Samenvatting: Blok 3 Fysiotherapeutische Behandeling Van A Tot Z

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van BLOK 3 Fysiotherapeutische behandeling van A tot Z

• 1 Taak 1 Revalidatie van instabiele schouder

• 1.2.1 VH 1.1 & 1.2 – Revalidatie van de instabiele schouder Het verbeteren van de spierkracht (1.1) & de actieve stabiliteit (1.2)

  Dit is een preview. Er zijn 24 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Unidirectionele instabiliteit van de schouder:

  de schouder in één specifieke richting instabiel is,

•  Wat wordt er tijdens een inspectie in rust beoordeeld?

  • Zwelling, roodheid of veranderde contouren van het gewricht
  • Spieratrofie (spierziekte)of veranderd spierspel rondom het gewricht

• Wat houdt een functionele inspectie in?

  Onderzoek van gewrichtsstabiliteit tijdens beweging, vaak met de voet op een zachte onderlaag zoals een mat, oefentol of wankelplank.

• Waar let je op tijdens functionele inspectie?

  • Spierspel rond het gewricht
  • Mate van beweging in het gewricht
  • Beweging in belendende gewrichten en het gehele lichaam

• Hoe toets je de hypothesen ‘verminderde passieve stabiliteit’ of ‘passieve instabiliteit’?

  Door testen voor passieve stabiliteit uit te voeren, waarbij meestal een vergrote bewegingsuitslag te zien is.

• Hoe kan verhoogde weefselreactiviteit de testresultaten beïnvloeden?

  Een verhoogde weefselreactiviteit, zoals bij intra-articulaire hydrops, kan de bewegingsuitslag minder duidelijk maken.

• Welke klinische tekenen moeten worden gecombineerd om een hypothese te bevestigen?

  • Bewegingsuitslag
  • Eindgevoel
  • Pijn
  • Bewegingsverloop

• Welke tests zijn specifiek voor passieve stabiliteit van de knie?

  Tests voor de collateraal- en kruisbanden, zoals beschreven in het KNGF evidence statement acuut knieletsel.

• Wat is het doel van passief angulair bewegingsonderzoek?

  Het testen van de hypothese ‘bewegingsbeperking op basis van een artrogene structuur’.

• Wat is een veelvoorkomende oorzaak van verminderde artrogene mobiliteit?

  Verhoogde weefselreactiviteit en intra-articulaire hydrops.