Kiesstelsels - De verkiezingen van de kamer van volksvertegenwoordigers
3 belangrijke vragen over Kiesstelsels - De verkiezingen van de kamer van volksvertegenwoordigers
In hoeveel kieskringen wordt het Belgische grondgebied verdeeld bij de kamerverkiezingen?
Er zijn 150 zetels in de kamer die verdeeld worden over 11 kieskringen (op basis van het bevolkingscijfer: die wordt om de 10 jaar aangepast)
Hoe worden de kamerzetels verdeeld over die kieskringen?
We werken met een nationale deler (dit is het hele bevolkingsaantal gedeeld door het aantal zetels - dus ongv 11.000.000 / 150 = 73.000 ). Het bevolkingsaantal van elke kieskring wordt gedeeld door die 73.000
Via deze verdeling kunnen 143 zetels verdeeld worden, waardoor er nog 7 overblijven. Die gaan achtereenvolgens naar de kieskringen met de grootste rest.
(zie tabel voor illustratie: Limburg bv heeft een bevoliking van 850.000. Als we dit door de nationale deler van 73.000 delen komen we op 11 zetels die in de kieskring Limburg verdeeld kunnen worden)
Via deze verdeling kunnen 143 zetels verdeeld worden, waardoor er nog 7 overblijven. Die gaan achtereenvolgens naar de kieskringen met de grootste rest.
(zie tabel voor illustratie: Limburg bv heeft een bevoliking van 850.000. Als we dit door de nationale deler van 73.000 delen komen we op 11 zetels die in de kieskring Limburg verdeeld kunnen worden)
Wat is het verschil tussen kieskringen en kieskantons?
De kieskringen worden verder onverdeeld in kieskantons, die meestal verschillende gemeenten omvatten.
Die kantons zijn niet relevant voor de zetelverdeling.
Die kantons zijn niet relevant voor de zetelverdeling.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
