Samenvatting: Ergotherapie En De Context

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Ergotherapie en de context

• 1 Introductie ergotherapie en de context

• 1.1.1 Kun je de verschillende contexten van de cliënt onderscheiden

• Wat zijn de verschillende contexten van de client in de ergotherapie volgens het OTPF

  Clientcontexten in ergotherapie volgens OTPF omvatten:
  

  • Omgevingsfactoren
  • Fysiek
  • Sociaal
  • Gedragsmatig
  • Persoonlijke factoren

• 1.2.1.1 https://www.beroepsprofielergotherapeut.nl/wat-is-ergotherapie/#kenmerken_ergoth

• Wat zijn de 6 kenmerken van ergotherapie

  • is gericht op dagelijkse activiteiten;
  • is persoonsgericht;
  • wordt zo mogelijk aangeboden in de eigen omgeving;
  • is gebaseerd op bewijs;
  • maakt gebruik van technologie;
  • is gemeenschapsgericht.

• 1.2.2.1 H13 - Zorg en Wonen

• Wat zijn de kenmerken van IADL?

  IADL staat voor Instrumentele Activiteiten van het Dagelijks Leven en heeft verschillende kenmerken:
  

  • Zijn complexer dan ADL (Activiteiten van het Dagelijks Leven)
  • Vereisen hogere cognitieve vaardigheden
  • Betrekken doorgaans sociale interactie
  • Voorbeelden zijn: boodschappen doen, koken, medicatiebeheer
  • Belangrijk voor onafhankelijkheid en autonomie
  • Worden vaak beoordeeld bij oudere volwassenen en mensen met een beperking

• Wat zijn de kenmerken van ADL

  Kenmerken van ADL zijn:
  

  • Activiteiten van het dagelijks leven omvatten persoonlijke verzorging.
  • Ze zijn essentieel voor het behouden van zelfstandigheid.
  • Voorbeelden zijn aankleden, eten, en persoonlijke hygiëne.
  • Beïnvloed door fysieke en cognitieve gezondheid.
  • Ondersteuning kan nodig zijn bij afname van vaardigheden.

• Welke categorieën vallen onder het Occupational Therapy Practice Framework?

  Onder het Occupational Therapy Practice Framework vallen de volgende categorieën:
  

  1. ADL
  2. IADL
  3. Gezondheidsmanagement
  4. Rust en slaap

• Wat is zorgregie en wat is het voordeel van zorgregie?

  Zorgregie betreft de coördinatie en organisatie van zorg voor individuele patiënten.
  
  Voordelen van zorgregie:
  

  • Betere afstemming tussen verschillende zorgverleners
  • Meer gepersonaliseerde zorg op maat
  • Verbeterde communicatie met patiënten
  • Efficiëntere gebruik van middelen en tijd
  • Verhoging van de kwaliteit van leven voor patiënten

• Welke 6 dimensies van wonen zijn er beschreven in het raamwerk voor wonen?

  1. Fysiek: structuur, ruimte, locatie, diensten en voorzieningen in de buurt
  2. Sociaal: relaties met anderen binnen- en buitenshuis
  3. Dagelijks handelen: betekenisvolle activiteiten
  4. Maatschappelijk: politiek en economisch
  5. Tijd: routines, verleden, heden, toekomst
  6. Persoonlijk: veiligheid, privacy, controle, vrijheid, identiteit

• Welke 8 vormen zijn er voor Wonen met zorg?

  1. Individueel wonen
     steun van omgeving en thuiszorg
     aanpassingen in huis
     
  2. Individueel in kangoeroewoning
     Eén huis, eigen ingang
  3. Individueel in servicewoning of assistentiewoning
     Toegankelijk, makkelijk toegang tot thuiszorg en ander diensten
  4. Individueel in woonzorgzone
     Optimale condities voor niet geplande zorg
  5. Gemeenschappelijk wonen
     Ieder een eigen huis, met gemeenschappelijke delen
  6. Gemeenschappelijk gemengd wonen
     Ieder een eigen huis, met gemeenschappelijke delen, jong en oud door elkaar
  7. Gemeenschappelijk wonen in een woongroep
     Eén woning, eigen kamer, gedeelde ruimtes
  8. Gemeenschappelijk gestippeld wonen
     Ieder een eigen woning en één gemeenschappelijke woning

• Benoem 4 maatschappelijke ontwikkelingen die zorgen en wonen beinvloeden

  1. Vergrijzing en dubbele vergrijzing
  2. Toename chronisch zieken
  3. toename sociale problemen (eenzaamheid)
  4. Medische ontwikkelingen (mensen leven langer met chronische ziekten)
     
     

• 1.2.2.2 H14 - Leren en Werken

  Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke ontwikkelingsgebieden worden genoemd voor kinderen op scholen?

  • Verstandelijk
  • Emotioneel
  • Sociaal
  • Creatief en cultureel
  • Lichamelijk