Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Cursus BRULOOT 22 23 deel 1 en 2

• 1 HOOFDSTUK I - OVERZICHT VAN DE DEELGEBIEDEN EN HUN BRONNEN

  Dit is een preview. Er zijn 51 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Leg kort uit wat het zekerheidsrecht inhoudt binnen het insolventierecht, het zekerheidsrecht en het executierecht.

  - Zekerheidsrecht omvat regelen die de nakoming van verbintenissen door een schuldenaar garanderen
  - Kan wettelijk of contractueel zijn
  - Doel: nakoming van verbintenissen garanderen of de kans daarop verhogen

• Wat omvat het executierecht binnen het insolventierecht, het zekerheidsrecht en het executierecht?

  - Regels voor gedwongen uitvoering van schuldenaar's verbintenissen bij wanbetaling
  - Betreft situatie waarin schuldenaar niet vrijwillig nakomt
  - Gericht op afdwingen van verbintenissen bij wanbetaling

• Wat houdt het insolventierecht in binnen het insolventierecht, het zekerheidsrecht en het executierecht?

  - Richt op situatie waarin schuldenaar niet (meer) in staat is om te betalen
  - Schuldenaar insolvabel
  - Bestrijkt niet-nakoming van geldelijke verbintenissen

• Waarom kunnen het insolventierecht, het zekerheidsrecht en het executierecht niet als één coherent systeem van regels worden beschouwd?

  - Elk deelgebied heeft eigen dynamiek en toepassingsgebied
  - Hebben elk eigen bronnen en regels
  - Onderscheidenlijke doelstellingen en werking

• Wat zijn zekerheden in het recht en welke typen zekerheidsmechanismen bestaan er?

  - Zekerheden waarborgen de nakoming van verbintenissen door een schuldenaar.
  - Zekerheidsmechanismen kunnen voortvloeien uit de wet (voorrechten) of uit een overeenkomst (pand, hypotheek, borgtocht).
  - Persoonlijke zekerheden (bijv. borgtocht) versus zakelijke zekerheden (bijv. pand of hypotheek).

• Waar zijn de kernbepalingen van het zekerheidsrecht historisch terug te vinden en welke specifieke reglementeringen zijn van toepassing?

  - Kernbepalingen van het zekerheidsrecht: Wet van 16 december 1851 (Hypotheekwet).
  - Specifieke regelingen: Borgtocht (2011-2043 octies oud BW), pand (Pandwet).
  - Sectorspecifieke reglementeringen: Wet Financiële Zekerheden (WFZ).

• Leg het verschil uit tussen persoonlijke zekerheden en zakelijke zekerheden in het zekerheidsrecht.

  - Persoonlijke zekerheden (borgtocht): schuldeiser kan uitwijken naar ander vermogen dan schuldenaar.
  - Zakelijke zekerheden (pand, hypotheek): waarborg uit bijzondere positie tav specifieke activa van schuldenaar.

• Wat zijn de bronnen van het zekerheidsrecht en welke historische wet is hierbij relevant?

  - Bronnen: Hypotheekwet (Wet van 16 december 1851).
  - Kernbepalingen hyp. stelsel: verving artikelen 2092-2203 oud BW.
  - Specifieke regelingen voor borgtocht en pand.

• Welke wet verving de regels met betrekking tot het pand op 1 januari 2018?

  - Nieuwe Pandwet (goedgekeurd in 2013).
  - Vervangt regelingen voor pand uit art. 2071-2091 oud BW en Wet in pand geven van de handelszaak.

• Waar moeten we rekening mee houden in het zekerheidsrecht met betrekking tot sectorspecifieke reglementeringen?

  - Sectorspecifieke regels: Wet Financiële Zekerheden (WFZ).
  - voor professionele transacties en financiële instrumenten.