Neuronen: communiceren en zich aanpassen - Neuronen: communiceren en zich aanpassen 2/?

20 belangrijke vragen over Neuronen: communiceren en zich aanpassen - Neuronen: communiceren en zich aanpassen 2/?

Noem de functies van de onderstaande synapsen:
1. Axomusculaire synaps
2. Axodendritische synaps
3. Axosomatische synaps
4. Axoaxonale synaps

1. Axomusculaire synaps: de axon synaps met een spiereindplaat, waarbij ACh vrijkomt
2. Axodendritische synaps: de axon synaps met een dendriet of dendritische stekel van een ander neuron
3. Axosomatische synaps: de axon synaps met een cellichaam
4. Axoaxonale synaps: de synaps van een axon met een ander axon

Noem de functies van de onderstaande synapsen:
5. Axosynaptische synaps
6. Axoextracellulaire synaps

5. Axosynaptische synaps: de axon synaps die de synaps tussen twee andere neuronen bevat.
- deze synaps eindigt op een synaps van een andere zenuwcel. (normaal gesproken eindigt een synaps op het cellichaam of dendriet).
- Via deze synapsen kunnen neurotransmitters/zenders de input van een ander neuron in een cel beïnvloeden.

6. Axoextracellulaire synaps: het axon synapteert met niets specifieks, maar geeft zijn neurontransmitter af aan de extracellulaire vloeistof.

Noem de functies van de onderstaande synapsen:
7. Axosecretorische synaps, 2
8. Dendrodendritische synaps

7. Axosecretorische synaps: (denk aan secretie = afgifte, in dit geval bloed)
- axon geeft neurotransmitter/zender direct af aan het bloed.
- via deze synaps en de axoextracellulaire synaps kunnen de zender/neurotransmitters (delen ervan) het lichaam aansturen

8. Dendrodendritische synaps: synaps voor dendrieten om informatie te versturen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Er zijn twee soorten synapsen: chemische synapsen en gap junctions (zijn sneller)
Bij gapjunctions wordt het ionkanaal van het ene neuronmembraan verbonden met het ionkanaal van een andere neuronmembraan. Zo kunnen gliacellen en neuronen snel stoffen uitwisselen.

Ondanks dat het transport bij gap junctions sneller gaat dan bij chemische synapsen, gebruikt om zenuwstelsel chemische synapsen het meest. Geef hier 3 redenen hiervoor.

1. Specifieke reden: chemische synapsen kunnen flexibel bepalen of een boodschap/info van het ene neuron naar het andere wordt getransporteerd

2. Chemische synaps kan de sterkte regelen van de getransporteerde boodschap/info

3. Chemische synapsen laten ons zien dat ze signalen kunnen veranderen op basis van ervaring.

Welk deel van het membraan brengen boodschappen over?
Wat kunnen deze zijn qua sterkte.

Receptoren brengen boodschappen over, belangrijk: niet de neurotransmitters.

Boodschappen kunnen of remmend of prikkelend zijn
Remmend (kans AP neemt af)
Prikkelend (kans AP neemt toe)

Er zijn verschillen tussen excitatoire en inhibitatoire synapsen.
Noem de 4 punten bij prikkelende/ exciterende synapsen.

Prikkelende synapsen
- liggen in de buurt bij dendrieten
- ronde synaptische blaasjes
- synaptische spleet is voller en het materiaal op de pre-en postsynaptische membranen is dichter
- actieve zone is groter

Noem de 4 punten remmende/inhiberende synapsen

Remmende synapsen
- liggen op het cellichaam
- platte synaptische blaasjes
- synaptisch spleet is smal (minder breed)
- actieve zone is kleiner

Wat is de evolutie van neurotransmitter? 2

- vermoedelijk werden chemische neurotransmitters vroeger in eencellige organismen gebruikt voor hun spijsvertering
- Dit proces evolueerde (ontwikkelde) naar de processen van neurale communicatie

Er zijn vier criteria waaraan een neurotransmitter moet voldoen. Noem de eerste 2

Criteria neurotransmitter
1. In een neuron moet de neuron worden gemaakt of op zijn minst aanwezig zijn
2. Actieve neuron moet de neurotransmitter (chemische stof) vrijgeven en dit zou een reactie bij een andere neuron moeten uitlokken.

Wat is een vermeende transmitter? (alleged transmitter) 2

- vermoedelijke chemische stof, waarvan nog niet is aangetoond dat deze aan alle 4 de criteria voldoet.
- dus kan dit nog geen neurotransmitter worden genoemd

Let op dit zijn geen criteria
Tegenwoordig wordt het begrip 'neurotransmitter' breder gebruikt. 1 van de 3 punten die hierbij hoort is dat --> de chemische stof een boodschap moet overbrengen van de presynaptische membraan van het ene neuron naar het andere door de spanning in het postsynaptische membraan te beïnvloeden.

Noem de andere 2 punten.

Term 'neurotransmitter' wordt breder gebruikt
2. De chemische stof (neurotransmitter) moet structuur synaps veranderen
3. Chemische stof (neurotransmitter) moet communiceren door berichten in de tegenovergestelde richting te sturen (retrograde)* én de afgifte of heropname (reabsorption) van transmitters beïnvloeden. 

* normaal: cel A stuur iets naar cel B
retrograde: cel B stuurt iets terug naar cel A

Wat zijn transmitters van kleine moleculen?

Noem de voorbeelden hierbij. 5

Transmitters van kleine moleculen werken snel en worden gesynthetiseerd/gemaakt uit de voedingsstoffen van voedsel.

- ACh, amine, serotonine, aminozuur, purines

Vb. Transmitter van kleine moleculen is ACh. (denk aan het alfabet) Leg de synthese hiervan uit. 3

- acetylcholine (ACh) bestaat uit Acetaat en Choline
1. Acetylco-enzym A brengt Acetaat ---> naar plaats voor synthese in de cel
2.  enzym cholineacetyltransferase zet Acetaat --> om in Choline --> om ACh te maken

Wat gebeurt er nadat ACh gesynthetiseerd? 4

1. ACh wordt daarna vrijgelaten in de synaptische spleet
2. ACh bindt zich aan de receptoren op het postsynaptische membraan
3. enzym Acetylcholinesterase breekt ACh af nadat hij z'n werk heeft gedaan
(afgebroken producten van ACh kunnen opnieuw worden gebruikt in de presynaptische terminal).

Vb.  transmitters van kleine moleculen is Amine. Leg de synthese hiervan uit. 3

- dopamine, noradrenaline en epinefrine worden op ongeveer dezelfde manier gemaakt.
- enzym Tyrosinehydroxylase maakt amines --> tot L-dopa
- L-dopa wordt vervolgens verder gemaakt tot deze volgorde --> dopamine --> noradrenaline --> epinefrine.

Waardoor is er een grens aan de productie/aanmaak van amines? Welk begrip hoort hierbij?

Welke rol speelt histamine (dus ook een amine)in het lichaam? 2

Snelheidslimiterende factor (rate-limiting) = doordat tyrosine (een stof waaruit amine wordt gemaakt) niet onbewerkt aangemaakt kan worden, is er een grens aan de aanmaak van amines.

rol histamine =
- mate van opwinding en controle ontwaken/wakker worden
- vernauwing gladde spieren (speelt vaak een rol bij allergieën)

Voorbeelden: transmitters van kleine moleculen zijn: Aminozuren en Purines

Aminozuren: leg de rol uit van twee aminozuren (denk aan + en -)
Purnines: leg de synthese uit

Aminozuren:
- glutamaat (prikkelend)
-
gamma-aminobotorzuur (GABA, remmend)
spelen beiden een belangrijke rol in de hersenen (CZS), omdat ze worden gebruikt door veel synapsen

Purines:
- worden gemaakt als nucleotiden, soort moleculen waaruit DNA en RNA bestaan
- adenine en guaninen (stikstofbase die purines zijn)
- adenosine kan functioneren als neurotransmitter

Peptide transmitters. Wat zijn peptidezenders?
wat kun je zeggen over de werking van peptidetransmitters? 2

Peptidezenders zijn multifunctionele ketens van aminozuren waarvan de werking vergelijkbaar is met die van neurotransmitters

- werken langzaam in vergelijking met transmitters van kleine moleculen
- peptidetransmitters worden minder snel aangevuld

Welke belangrijke rol spelen neuropeptiden in het zenuwstelsel? 2

- er zijn chemicaliën die de werking van bepaalde neuropeptiden (o.a.  ekefalinen, endorfine en dynorfine) nadoen.
- sommige peptiden in het CZS spelen een rol bij gedrag dat regelmatig herhaald wordt & hebben specifieke hormonale functies bij mensen.

Transmitters van kleine moleculen binden zich aan ionkanalen. Wat kun je zeggen over wat de neuropeptiden activeren? Leg uit. 2

Waarom kunnen neuropeptiden niet worden ingeslikt?

- neuropeptiden activeren synaptische receptoren (volgensmij binden neuropeptiden zich aan metobotrobe receptoren)
- zo wordt de celstructuur en celfunctie beïnvloedt.

De aminozuurketens van neuropeptiden worden beïnvloedt (geknipt) door verteringsprocessen. --> daarom kunnen neuropeptiden niet oraal (via de mond) worden ingenomen en transmitters van kleine moleculen wel.
(omdat neuropeptiden worden afgebroken in de maag, kunnen ze niet in het bloed terechtkomen, neurotransmitters van kleine moleculen kunne dit wel).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo