Samenvatting: Een Kennismaking Met De Oude Wereld Hfdst 8 T/m 16

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van een kennismaking met de oude wereld Hfdst 8 t/m 16

• 1 H 8 De vroege ijzertijd: de ‘donkere eeuwen’ (ca. 1200-750 v.C.)

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat waren de gevolgen van de instorting van de Myceense beschaving rond 1200?

  Er waren verschillende ingrijpende gevolgen:
  

  1. De paleiseconomie stortte in.
  2. Lineair B raakte in vergetelheid.
  3. Paleizen werden verwoest en niet meer opgebouwd.
  4. Sommige inwoners vertrokken naar de westkust van Klein-Azië.
  5. De Ionische volksverhuizing vond plaats.
  6. Herleving van de Griekse cultuur door de Ionische Grieken.

• Hoe beïnvloedde de instorting de demografie en materiële cultuur in Griekenland?

  De instorting resulteerde in:
  

  1. Een teruggang van de bevolking.
  2. Sterke verarming van de materiële cultuur.
  3. Kusten van de Egeïsche Zee bleven bevolkt.
  4. Verhoogde bevolking aan de kusten.

• Wat was de invloed van het waardepatroon van de aristocratische elite?

  Dit patroon had een grote impact op:
  

  1. De Griekse mentaliteit.
  2. Edelen moesten hun huishoudens verdedigen.
  3. Ze moesten laten zien dat zij voortreffelijke mannen waren.
  4. Competitie-element manifesteerde zich in spelen zoals de Olympische Spelen.

• Wat was de rol van de Trojaanse Oorlog in de context van de Myceense beschaving?

  De Trojaanse Oorlog was belangrijk omdat:
  

  1. Deze werd geacht te hebben plaatsgevonden in de bloeitijd van Mycene.
  2. De maatschappij beschreven door Homerus verschilden van die uit de Lineair B-tabletten.
  3. Het verhaal werd door barden voorgedragen aan hoven.

• 3 9.1 Inleiding

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat kenmerkt de archaïsche tijd in de Griekse beschaving?

  De periode wordt gekenmerkt door:
  

  1. Een nieuwe Griekse cultuur met een eigen karakter
  2. Veroveringen van Pers Cyrus de Grote
  3. Ontwikkelingen op demografisch, economisch, sociaal, militair en cultureel terrein

• Hoe verhoudt de archaïsche periode zich tot eerdere beschavingen?

  Deze periode is geen wederopbloei van de Myceense beschaving, maar:
  

  1. De opkomst van een nieuwe Griekse cultuur
  2. Samenval met de Voor-Aziatische wereldrijken
  3. De klassiek Griekse samenlevingsvormen werden ontwikkeld

• 4 9.2 Veranderingen op demografisch en economisch terrein

  Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat heeft archeologisch onderzoek in de 8e eeuw aangetoond over nederzettingen en materiële cultuur?

  Er heeft een breed herstel plaatsgevonden met de volgende kenmerken:
  

  1. Monumentalisering van de bebouwing.
  2. Het profileren van een elite.
  3. Veranderingen in de grafcultuur.
  4. Waarschijnlijk gestage bevolkingsgroei.

• Wat hield de ontwikkeling van de polis in en wat zijn de kenmerken ervan?

  De ontwikkeling van de polis omvatte:
  

  1. Autonome stadstaten.
  2. Politieke organisatievorm en gemeenschap van politai.
  3. Klein grondgebied met stedelijk centrum.
  4. Centraal heiligdom en agora.

• Wat waren de bestuursstructuren en taken binnen de polis?

  Bestuur binnen de polis omvatte:
  1. Functionarissen met specifieke taken zoals:
  

  • Legerleiding
  • - Rechtspraak
  • - Godsdienstige taken

  2. Gekozen functionarissen.
  3. Aristocratische dominantie in meeste poleis.

• Wat was het belangrijkste streven van de polis en hoe werd het leven binnen de polis beschouwd?

  Het belangrijkste streven was:
  

  1. Vrijheid en autonomie van overheersing.
  2. Ideaal leven in de polis als meest menselijke bestaanswijze.
  3. Vermijden van incorporatie in een groot rijk.