Aandeel gemeenschap

13 belangrijke vragen over Aandeel gemeenschap

Q: Wat bepaalt art. 1:100 lid 1 BW over de gerechtigdheid van echtgenoten in de gemeenschap?

A: Ze hebben een gelijk aandeel; na ontbinding ieder voor gelijke delen (50/50).

Q: Hoe verandert de gerechtigdheid van echtgenoten bij ontbinding van de gemeenschap?

A: Eerst gerechtigd tot het geheel, daarna ieder gerechtigd tot de helft – art. 1:100 lid 1 BW.

Q: In welke gevallen geldt de hoofdregel van gelijke delen niet?

A: 1) Als bij huwelijksvoorwaarden anders is bepaald.
2) Als bij schriftelijke overeenkomst met het oog op de aanstaande echtscheiding anders is bepaald – art. 1:100 lid 1 BW.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Q: Wat verandert er in de draagplicht bij ontbinding van de gemeenschap?

A: Van gezamenlijke draagplicht voor het geheel naar individuele draagplicht voor de helft – art. 1:100 lid 2 BW.

Q: Wanneer kan worden afgeweken van de gelijke draagplicht voor schulden na ontbinding van de gemeenschap?

A: Als uit de eisen van redelijkheid en billijkheid, mede gezien de aard van de schulden, een andere draagplicht voortvloeit – art. 1:100 lid 2 BW.

Q: Welke situaties noemt de wetgever als voorbeelden voor een afwijkende draagplicht?

A: Wanneer één echtgenoot veel schulden aangaat buiten medeweten van de ander, of schulden maakt voor onverantwoorde uitgaven – art. 1:100 lid 2 BW.

Q: Vanaf wanneer is de regeling over draagplicht voor schulden direct van toepassing op ontbonden gemeenschappen?

A: Vanaf 01-01-2018, met onmiddellijke werking – art. 1:100 lid 2 BW.

Q: Welke grondslag gebruik je bij een gemeenschap met voldoende baten als je toch een afwijkende draagplicht wilt aannemen?

A: De criteria uit de rechtspraak onder het oude art. 1:100 lid 1 BW, via redelijkheid en billijkheid

Q: Hoe keek de rechtspraak onder het oude art. 1:100 lid 1 BW naar een afwijkende draagplicht?

A: Die werd slechts in zeer uitzonderlijke gevallen aangenomen. HR 19 april 2019 (ECLI:NL:HR:2019:636, belasting­schulden administratiekantoor) en HR 30 maart 2012 (LJN BV1749, NJ2012/407, Marokkaans onroerend goed).

Q: Wat is het verschil in toetsing tussen het oude art. 1:100 lid 1 BW en het huidige art. 1:100 lid 2 BW voor een afwijkende draagplicht?

A: Oud: slechts als een verdeling bij helfte naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Nieuw: wanneer uit redelijkheid en billijkheid een andere draagplicht voortvloeit.

Q: Hoe kijkt de rechtspraak aan tegen het aannemen van verknochtheid van schulden?

A: Het wordt slechts in zeer uitzonderlijke gevallen aangenomen.

Q:  het recht van verhaal van schuldeisers na ontbinding van de gemeenschap? Wanneer kunnen ze recht verhalen

A: Zolang de goederen niet zijn verdeeld, behouden schuldeisers hun recht van verhaal op de goederen van de gemeenschap.

100 lid 3

Q: Wat gebeurt er met gezamenlijke schulden die echtgenoten vóór het huwelijk hadden?

A: Ze worden gemeenschapsschulden waarop verhaal kan plaatsvinden – art. 1:94 lid 7 BW. A: Van ongelijke delen vóór het huwelijk naar gelijke delen (50/50) na het huwelijk, tenzij afwijking bij huwelijksvoorwaarden of echtscheidingsconvenant – art. 1:94 lid 7 BW. A: Dat er sprake is van een gelijke draagplicht – art. 1:94 lid 7 BW

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo