de biest. De periode waarin er onvoldoende antilichamen zijn om te beschermen maar waarin er nog onvoldoende eigen immuniteit is om zelf een infectie te weren is de immunity gap. Je kunt bepalen waar een pup in de curve zit met een titerbepaling. Ook kun je de antilichamen in het moederdier meten, maar dit is niet geheel accuraat gezien je niet weet hoeveel de pup gedronken heeft.

Welke strategiën heeft men toegepast om de effectiviteit van de vaccinatie op deze leeftijd te vergroten?

De hoeveelheid maternale antilichamen varieert tussen individuele pups. Je wilt dus vaak vaccineren tussen 6-12wk om zeker te zijn dat het vaccin aanslaat.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wanneer worden hoogtiterende vaccins gebruikt?

Hoogtiterende vaccins kunnen in een situatie waarbij andere vaccins niet door de maternale antilichamen heen zouden komen wél actieve immuniteit opwekken. Een voorbeeld hiervan is CDV vaccin bij de hond.

Levend vaccin toedieningswijze

Parenteraal/natuurlijke route

Levend vaccin welke antilichamen

IgM (primair), IgG (secundair), IgA

Levend vaccin mate van celgebonden immuniteit

Goed

Levend vaccin interferentie met recentelijk gegeven andere vaccins

Soms

Levend vaccin neven effecten

Milde (systemische) symptomen + lokale reactie

Levend vaccin vaccinatie tijdens dracht

Nee

Levend vaccin reversie naar virulentie

Mogelijk (zeldzaam)

Dood vaccin welke antilichamen

IgM, IgG

Dood vaccin mate van celgebonden immuniteit

Variabel

Dood vaccin interferentie met recentelijk gegeven andere vaccins?

Nee

Dood vaccin neven effecten

Lokale reactie + meer kans op bijwerkingen (allergische respons) door de grote eiwitfractie

Dood vaccin vaccinatie tijdens dracht

Mogelijk (afhankelijk van registratie)

Dood of levend vaccin: parvo

Levend

Dood of levend vaccin: kennelhoest

Levend

Dood of levend vaccin: rabiës

Dood

Dood of levend vaccin: leptospirose

Dood

Welke core vaccinatie (wettelijk verplicht in nl) krijgt een pup op 6 weken leeftijd?

CDV (hoogtiterend dus niet op 9 weken), parvo

Welke core vaccinatie (wettelijk verplicht in nl) krijgt een pup op 9 weken leeftijd

Parvo, leptospirose. Kennelhoest advies maar niet verplicht

Welke core vaccinatie (wettelijk verplicht in nl) krijgt een pup op 12 weken leeftijd

Cdv, leptospirose, parvo, hcc

Welke core vaccinatie (wettelijk verplicht in nl) krijgt een pup op 1 jaar leeftijd

Cdv, leptospirose, parvo, hcc

Hoeveel tijd moet er minimaal tussen 2 vaccinaties worden aangehouden, en waarom?

Er zit 3 weken tussen de eerste vaccinaties. Bij binnenkomst van levend virus (CDV, parvo) wordt veel interferon geproduceerd wat toegang van het virus in cellen voorkomt. Het is niet effectief om binnen 3 weken te  vaccineren, omdat de levende virussen dan niet in de cellen terecht kunnen komen en dus niet zullen werken (interferentie).

Hoe vaak wordt vaccinatie voor hondenziekte na 1 jaar/6 maand gegeven?

Om de 3 jaar

Hoe vaak wordt vaccinatie voor hcc na 1 jaar/6 maand gegeven?

Om de 3 jaar

Hoe vaak wordt vaccinatie voor parvo na 1 jaar/6 maand gegeven?

Om de 3 jaar

Hoe vaak wordt vaccinatie voor leptospirose na 1 jaar/6 maand gegeven?

Jaarlijks

Na de laatste vaccinatie komt de eigenaar in paniek terug met de hond. De hond is acuut gaan braken, heeft diarree en is wat benauwd. b. Kan er een verband bestaan met de enting?

Dit kan een overgevoeligheidsreactie zijn (type I). Er ontstaat vasodilatatie door massale histaminerelease → acuut wegvallen bloeddruk → shock. Dit kan alleen voorkomen als het dier eerder in aanraking is gekomen met het vaccin/agens. In zeldzame gevallen wordt het gezien bij eerste blootstelling.

Na de laatste vaccinatie komt de eigenaar in paniek terug met de hond. De hond is acuut gaan braken, heeft diarree en is wat benauwd. wat voor behandeling zou je instellen?

Antihistaminica (werken langzaam), adrenaline (→ vasoconstrictie), cortico’s (vaatwandstabiliteit).

Na de laatste vaccinatie komt de eigenaar in paniek terug met de hond. De hond is acuut gaan braken, heeft diarree en is wat benauwd. Wat is uw advies m.b.t. een volgende vaccinatie?

Van tevoren antihistaminica geven als je de hond per se wilt vaccineren en daarna goed onder toezicht houden. Soms zijn er alternatieven voor een product → mogelijk geeft de andere samenstelling minder bijwerkingen. Je kunt van tevoren een titerbepaling uitvoeren → is de vaccinatie wel echt nodig?

Na de laatste vaccinatie komt de eigenaar in paniek terug met de hond. De hond is acuut gaan braken, heeft diarree en is wat benauwd. Bedenk goed welke bestanddelen in het vaccin het meest geassocieerd zullen zijn met het ontstaan van deze bijwerkingen.

De eiwitten wekken de allergische respons op

Wat is een heteroloog vaccin?

bijv. CAV-2 vaccinatie om tegen CAV-1 te beschermen. Je induceert in principe kruisbescherming.

Welke eisen m.b.t. veiligheid zou u willen stellen aan een geattenueerd herpes suis (ziekte van Aujeszky) vaccin voor de vaccinatie van varkens?

Weinig bijwerkingen, kans op mutatie tot virulentie zoveel mogelijk beperken (genetisch stabiel), een DIVA vaccin is ook handig. Ook wil je niet dat het vaccin pathogeen is bij andere diersoorten dan de doeldiersoort.

Bedenk door wat voor een type virus deze infectieziekte (ziekte van aujeszky) veroorzaakt wordt.

Herpesvirus. Je wilt niet dat er een latente infectie ontstaat bij vaccinatie.

Waarom vaccineren we varkens niet meer in nl tegen aujeszky?

Komt niet meer in nl voor

welke (aanvullende) veiligheidseisen zou u, de pathogenese van deze virusziekte (feline leukemie virus bij katten) kennende, bij dit vaccin stellen?

Bij katten ontstaan soms injection site sarcomen. Het is dus belangrijk dat het vaccin niet oncogeen werkt.

Runderen kunnen o.a. gevaccineerd worden tegen ..... Tegen ... kunnen runderen geënt worden met een markervaccin.

Rota- en coronavirusinfecties en bovine herpesvirus type 1 (BHV-1)
BHV-1

Welke dieren uit een koppel zou u vaccineren tegen rota- en coronavirusinfecties en waarom?

Jonge dieren zijn vatbaar. Je kunt jonge dieren juist beschermen door de moederdieren te vaccineren → passieve immuniteit bij het kalf. Je moet er dan wel voor zorgen dat de dieren biest krijgen.

Op welke leeftijd wil je kalveren beschermd hebben tegen rota- en coronavirus?

Rota- & coronavirusinfecties komen vooral bij dieren tussen 1-8wk leeftijd voor.

Na vaccinatie met een “markervaccin” (ook wel DIVA (Differentiating Infected from Vaccinated Animals) vaccin genoemd) kan onderscheid worden gemaakt tussen dieren die alleen zijn gevaccineerd en dieren die (ook) een veldinfectie hebben doorgemaakt. Waarop berust dit onderscheid? Aan welke eisen dient het verschil tussen het “vaccinvirus” en een veldvirus te voldoen?

Een DIVA vaccin bevat een deel van de antigenen. Een veldvirus zou ook immuniteit tegen andere antigenen verschaffen. Je kunt met ELISA bepalen tegen welke antigenen antilichamen bestaan. Op deze manier kun je kijken of er antilichamen tegen een deel van de antigenen (vaccin) of alle antigenen (infectie) aanwezig zijn.

Aan welke eisen moet het DIVA/markervaccin voldoen m.b.t. de werkzaamheid? En bedenk hoe u dit in een veldproef zou kunnen aantonen.

Het moet het dier beschermen voor infectie. Dit kan je onderzoeken door twee groepen te maken (gevaccineerd en niet gevaccineerd) en dan de dieren te challengen door ze op natuurlijke wijze te inoculeren met het virus. Dan bereken je het beschermingspercentage. Je kunt ook nog een niet-gevaccineerde niet-geïnfecteerde groep ernaast zetten om te bepalen of het virus uit het vaccin zich mogelijk nog verspreidt.

Agentia die systeemziekten tot gevolg hebben kunnen dit bewerkstelligen doordat ....

zij een tropisme (= voorkeur) voor weefsels van meerdere organen hebben of een tropisme voor cellen die in meerdere organen voorkomen, dan wel naar meerdere organen getransporteerd worden.

Het kan voorkomen dat het tropisme van een agens en daarmee het ziektebeeld verandert door bijv. ...

veranderingen die optreden tijdens dracht, of door mutaties van het agens

Cdv is een ...infectie bij hond

Moribillivirus

Waarom is cdv lange tijd zeer zeldzaam geweest in Nederland? Waarom is daar weer verandering in gekomen de laatste jaren?

Het CDV vaccin is erg effectief; vaccinatie heeft tot zeldzaamheid geleid. Tegenwoordig opkomend door import vanuit het buitenland. Ook kan CDV vanuit het wild worden overgedragen (vossen, mustelidae).

Welke dieren zijn vnl vatbaar voor cdv?

CDV slaat vaak aan bij jonge honden die net na de maternale immuniteit zitten. Ook YOPI-dieren zijn vatbaar. De infectiedosis is ook van belang. Dit bepaalt of dieren een ‘adequate’ of ‘niet adequate’ respons hebben

Dieren met cdv worden in de praktijk aangeboden tijdens ....

de 2e viremie. Op dit moment ontstaat het orgaanoverschrijdende ziektebeeld.

Doordat de verschijnselen van cdv pas echt duidelijk zijn bij de 2e viremie wordt een incubatieperiode van ...

>9d aangehouden (hoewel de eerste viremie en subtiele verschijnselen hiervoor al zijn).

Geef kort het verschil in ontstaanswijze van de laesies in het CZS aan tussen patiënten met een acute vorm van een infectie van het CZS en dieren met een subacute-chronische infectie van het CZS.

Bij een acute infectie zie je in het CZS vooral schade door virale replicatie → laesies (demyelinisatie) & klachten. Bij chronische infectie ontstaan de klachten door massale infiltratie van immuuncellen in de hersenen.

Zoals in de syllabus staat aangegeven is diagnostiek van cdv mogelijk door het aantonen van antilichamen in de CSF. Stel, u voert deze diagnostiek uit volgens de regelen der kunst, maar in de “oogst” van uw CSF-punctie ziet u dat u een bloedvaatje hebt geraakt, want er zit wat bloed in de CSF. Waarom zou deze ‘contaminatie met bloed’ een probleem kunnen zijn?

Wanneer je vaccineert tijdens de incubatietijd → antilichamen kunnen in het bloed voorkomen.

Zoals in de syllabus staat aangegeven is diagnostiek mogelijk door het aantonen van antilichamen in de CSF. Stel, u voert deze diagnostiek uit volgens de regelen der kunst, maar in de “oogst” van uw CSF-punctie ziet u dat u een bloedvaatje hebt geraakt, want er zit wat bloed in de CSF. Waarom zou deze ‘contaminatie met bloed’ een probleem kunnen zijn? Wanneer je vaccineert tijdens de incubatietijd → antilichamen kunnen in het bloed voorkomen. Wanneer kunt u de uitslag wel en wanneer niet vertrouwen?

Je kunt ook een titerbepaling van het bloed uitvoeren → als de titers in het CSF hoger zijn dan komt daar het overschot antilichamen vandaan.

Hoe noemen we het ziektebeeld dat veroorzaakt wordt door een pestivirus bij rund

Bvd

Hoe noemen we het ziektebeeld dat veroorzaakt wordt door een pestivirus bij varken

Kvp

Hoe noemen we het ziektebeeld dat veroorzaakt wordt door een pestivirus bij schaap

Border disease

Bij Klassieke Varkenspest kunnen symptomen worden gezien aan meerdere orgaansystemen. Dit komt doordat de kiem die KVP veroorzaakt een meervoudig tropisme heeft. 4. Hoe verloopt de pathogenese van KVP?

Via neus en mond → keelholte & amandelen → via bloed naar lymfeknopen → viremie → endotheel & reticulo-endotheliale cellen (monocyten & macrofagen) → verspreiding speekselklier, blaas, testes & placenta → uitscheiding.

Hoe gaat de NVWA te werk om de diagnose van kvp te bevestigen?

NVWA voert sectie uit en doet vervolgonderzoek:
- IFT → op organen → aantonen geïnfecteerde cellen. Dit wordt altijd nog bevestigd met de immunoperoxidase test (zelfde principe maar dan specifieker) De IFT bewijst alleen dat er een pestivirus is; de immunoperoxidasetest heeft specifiekere antilichamen voor KVP.
- PCR → op organen om virus zelf aan te tonen.
- Virusisolatie (duurt enkele dagen; wordt hierom weinig uitgevoerd).
- Serologie (ELISA) → duurt enige tijd voor er voldoende antilichamen zijn; vaak ben je er vroeg bij.

Het meldingscriterium bij de NVWA in het kader van o.a. aviaire influenza is al bij ...

0,5% voor 2 opeenvolgende dagen.

De gestorven dieren zijn in goede conditie en hebben een volle krop. Bij post mortem onderzoek blijken de hennen volop verklevingen met fibro-purulent materiaal in de buikholte te vertonen. Vaak wordt ... Geïsoleerd uit dit buikholte materiaal

E coli

E.coli bacteriën komen in gezonde kippen in diverse organen voor zoals de trachea en de darm. De bacteriën kunnen via verschillende routes de buikholte bereiken en infecteren. Noem drie mogelijke infectieroutes

1. Ascenderende fecale contaminatie van de cloaca naar het oviduct.
2. Bacteriële translocatie vanuit de luchtwegen.
3. Bacteriële translocatie vanuit het darmlumen.

Hoe kan je bacteriële translocatie vanuit de luchtwegen uitsluiten als infectieroute voor e coli?

Bij geen luchtzakontsteking of pneumonie

Hoe kan je bacteriële translocatie vanuit de cloaca naar het oviduct aantonen als infectieroute voor e coli?

Als er sprake is van salpingitis (ontsteking van de eileiders)

De peritonitis lijkt tot een subacute sterfte te hebben geleid gezien de goede conditie en de volle krop van de gestorven dieren. Wat is volgens u de verklaring voor het snelle verloop?

De hoge prevalentie van sepsis → septische shock door LPS van E. coli→ sterfte.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo