Samenvatting: Arbeid En Gezondheid

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van arbeid en gezondheid

  • oefen tentamen

    Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 17/09/2018
    Laat hier meer flashcards zien

  • De laatste decennia zijn diverse psychosociale modellen over werkstress ontwikkeld. Een bekend model is het Demand-Control Model (Karasek & Theorell, 1990).Noem en beschrijf de twee dimensies van dit model. (max. aantal te behalen punten: 6)


    1. Psychologische taakeisen = Psychologische stressoren aanwezig in de werkomgeving (bijvoorbeeld grote tijdsdruk, hoog werktempo, moeilijk en geestelijk inspannend werk). Het gaat hierbij dus niet alleen om de hoeveelheid werk, maar ook om de complexiteit ervan.
    2. Regelmogelijkheden = De controle die een werknemer heeft over zijn taken en zijn gedrag: hoe hij of zij het werk uitvoert, in welk tempo en in welke volgorde. Deze controle kan tevens beschouwd worden als het zelfregulerende vermogen van een werknemer om de aanwezige stressoren te beïnvloeden, zodat zij binnen aanvaardbare grenzen blijven. Schaufeli & Bakker, blz. 29-30.
  • Mentale inspanning is een gecompliceerd verschijnsel, waarop verschillende aspecten van de taak en de omstandigheden waaronder die moet worden uitgevoerd van invloed zijn. In een experiment door Zijlstra & Meijman (1989) is de invloed onderzocht van een aantal factoren op de inspanning die de uitvoering van de taak vraagt. De onderzochte factoren waren de taaklast, de vermoeidheidstoestand van de taakuitvoerder en de regelmogelijkheden in de taaksituatie. Geef aan wat het resultaat van ditexperiment was ten aanzien van de factor ‘regelmogelijkheden’. 




    Als de taakuitvoerder regelmogelijkheden heeft (oftewel het eigen tempo kan bepalen) blijkt de mentale inspanning constanter en draaglijker. Dit is dus een buitengewoon belangrijk principe in de preventie van overbelasting. Schaufeli & Bakker, blz. 53-56.
  • Stress brengt een aantal fysiologische reacties met zich mee. Het gebruik van fysiologische maten om vast te stellen of er sprake is van stress op individueel niveau is lastig. Geef aan waarom het gebruik van fysiologische maten ten behoeve van individuele diagnostiek slechts een beperkte waarde heeft en geef aan bij wat voor soort onderzoeken dergelijke fysiologische metingen een stuk waardevoller zijn.




    Bij individuen blijkt er slechts een geringe mate van overeenstemming tussen ervaren werkstress en fysiologische maten. Op grond van bijvoorbeeld bloeddruk is het moeilijk betrouwbaar vast te stellen of het iemand is die wel of geen werkstress ervaart. Het feit dat fysiologische maten bij een willekeurig individu zo weinig diagnostische waarde hebben voor het vaststellen van werkstress, is bijvoorbeeld dat deze fysiologische maten door veel andere factoren worden bepaald dan door ervaren werkstress (bijvoorbeeld erfelijkheid).
    Fysiologische maten zijn een stuk waardevoller wanneer er naar veranderingen (bij een individu of een bepaalde groep) wordt gekeken.
    Schaufeli & Bakker, blz. 73-75.
  • wat wordt er bedoeld met de term ' spill-over'?

    spill- over houdt in dat de satisfactie die in het ene domein ervaren wordt, ook voor satisfactie in andere levensdomeinen zorgt. Het is het proces waarbij effecten van het werk naar privé in elkaar overlopen. Werknemers nemen emoties, attitudes, vaardigheden en gedragingen die ze op het werk hebben ontwikkeld, mee naar huis en visa versa.
  • geef een beschrijving van het universele model van de persoonlijkheid, het Big Five model van John, 1990!

    1. Extraversie: zelfvertrouwen, optimisme, enthousiasme, dominantie, energie en spanningsbehoefte
    2. vriendelijkheid: warmte, altruïsme, zorgzaamheid, empathie, meegaandheid.
    3. consciëntieusheid: plichtsbesef, ijver, nauwgezetheid, prestatiegericht, volhardend competent en gedisciplineerd.
    4. Emotionele stabiliteit: nervositeit, sociale angst, slechte impuls inhibitie lage zelfwaardering.
    5. intellect/ autonomie: zelfstandigheid, analytisch, nieuwsgierig, creatief, reflexiviteit.
  • Als Mark bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden merkt dat er zaken misgelopen zijn, gaat hij nauwgezet na wat hijzelf een volgende keer anders kan doen. Mark verwacht dat zijn analyse en inzet problemen in de toekomst kunnen voorkomen. Hoe noemen we een dergelijke attibutiestijl? 




    Interne beheersingsoriëntatie (of interne locus of control)
  • beschrijf de 3 dimensies van het 3 dimensionale construct 'burn-out' voortgekomen uit de MBI Maslach Burnout Inventory!

    1. emotionele uitputting: (het gevoel helemaal op te zijn)
    2. depersonalisatie: een cynische, afstandelijke en onverschillige houding ten opzichte van de mensen waarmee men werkt. (deze worden niet als persoon maar als object gezien)
    3. verminderde persoonlijke bekwaamheid: (twijfel aan eigen competentie in het werken met andere mensen)
  • welke factoren maken de werkdruk in het onderwijs en de gezondheidszorg zo hoog?

    1. de vele beleidswijzigingen die elkaar in hoog tempo opvolgen:
    2. de devaluering ( de laatste decennia zijn deze banen in zowel status als in relatief opleidingsniveau achteruitgegaan).
  • wat heeft er allemaal invloed op de mate waarin combineren van zorg en werk een goede gezondheid en welbevinden oplevert?

    het wordt steeds duidelijker dat persoonsgebonden factoren een groot deel van de variantie van positieve en negatieve thuis-werkinterfenrencie verklaren.: 
    1. the big five/ persoonlijke flexibiliteit.
    2. een probleemoplossende copingstijl
    3. opvattingen over het vader/moederschap 
    4. attitudes tegenover werk en zorg.

    in principe leidt de combinatie zorg en werk tot een relatief goed welbevinden, maar bij zware eisen leidt deze juist tot chronische stress ongenoegen en gezondheidsklachten. vaak door slechte condities vooral bij vrouwen.
  • wat wordt er met stereotypering van oudere medewerkers bedoeld?

    ondanks de grote individuele verschillen worden oudere werknemers gezien als een uniforme groep gekenmerkt door geringe flexibiliteit en productiviteit, maar ook door conservatisme, bitterheid, afhankelijkheid en passiviteit. e.e.a. beschadigt oudere werknemers.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart