Artikel Z - The negative Flynn effect - Intelligence slim

14 belangrijke vragen over Artikel Z - The negative Flynn effect - Intelligence slim

Wat zijn de twee impliciete theorieën van intelligentie en hoe beïnvloeden ze prestaties?

  • Incremental theory:
    • Opvatting: Intelligentie is kneedbaar en kan groeien.
    • Effect: Studenten die hierin geloven, laten over een periode verbetering in hun academische prestaties zien, ervaren meer positieve emoties en oefenen betere zelfregulatie.
  • Entity theory:
    • Opvatting: Intelligentie is vast en onveranderlijk.
    • Effect: Studenten die hierin geloven, vertonen vaak geen verbetering in hun cijfers, ervaren meer negatieve emoties en doen meer aan zelfhandicaps.

Wat waren Galton's ideeën over intelligentie in de late 1800?

Galton was geïnteresseerd in het meten van individuele verschillen in zowel fysieke als mentale attributen.
  • Hij testte sensorische drempels (zoals het opmerken van subtiele verschillen in gewicht, visuele scherpte en reactiesnelheid).
  • Hij geloofde dat een beter vermogen om zulke verschillen op te merken samenhing met een hogere mentale capaciteit en dat intelligentie erfelijk was.

Hoe definieerde Wilhelm Stern het IQ en wat waren de beperkingen?

Wilhelm Stern introduceerde het concept van de Intelligentie Quotiënt (IQ). Het IQ wordt berekend door het delen van de mentale leeftijd van een individu door de chronologische leeftijd van het individu en dit vermenigvuldigd met 100. De gemiddelde score is 100.


Beperkingen:
  • Deze methode werkte goed bij kinderen, maar niet bij volwassenen, omdat de ontwikkeling bij volwassenen niet op dezelfde wijze verloopt.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat was Lewis Terman's bijdrage aan intelligentietests?

Lewis Terman paste de Binet schaal aan op gebruik bij Californische kinderen. Dit werd de Stanford-Binet schaal. Het succes van deze schaal kan worden toegeschreven aan de methodologische aanpak van Terman. De prestaties van kinderen werden vergeleken met de prestaties van andere kinderen in dezelfde leeftijdsgroep. Dit noemen we gestandaardiseerd testen, omdat het de resultaten benut van de representatieve individuen uit iedere specifieke groep.

Wat was Dirk Herderschéé's bijdrage en welke kritiek kreeg zijn test?

Dirk Herderschéé ontwierp een test om Nederlandse kinderen te identificeren die extra hulp nodig hebben op school. De test bestond uit taken zoals het aanwijzen van lichaamsdelen, benoemen van objecten, munten tellen en het herhalen van nummers. Hij standaardiseerde en breidde de Binet-Simon-test uit, die hij de Binet-Herderschéé-test noemde. Deze test werd gebruikt om ‘mentaal achterlijke’ kinderen toegang te geven tot speciale scholen.

Kritiek:
De Nederlandse versie van de Binet schaal werd slecht uitgevoerd en vertoonde een bias richting scholastische (vak) en verbale kennis. Daarbij was ook de volgorde van items met een oplopende moeilijkheidsgraad imperfect.

Wat was Robert Yerkes' bijdrage aan intelligentietests tijdens de Eerste Wereldoorlog?

Tijdens het begin van de Eerste Wereldoorlog wilde het leger van de Verenigde Staten de intelligentie van grote groepen aan rekruten beoordelen en screenen om ze verschillende taken te kunnen toewijzen. Een commissie geleid door Robert Yerkes was gevraagd om een test te ontwikkelen die kan worden uitgevoerd in een groepssetting in plaats van één op één. Dit leidde tot twee versies van dezelfde test: Army Alpha voor Engels sprekende rekruten en Army Beta voor niet-Engels sprekenden en analfabeten. Het succes van de test demonstreert de bruikbaarheid van intelligentietests en de bijdrage van de wetenschappelijke psychologie aan de samenleving.

Wat is Thurstone zijn theorie van intelligentie?

Thurstone gebruikte factoranalyse. Hij stelde dat g niet de prominente factor in intelligentie is, maar dat er zeven belangrijkere factoren zijn die hij primary mental abilities noemde. Zijn theorie is de eerste multifactor theorie van intelligentie. De zeven voornamelijk mentale capaciteiten zijn:
  • verbaal begrip,
  • verbale vloeiendheid,
  • rekenkundig inzicht,
  • visueel-ruimtelijk inzicht,
  • associatief geheugen,
  • perceptuele snelheid, en
  • logisch redeneren.
Deze benadering benadrukt het belang van specifieke vaardigheden bij het omschrijven van de vaardigheden van een persoon, in plaats van enkel een g die alleen een globale indicatie van intelligentie geeft. Deze theorie staat dus tegenover de theorie van Spearman.

Wat was het doel van multifactor theorieën van intelligentie?

Multifactor theorieën wilden een gedetailleerde en brede omschrijving van intelligentie bieden, in plaats van te vertrouwen op de enkelvoudige entiteit g. Ze benadrukten de complexiteit van intelligentie en legden de basis voor moderne theorieën.

Wat is de cognitief-experiëntiële benadering van intelligentie?


Dit is een benadering die focust op de onderliggende processen van intelligentie. Het cognitive-experiential perspective onderzoekt intelligentie in termen van de geassocieerde cognitieve processen. Deze benadering bestaat uit het gebruik van eenvoudige cognitieve taken en omvat de studie van mentale en waarneembare snelheid (bijv. reactietijd), werkend geheugen en aandacht. De eenvoudige cognitieve taken zijn een poging om complexe concepten zoals intelligentie te verklaren door deze te reduceren in kleinere componenten. De mentale snelheid is een van de meest populaire type studies binnen deze benaderingen.

Wat is de focus van mentale snelheidstudies en hoe wordt het gemeten?

De aanname van mentale snelheidstudies is dat intelligentie vooral bepaald wordt door de informatieverwerkingssnelheid. De choice reaction time taak meet de tijd die genomen wordt door een persoon om een relatief simpele beslissing te maken. Bij deze taak komen maar een paar informatieverwerking stappen te pas en is daarom zo handig om hiermee mentale snelheid te bestuderen. Deze benadering focust in het algemeen op de cognitieve processen die de basis van intelligentie vormen, in plaats van het omschrijven van een structuur of organisatie van intelligentie zoals de meeste psychometrische benaderingen dat doen.

Hoe demonstreert de cognitief-experimentele benadering haar belang in het begrijpen van intelligentie?

Het belang van de cognitief-experimentele benadering wordt gedemonstreerd in het feit dat bepaalde cognitieve vaardigheden (die gemeten zijn), ongeveer 50% van de variatie die geobserveerd is in intelligentiescores van mensen kan verklaren. Variatie in intelligentie kan verklaard worden door de eenvoudige cognitieve processen zoals de mentale snelheid.

Wat is de neurale efficiëntie hypothese en hoe is het gerelateerd aan intelligentie?

Sterk gerelateerd aan het P-FIT model, is de neurale efficiëntie hypothese. Neurale efficiëntie werd voorgesteld naar aanleiding van de bevindingen dat individuen met hogere vaardigheden minder glucose verbruiken in de hersenen, ondanks dat ze beter presteren dan individuen met lagere vaardigheden. Er werd dus gesteld dat individuen met hogere prestaties en minder breinactiviteit, hun brein op een efficiëntere manier gebruiken dan individuen die minder presteren en meer breinactiviteit laten zien. Er werd verondersteld dat dit te wijten kon zijn aan het beperkte gebruik van systemen van neuronen, wat zich weerspiegelde in een lager glucoseverbruik.

Wat is de Wechsler Adult Intelligence Scale (WAIS) en waarvoor wordt het gebruikt?

Een andere veel gebruikte test is de Wechsler Adult Intelligence Scale (WAIS). De test is bruikbaar voor mensen van 16 jaar tot 90 jaar. Ook deze test drukt de testresultaten uit in IQ-scores. De test meet:
  • Verbaal begrip,
  • Perceptueel redeneren,
  • Werkgeheugen,
  • Verwerkingssnelheid.
Deze vier onderdelen hebben ieder hun eigen specifieke subtests. De WAIS kan worden ingezet om hoogbegaafdheid of verstandelijke beperkingen te meten, en wordt veel gebruikt in klinische settings en neuropsychologisch onderzoek. Voor kinderen tussen de 6 jaar en 16 jaar, is er de Wechsler Intelligence Scale for Children (WISC).

Wat is de Raven’s Progressive Matrices test en waarvoor wordt deze gebruikt?

De Raven’s Progressive Matrices onderscheidt zich van de andere testen omdat deze test ook gemaakt kan worden door mensen met verschillende achtergronden. Het is wereldwijd de meest gebruikte non-verbale intelligentietest om een beeld te krijgen van Spearman's "g". De test richt zich op analogisch redeneren.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo