Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Gezond gedrag is besmettelijk handboek voor vitaliteit, gezondheidsmanagement en duurzame inzetbaarheid | 9789013093667 | Folef Bredt; Mikkel Hofstee; Pepijn van der Meulen

• 1 Les 1

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe ziet het gezondheidsmodel van Lalonde eruit? Geef per determinant voorbeelden.

  Erfelijke aanleg: Allergie, geslacht.
  Omgeving: Werkomstandigheden, familiebanden.
  Gezondheidszorg: Hoe vaak je dit nodig hebt. 
  Gedrag/leefstijl: Bewegen, omgaan met stress.

• Noem de thema's uit het gezondheidsmodel van Hofstee:

  - Human resources;
  - imago;
  - het nieuwe werken;
  - Maatchappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO);
  - opleidingen;
  - levensfase;
  - productiviteit;
  - arbeidsmarkt;
  - duurzame inzetbaarheid. 
  
  Bovenstaande thema's kunnen gebruikt worden voor het vitaliteitsbeleid. Elk van de thema's kan in een bepaalde mate bijdragen aan vitaliteit.

• Hoe ziet de hiërarchie van energie eruit?

  1. Fysieke energie         (Maslow: lichamelijke behoeften en veiligheid en zekerheid)
  2. Emotionele energie  (Maslow: sociaal contact)
  3. mentale energie        (Maslow: waardering en erkenning)
  4. Spirituele energie      (Maslow: zelfontplooiing)

• Noem vijf belangrijke gezondheidsrisico's die kunnen leiden tot verzuim. Noem ook vijf opbrengsten voor de organisatie als meer werknemers gezond zijn.

  Gezondheidsrisico's: 
  
  - Overgewicht;
  - roken;
  - stress;
  - sport;
  - ongevallen.
  
  Opbrengsten meer gezonde werknemers:
  
  - Minder vermoeidheid;
  - minder depressie;
  - minder rugklachten;
  - minder medische kosten;
  - meer productiviteit;
  - minder verzuim;
  - minder arbeidsongeschiktheid.

• 2 Les 2

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de definitie van duurzame inzetbaarheid van TNO?

  Een leven lang gezond veilig en productief werken voor zoveel mogelijk mensen ten bate van een duurzame welvaart en sociale samenhang met de volgende invalshoeken:
  - gezondheid, vitaliteit, productiviteit  van werkenden;
  - veilig omgaan met bestaande risico's en nieuwe risico's;
  - vergrote inzet lager opgeleiden en niet-werkenden;
  - vergrote arbeidsproductiviteit door beter benutten menselijk talent.

• Bovengenoemde modellen stellen vrijwel allemaal dezelfde werkfactoren centraal, noem deze factoren.

  - Taakeisen (werkdruk): de mate waarin het werk een beroep doet op het verwerkingsvermogen van de werknemer.
  - Regelruimte: de mate waarin men zelf beslissingen kan nemen in en over het werk. 
  - Afwisseling: de mate waarin het werk gevarieerd is en een beroep doet op de verschillende vaardigheden van de werknemer. 
  - Sociale steun: de mate waarin men materiële en immateriële steun ontvangt van collega's en leidinggevende.
  - Feedback: de mate waarin men terugkoppeling en informatie ontvangt over het geleverde werk. 
  - Ontplooiingsmogelijkheden: de mate waarin de werknemer zich kan ontwikkelen en daar ook gebruik van maakt.

• Actieve, passieve, emotiegerichte en probleemgerichte coping

  Actief:
  Emotiegericht: positieve betekenis geven aan wat je overkomt, lichaamsbeweging, acceptatie van wat je niet kunt veranderen.   
  
  Probleemgericht: plan van aanpak maken en volgen, informatie zoeken om het probleem op te lossen, steun zoeken bij anderen.
  
  Passief:
  Emotiegericht: alcohol, drank en drugs gebruiken, jezelf de schuld geven, richten op eigen tekortkomingen, vijandig opstellen naar anderen, ontkenning, vermijding, piekeren, wishful thinking.

• Visie van de invloed van coping op stressreacties:

  Coping is een moderatorvariabele die ervoor kan zorgen dat stressoren leiden tot een stressreactie. Coping in het proces zorgt ervoor dat de stressreactie op die stressoren minder of juist meer is. Niet alle soorten coping zijn helpend. Actieve coping kan helpen (dit kan zowel probleem- als emotiegericht), passieve emotiegerichte coping helpt niet. 
  
  In het algemeen is coping niet de oplossing om stress te voorkomen. De stressoren zijn het belangrijkst bij de stressreactie, mensen kunnen in het algemeen weinig doen om een stressreactie te voorkomen. Wanneer de stressoren verminderd worden, komt er ook geen stressreactie.

• 3 Les 3

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke vier voorwaarden zijn essentieel voor geslaagd vitaliteitsmanagement?

  - Leiderschap;
  - cultuur;
  - mensen;
  - proces.

• Noem drie manieren waarop een organisatie de vitaliteit van zijn medewerkers kan meten?

  - interviews met sleutelfiguren in de organisatie (directie, leidinggevende, HR en OR);
  - Chelist/vragenlijsten voor HR zoals een benchmark: gegevens over verzuim, instroom, doorstroom, uitstroom, tevredenheid medewerkers en klanten en productiviteit;
  - individueel onderzoek, vragenlijst, fysieke test zoals PABO, gesprek met leidinggevende of naar aanleiding van individueel onderzoek.