Neuronen: communiceren en zich aanpassen 1/?
22 belangrijke vragen over Neuronen: communiceren en zich aanpassen 1/?
Otto Loewi is de eerste persoon die een chemische boodschapper isoleerde.
Welke punten horen bij acetylcholine = neurotransmitter (ACh)? 4
PZS bestaat uit het somatisch zenuwstelsel (=bewust) en autonome zenuwstelsel (onbewust)
- ACh activeert skeletspieren in het somatisch zenuwstelsel
- daarbij prikkelt of remt ACh ook verschillende inwendige organen in het autonome zenuwstelsel.
- ACh van de nervus vagus vertraagt de hartslag
Epinefrine (ook wel adrenaline genoemd) noem de punten die horen m.b.t. Of het als neurotransmitter of hormoon wordt afgegeven en gebruikt. 3
- stuurt boodschappen om de hartslag te verhogen (noradrenaline doet dit), dus sympathisch zenuwstelsel = actie
- Buiten het somatisch zenuwstelsel --> neurotransmitter als hormoon aan bloed afgegeven
Epinefrine (adrenaline). Welk deel geeft deze neurotransmitter als hormoon af aan het bloed? Leg dit verder uit. 2
- Deze afgifte wordt gecontroleerd door de hypothalamus en heeft als doel de organen in het autonome zenuwstelsel en het enterische zenuwstelsel te stimuleren of te remmen.
Enterisch zenuwstelsel = regelt het maag-darmkanaal (spijsvertering)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat kun je zeggen over de snelheid en afstand van neurotransmitters en hormonen?
Waarnaar worden neuronen vaak vernoemd?
Wat doet ACh dus?
Neuronen worden vaak vernoemd naar het type chemische neurotransmitter dat ze afgeven. Bv. cholinerge neuronen geeft ACh af
ACh remt de hartslag in het autonome zenuwstelsel, maar prikkelt de skeletspieren in het somatische zenuwstelsel.
Wat zijn synaptische blaasjes?
Wat is de rol van eiwitten hierin?
(Welke rol hebben de dendrieten vervolgens hierin?)
Eiwitten (membraaneiwitten: kanalen etc.) bepalen welke zenders/ neurotransmitters in het membraan kunnen komen en welke niet.
(De receptormoleculen op de dendrieten ontvangen de chemische boodschap).
Op welke drie manieren helpen gliacellen bij de chemische transmissie (signaaloverdracht)
2. Bevestigen van de beweging van neurotransmitters naar de synaps
3. Het opruimen van neurotransmitters die te veel zijn
Bij de synaptische spleet zijn er vaak ook aangrenzende (naastgelegen) astrocyten, bij welke drie dingen helpen deze?
1. Bouwestenen leveren voor het maken/synthese van neurotransmitters
2. Ervoor zorgen dat de neurotransmitter in de synaps blijft (..voordat het wordt vrijgegeven). Beweging neurotransmitter naar synaps
3. Opruimen van overtollige neurotransmittermoleculen
Wat is het tripartiete synaps?
- het presynaptisch neuron
- het postsynaptisch neuron
& de naastgelegen astrocyten
De actie (communicatie) en locatie tussen deze drie heet de tripartiete synaps.
Wat is de functie van de volgende onderdelen in een axon.
Microtubuli
Opslagkorrels (synaptic vesicles)
Wat zijn de donkere vlekken (dark spots) bij de axon en de dendriet?
Opslagkorrels (synaptic vesicles) --> grote compartimenten (grotere rondjes) die meerdere synpatische blaasjes bevatten
Donkere vlekken (dark spots) axon eindmembraan --> eiwitten
Donkere vlekken (dark sports) dendrieten --> receptormoleculen
Wat is anterograde synapatische transmissie?
--> procedure/ werkwijze voor het overbrengen van informatie van het pre-synaptische membraan naar het postsynaptische membraan.
Stap 1 van de neurotransmissie = dat de neurotransmitter ergens in het neuron wordt gesynthetiseerd/ gemaakt
Noem de 2 manieren waarop een neurotransmitter kan worden gemaakt.
- daarna worden ze verpakt in membranen van het Golgilichaam en vervoert op de microtubuli naar de axon.
2. Neurotransmitters kunnen worden gemaakt in de presynaptische terminal (axonterminal) en getransporteerd van mRNA naar de terminal.
Neurotransmissie stap 2/5 = neurotransmitter wordt verpakt en opgeslagen in blaasjes in de axonterminal. Leg het belangrijke begrip transporters uit.
- Transporters = eiwit dat ervoor zorgt dat stoffen over het membraan kunnen
- Transporters halen de nodige chemicaliën uit het voedsel in het lichaam en nemen soms ook neurotransmitters op.
Bij de 2e stap van neurotransmissie (neurotransmitter wordt verpakt en opgeslagen in een blaasje in de axonterminal) spelen de mitochondriën ook een rol, leg uit.
Stap 2 van neurotransmissie = neurotransmitter verpakken en opslaan in blaasje in axonterminal.
Op welke drie verschillende plaatsen kunnen neurotransmitters worden opgeslagen?
2. Op microfilamenten
3. Vastgehecht aan het presynaptische membraan
Stap 3 van de neurotransmissie = neurotransmitter brengen naar het presynaptische membraan en in de spleet vrijlaten als reactie op een AP.
Hoe wordt een neurotransmitter vrijgelaten? 4
Hoe heet dit proces?
- Ca+ gaat de cel in
- Als reactie hierop legen de synaptische blaasjes hun neurotransmitter in de synaptische spleet = exocytose
- synaptische blaasjes worden vervolgens aangevuld met neurotransmitters uit de opslagkorrels (synaptic vesicles) of microfilamenten.
Stap 4 van de neurotransmissie = de neurotransmitter bindt zich aan een receptor op het postsynaptische membraan en activeert deze receptor.
Receptor-Site activatie
Wat doet een neurotransmitter als deze vrij komt in de synaptische spleet?
De postsynaptische cel kan op drie manieren worden beïnvloed, noem de eerste
1. Neurotransmitter bindt zich aan een ionotrope receptor op het postsynaptische membraan. Gevolg --> Dit membraan depolariseert en er ontstaat een prikkelend effect.
Bij de 4e stap van de neurotransmissie bindt de neurotransmitter zich aan een receptor op de postsynaptische membraan.
Noem naast de ionotrope receptor nog twee manieren waarop de postsynaptische cel kan worden beïnvloed (de 2e is ook een ionotrope receptor)
3. De receptor waaraan de neurotransmitter bindt, kan andere chemische reacties in gang zetten.
- dit kan zowel remmend als exciterend of een ander effect hebben op het neuron. Dit is een metabotrobe receptor
Een neurotransmitter kan zowel interactie hebben met het postsynaptische- als het presynaptische membraan.
Leg uit op welke manier met de presynaptische membraan.
--> Benoem ook het begrip daarbij. 2
--> Waarvan kan een neurotransmitter boodschappen ontvangen?
- Autoreceptoren (zelfreceptoren) zijn receptoren op het presynaptische membraan, waardoor neurotransmitters interactie kunnen hebben met dit membraan.
- Deze autoreceptoren hebben net de neurotransmitters afgegeven
Neurotransmitter kan boodschappen ontvangen van zijn axonterminals.
Wat is kwantum? (quantum)
Waarom zijn hier veel van nodig?
Er zijn veel kwantums, (dus veel neurotransmitters) nodig om tot een AP te komen
Waarvan hangt het aantal kwantums (hoeveelheid neurotransmitter die vrijkomt bij het vrijlaten van één synaptisch blaasje) van af? 2 punten
1. Hoeveel Ca+ er binnenkomt bij de axonterminal
2. Het aantal blaasjes dat op het presynaptische membraan ligt te wachten om vrijgelaten te worden
Beide factoren zijn belangrijk voor het leerproces
De laatste stap (stap 5) van de neurotransmissie is de inactivering van de neurotransmitters.
Als de neurotransmitter zijn werk heeft gedaan, moet hij worden verwijderd zodat hij niet de receptor blijft bezetten.
Noem 2 manieren waarop dit 'opruimen' gebeurt.
1. Verspreiding --> sommige neurotransmitters verlaten de synaptische spleet zelf
2. Afbraak --> Specifieke enzymen breken de zender/neurotransmitter af in de synaptische spleet.
Noem nog twee manieren waarop een neurotransmitter wordt opgeruimd
Noem een voorbeeld van flexibiliteit van de synaptische functie
3. Heropname:
- soms kan de zender/neurotransmitter (of de producten ervan de overblijven na afbraak door enzymen) worden teruggebracht naar het presynaptisch axonterminal voor hergebruik
4. Astrocyt opname:
- sommige neurotransmitters worden door astrocyten (gliacellen) opgeruimd
- deze slaan soms de neurotransmitters/zenders op, zodat deze later opnieuw kan worden gebruikt.
Voorbeeld flexibiliteit van de synaptische functie:
- Wanneer een axonterminal vaak wordt gebruikt --> neemt het aantal neurotransmitters dat wordt aangemaakt en opgeslagen toe.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden















