Geloof en verstand - Van kerstening naar godsdienstvrijheid (500-1800) - In de 17e eeuw

6 belangrijke vragen over Geloof en verstand - Van kerstening naar godsdienstvrijheid (500-1800) - In de 17e eeuw

Omschrijf de religieuze diversiteit van de Nederlandse bevolking in 1650.

In de Republiek nam het aantal gereformeerden sterk toe. In 1650 vormden ze ruim de helft van de bevolking. Iets minder dan een derde was katholiek. De rest hoorde bij andere protestantse kerken of was joods.

Geef aan wat je uit de heksenprocessen kunt opmaken over het geloof van Nederlanders in de 17e eeuw.

Het calvinisme was al redelijk rationeel. Calvinisten geloofden niet in de magische kracht van voorwerpen en in het aanroepen van heiligen.
Toch geloofden veel mensen wel in heksen en tovenaars die contact met de duivel zouden hebben. In Bredevoort (Gelderland) werden in 1610 bijvoorbeeld tien 'heksen' veroordeeld tot de brandstapel. In 1675 vond ook in die plaats het laatste heksenproces van Nederland plaats.

Leg uit hoe het geloof van mensen veranderde onder invloed van de wetenschappelijke revolutie.

In het begin van de 17e eeuw werd nauwelijks betwijfeld of God zich voortdurend met de wereld bemoeide. Overstromingen en andere rampen werden gezien als straf van God. Maar onder invloed van de wetenschappelijke revolutie ontstonden andere denkbeelden waaruit af te leiden viel dat niet alle verhalen in de Bijbel volgens de natuurwetten konden hebben plaatsgevonden. De verhalen moesten niet letterlijk worden genomen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Geef een verschil aan tussen en tussen de Franse en de Nederlandse verlichte ideeën.

Anders dan in Frankrijk kreeg de verlichting in Nederland geen antireligieuze trekjes. Weinig Nederlanders betwijfelden of Jezus Gods zoon was of dat God zich had geopenbaard in de Bijbel. Twijfel daaraan vonden verlichters ook niet nodig: wie de Bijbel goed las, moest wel van de redelijkheid en juistheid van het christendom overtuigd raken. Er kon dus volledige godsdienstvrijheid zijn.

Geef aan met welk argument verlicht denkende Nederlanders vonden dat de overheid het geloof niet hoefde te beschermen.

Wie de Bijbel goed las, moest wel van de redelijkheid en juistheid van het christendom overtuigd raken. De Bijbel was in overeenstemming met de natuurwetten, vonden ze. Daarom was bescherming van het geloof door de overheid ook niet nodig. Als mensen goed onderwijs kregen en zelfstandig leerden denken, zouden ze vanzelf verstandige keuzes maken.

Noem twee Bataafse maatregelen uit 1795 met betrekking tot godsdienst.

Tijdens de Bataafse Revolutie van 1795 werd de bevoordeling van de Gereformeerde Kerk dan ook direct opgeheven. In de Nederlandse Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger kwam te staan: 'Ieder mens heeft het recht, om God zodanig te dienen, als hij wil, of niet wil, zonder daartoe op enigerlei wijze gedwongen te kunnen worden.'

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo