Relevantie van de controle - DeAngelo (principaal) auditor size and audit quality

8 belangrijke vragen over Relevantie van de controle - DeAngelo (principaal) auditor size and audit quality

Aanleiding van het artikel
DeAngelo (principaal) auditor size and audit quality

Onderzoeken of de grootte van het kantoor ook voor een hogere audit kwaliteit zorgt. Het artikel
gaat over de verwachtingen van de markt en is geschreven vanuit het perspectief van de gebruiker. De toegevoegde waarde van de accountant is afhankelijk van hoe positief de kapitaalmarkten zijn. -> Simunic.

Veronderstelling toezichthouders en kleine accountantskantoren: de grootte van het accountantskantoor heeft geen invloed op de auditkwaliteit en zou daarom irrelevant zijn bij de keuze van een accountant.

Veronderstelling paper: de grootte van het accountantskantoor is wel van belang voor de audit kwaliteit die het kantoor levert.

DeAngelo behandelt in haar paper het begrip audit quality en formuleert hiervoor een definitie. Analyseer in welk onderdeel van de door DeAngelo geformuleerde definitie gerefereerd wordt aan de onafhankelijkheid van de accountant

De onderdelen van de definitie zijn: verwachtingen van de markt, fouten ontdekken in de accounting system en het rapporteren van de fouten. Het deel dat betrekking heeft op de onafhankelijkheid is het rapporteren van de fouten. De accountant wordt namelijk geacht onafhankelijk te zijn omdat hij door zijn grote klantenkring meer te verliezen heeft (reputatie en inkomsten van andere klanten). (deskundigheid -> ontdekken, omdat het kantoor meer middelen heeft om te investeren)

DeAngelo behandelt in haar paper het begrip audit quality en formuleert hiervoor een definitie. Analyseer in welk onderdeel van de door DeAngelo geformuleerde definitie gerefereerd wordt aan de onafhankelijkheid van de accountant

De onderdelen van de definitie zijn: verwachtingen van de markt, fouten ontdekken in de accounting system en het rapporteren van de fouten. Het deel dat betrekking heeft op de onafhankelijkheid is het rapporteren van de fouten. De accountant wordt namelijk geacht onafhankelijk te zijn omdat hij door zijn grote klantenkring meer te verliezen heeft (reputatie en inkomsten van andere klanten). (deskundigheid -> ontdekken, omdat het kantoor meer middelen heeft om te investeren)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Redenen waarom groot kantoor = hogere audit kwaliteit


 Meer vaktechnische kwaliteit -> meer geld voor trainingen, opleidingen betere software, betere bureaus -> ontdekken
 Reputatieschade -> ontdekken; grotere kantoren hebben meer incentives en meer te verliezen *
Quasi rents* -> meer klanten waardoor omzet over veel klanten kan worden verdeeld (grotere kantoren zijn daardoor meer financieel onafhankelijk)

* Met andere woorden: voor grote kantoren is het erger als zij een fout niet hebben gezien waardoor ze er meer aan zullen doen om ervoor te zorgen dat er geen afwijkingen over het hoofd worden gezien. Er kan daarom geconcludeerd worden dat de kwaliteit van grote accountantskantoren hoger is dan bij kleine accountantskantoren.

Wat zijn quasi rents en waarom geven ze de klant macht?

= de opbrengsten bovenop de kosten die gemaakt worden door de accountant.
De klant weet dat de accountant in het eerste jaar veel opstartkosten maakt om de audit op te starten (vaak meer kosten dan opbrengsten). Dit geeft de klant macht. Hij weet namelijk dat als de accountant een andere klant gaat bedienen, hij opnieuw deze kosten moet maken dus zal de accountant de klant te vriend willen houden.
Groot kantoor = meer klanten = lagere quasi rents
Klein kantoor = minder klanten = hogere quasi rents

Wat is een bilateral monopoly en waarom maakt dit wisselen van accountant lastig?

= beide partijen hebben prikkels/incentives om de bestaande relatie in stand te houden, vanwege het ontbreken van passende substituten  “Both parties have incentives to continue an established relationship because of the absence of costlessly available substitute auditors (clients).”
De overstapkosten zijn voor beide partijen heel hoog. Een bilateraal monopolie maakt het wisselen van accountant kostbaar voor zowel de accountant als voor de klant. De accountant heeft kosten gemaakt om de klant te leren kennen, de klant zou ook weer opnieuw transactiekosten maken als die van accountant switcht.

Waarom spreekt men van een monopoliepositie voor accountants na meerdere jaren betrokkenheid?

De accountant maakt na een aantal jaren minder uren op de opdracht maar kan dezelfde fee blijven vragen omdat van accountant wisselen beiden geld zou kosten. Bij wisseling van accountant verliest de bestaande accountant zijn quasi- voordelen en krijgt de klant te maken met transactie- en opstartkosten.

DeAngelo behandelt in haar paper de begrippen bilateral monopoly en quasi-rents. Leg uit hoe deze begrippen zich tot elkaar verhouden

Bilateral monopoly is dat er maar een vrager en een aanbieder is, quasi-rents zijn de opstartkosten voor de accountant die normaal gesproken zouden kunnen worden verdeeld over meedere klanten. De accountant heeft opstartkosten, de klant heeft transactiekosten dus bij een vragen en een aanbieder heb je een reversal van de kosten en dus geen verdeling van de kosten.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo