Samenvatting: Orthomoleculaire Voeding

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Orthomoleculaire voeding

• 1 Orthomoleculaire voeding / introductie

• Wat zijn voordelen van een orthomoleculaire voedingspatroon?

  Meer energie, beter slaappatroon, een rustiger hoofd, meer heldere gedachten, minder stressgevoeligheid, grotere efficientie, minder krampen, een minder droge huid, minder haaruitval, minder last van gebroken nagels, minder snel kwetsuren, minder snel hoofdpijn en een gezond en een stabiel gewicht.

• Wat is het doel van orthomoleculair voedingspatroon?

  Het streven is om ziekten buiten de deur te houden. En om het lichaam goed op te bouwen en te onderhouden, waardoor we energieker en actiever kunnen leven. Daarnaast verbetert de weerstand aanzienlijk, zodat onder meer bacterien en virussen geen grip op ons kunnen krijgen.
  
  Daarnaast streven we bij O. Voedingsleer naar een evenwicht op zuur-baseniveau, op hormonaal vlak, op het niveau van de neurotransmitters, in de darmflora, met betrekking tot het immuunsysteem en ten aanzien van de bloedsuikerspiegel.

• Waarom levert in ons huidig westerse voedingspatroon in veel gevallen, niet alle voedingsstoffen die wij nodig hebben.

  De hoeveelheid microvoedingsstoffen is sterk gedaald door uitputting van de bodem en door de vele industriele bewerkingen die ons voedsel ondergaat.  Ons voedsel is vaak genetisch gemanipuleerd, zijn daaraan talloze additieven toegevoegd., bespuiten telers het met insecticiden en schimmeldodende middelen, bestralen wij het en verpakken wij het met synthetische materiaal. Onze voeding past niet bij ons genetisch materiaal met uitputting van het lichaam en ziekte als gevolg.

• 1.1.1 Basiskennis voor de Natuurvoedingsadviseur

  Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Bij welke pH-waarde is sprake van verzuring?

  Bij een pH-waarde van 1 tot 7
  7 is neutraal
  8 is basisch. 
  Bij een normale gezondheid varieert de zuurgraad van het bloed tussen 7,37 en 7,45.

• Welke van de onderstaande stoffen vallen onder de antioxidanten?

  Vitaminen, mineralen en fytonutrienten

• 1.2 waarom deze voedingsleer

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn mogelijke korte termijn effecten wanneer je overstapt naar een ander en beter voedingspatroon?

  > Betere weerstand tegen infectieziekten. 
  > Betere bescherming tegen lichaamsvreemde stoffen.
  > Meer energie en sneller herstel na zware inspanning
  > Verbetering lichamelijke conditie, meer en sneller resultaat bij         fitnessprogamma's.
  > Verbetering en handhaving van de stressbestendigheid en               alertheid, en minder negatieve effecten van overmatige stress.
  > Snellere genezing van verkoudheden en andere lichte                        aandoeningen.
  > minder ongunstige effecten van roken, alcoholgebruik,                       drugsgebruik en de consumptie van onvolwaardige voeding.
     (uiteraard beter hiermee te stoppen).
  > verlichting van klachten bij acute en chronische aandoeningen.
  < minder negatieve bijwerkingen van belastende medische               ingrepen en lichaamsvreemde medicijnen.

• Wat zijn bij het overstappen naar een gezond voedingspatroon op langere termijn effecten?

  > Minder kans op degeneratieve aandoeningen, zoals kanker              en diabetes. 
  > preventie van verdere achteruitgang en vaak daadwerkelijke verbetering bij verschillende chronische aandoeningen.
  < verlenging van het leven, mits tijdig begonnen. 
  
  Dat veel gezondheidswinst niet meteen of pas na paar jaren optreedt, komt omdat met de juiste voeding het biologisch systeem geleidelijk steeds beter gaat functioneren.

• 1.2.1 Absolute en relatieve tekorten

• Wat bedoelen ze wanneer ze spreken over een absoluut tekort?

  Als iemand minder van een nutrient binnen krijgt dan nodig is om een gebreksziekte te voorkomen. 
  
  Nutrient = voedingsstof

• Wat bedoelen ze wanneer ze spreken over een relatief tekort?

  Er wordt van een micronutrient minder ingenomen wat nodig is om een zo goede mogelijke gezondheid te bereiken en te handhaven.

• 1.2.2 Voeding en ziekte

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat merk je en wat veroorzaakt wanneer je geraffineerde suiker en meelproducten nuttigt?

  Een onbehaaglijk gevoel en onrustig gedrag. Het zorgt op den duur voor een laag energieniveau. Ons welzijn wordt sterk bepaald door wat we eten en hoe wij eten. Veel mensen merken de symptomen van het eten van verkeerde bouwstoffen niet meer op. Men denkt dat een opgeblazen gevoel normaal is of hebben koffie nodig om door de dag te komen. Zo sluipen degeneratieve ziekten er in.