Groepen, stereotypen, vooroordelen en discriminatie. en
28 belangrijke vragen over Groepen, stereotypen, vooroordelen en discriminatie. en
Een groep is een samenstelling van mensen die een vergelijkbaar doel voor ogen hebben. Welke drie punten horen hierbij? Wij Graag Gezamenlijk
2. Gemeenschappelijk beland (bv. Cursus behalen)
3. Gedragssynchronisatie (vb. We doen ongeveer hetzelfde - opletten in college)
Groepen kunnen in verschillende vormen aanwezig zijn, bv. Mensen die in een lift vast komen te zitten of voetballers in een sportclub.
1.Wat is sociale facilitatie?
2. Wat is het mere presence effect?
2. Anderen zijn aanwezig waardoor wij beter presteren op makkelijke, bekende taken en slechter presteren op nieuwe, moeilijkere taken.
Wat is anders bij het mere presence effect wanneer je alleen bent? 2
- hetzelfde geldt bij dieren
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe komt het dat het mere presence effect plaatsvindt? (dus met anderen aanwezig gaan makkelijke taken beter en moeilijke taken slechter) `2
Dominante respons: iets wat makkelijk gaat, gaat beter. Wat moeilijk gaat, gaat slechter.
Wat zijn de drie stappen van Zimbardo's de-individuatie model?
2. De -individuatie (Interne staat)
3. Gedragseffecten
model is beschrijvende theorie, want het is niet ethisch om een groep bepaald gedrag te laten vertonen in experimenteel onderzoek.
De-individuatie model: welke 4 punten horen bij voorafgaande voorwaarden? Antecedent conditions
2. Verspreiding van verantwoordelijkheid
3. Stimulerende (energie) effect van anderen
4. Overladen aan stimuli/prikkels
De-individuatiemodel: welke vier punten horen bij gedragseffecten?
2. Onredelijk (ondoordacht)
3. Emotioneel (agressie of juist blijheid)
4. Antisociaal
Wat is de approach/ inhibition theory?
Welke twee begrippen horen hierbij? leg uit.
Dominant = doen wat jij wil, past beter bij leiders. Gedrag wat iemand laat zien om zijn of haar doelen te bereiken.
Submissief = doen wat anderen willen om die doelen te bereiken
Een gevolg van de approach/inhibition theory is Macht en empathie. Leg uit 3
Vb. 'E' tekenenen op voorhoofd. Spegelbeeld = rekening houden met anderen. Eigen perspectief = weinig rekeningen gehouden met anderen
- Macht heeft een verband met de hoeveelheid perspectief (zichtpunt) je neemt van een ander
Een ander gevolg van de Approach/inhibition theory is Macht en gedrag. Leg uit. 2
Vb. Dure auto zal minder vaak stoppen voor zebra pad dan familieauto.
Welke 3 vooroordelen zijn er tussen groepen? Intergroup bias? Gebruik ook ABC
Stereotypen (cognitief): eigenschap (cognitieve representatie) van een groep, bv, taalgebruik.
Discriminatie (gedrag) = ongelijk behandelen van mensen door jou stereotypen en vooroordelen
Wat is Bias of Crowds?
Wanneer wij opgroeien met een bepaald beeld (signalen) over een groep uit het verleden ( er vanaf weten bv. Zij deden vroeger dit..), kan dat ons hedendaags nog steeds beïnvloeden.
Wat is een probleem bij het meten van discriminatie?
Wat is hierbij een mogelijke oplossing?
Mogelijke oplossing: Implicit Association Test (IAT). Indirecte maat die vooroordelen meet.
Wat meet naast lichte vooroordelen de IAT ook? Wat meet het niet?
Hoe reageren mensen tijdens de IAT?
- IAT is gen expliciete prejudice (vooroordeel) maar. Meet niet jouw mening/oordeel.
- Mensen reageren sneller bij consistente blokken": waar ze makkelijk een link mee hebben: bv. Jong en mooi dan inconsistente blokken zoals oud en mooi. Heeft te maken met vooroordelen.
Wat is het gedrag dat wordt voorspeld bij de IAT? Noem ook een vb.
Bij welk effect is dit sterker aanwezig?
Bystander effect sterker aanwezig bij donker persoon, maar heeft ook te maken met verspreiding van verantwoordelijkheid. IAT kan dan associaties laten zien die van invloed kunnen zijn op ons gedrag.
Er zijn drie soorten perspectieven tussen groepen: Cognitief, Economisch en Motiverend.
wat houdt het cognitieve perspectief in. Gebruik daarbij impliciet en expliciet leren.
Impliciet leren: onbewust, samengaan van informatiepunten. Bv. Van anderen een taal leren.
Expliciet leren = bewuste vorm van leren (bv. Uitleg)
- het aanleren van vooroordelen van stereotypen
Door deze factoren is zijn stereotypen resistent (weerstandig).
- feedback uitzoeken die jouw mening bevestigt.
- subtypering/subtyping
- concrete vs. abstracte 'construal'.
leg de laatste twee uit.
Concrete vs. Abstracte construal = de manier waarop iemand bepaalt gedrag waarneemt en dit verwoord.
Hoe laat bij concrete vs. Abstracte construal het taalgebruik zien tot welke groep mensen horen? Gebruik ingroup en outgroup.
- eerder als concreet beschreven
Outgroup
- eerder als abstract beschreven
Belangrijk: dit komt overeen met de stereotypen en vooroordelen, wat we gewenst en ongewenst gedrag vinden en hoe we dit koppelen aan groepen of aan de situatie.
concrete vs. Abstract construal houdt dus groepsverschillen in stand.
Welke punten horen bij self-fulfulling-prophecy (zichzelf waarmakende voorspelling)
--> je behandelt mensen op een bepaalde manier waardoor de kans dat dat gedrag dat in lijn is met jouw stereotype en vooroordelen groter is.
- jouw non-verbale of verbale gedrag komt overeen met geen fijn contact met hen. Kans op negatief interactie is groter. Hierdoor wordt jouw stereotype bevestigd.
Een ander perspectief tussen groepen is het economisch perspectief. Leg uit.
Ook het Robbers cave experiment
Realistisch groepsconflict: Robbers Cave Experiment
--> Doordat er twee groepen werden gemaakt en dus onderscheid was tussen hen ontstond er geweld/negatief gedrag. Uiteindelijk gingen zij samenwerken en het goedmaken.
Het 3e perspectief tussen groepen is het motiverend perspectief. Leg uit wat het minimal group paradigm is. 3p
- categoriseren/groepsindeling leidt tot stereotypen
- je hebt altijd een voorkeur voor je eigen groep
Bij het motiverende aspect tussen groepen horen bij de minimal group paradigm ook nog
- dat mensen een groepsgevoel ontwikkelen
- mensen willen een groot verschil tussen de ingroup en outgroup
- er ontstaat ingroup-favoritisme
- basking in reflected glory
leg de laatste 2 uit
- maakt je zelfverzekerder als je bij de groep hoort --> beïnvloed wee je gedrag (ingroup-outgroup effect).
Basking in reflected glory: als een groep het goed doet, zeg je wij hebben gewonnen. Als een groep het slecht doet, zeg je zij hebben verloren. Wanneer een groep het goed doet, laten mensen graag weten dat zij tot die groep behoren (sociale identitiet)
Op welke manier houden deze punten de hiërarchische samenleving in stand?
1. Individuele discriminatie
2. Institutionele/systemic discirminatie 2
2. Discriminatie met betrekking tot een groep: meerderheid groep heeft voordelen, minderheid groep heeft nadelen. Systemen binnen een land of organisatie zijn voordelig voor sommige mensen en nadelig voor anderen. Bv. Belastingvoordelen.
Een 3e punt wat de hiërarchie in de samenleving in stand houdt is de assymmetrie (ongelijkheid) in gedrag. Leg uit
Niet iedereen wordt gelijk behandeld, waardoor ongelijkheid (hiërarchie tot stand blijft.
Wat meet de sociale dominantie theorie/oriëntatie (SDO)
welke twee principes zijn hiervoor? Leg uit
1. Dominantie principe = sommige groepen zijn ondergeschikt (inferieur) aan andere groepen
2. Egalitarisme principe = gelijkheid van groepen zou niet ons primaire doel moeten zijn.
Wat geldt ervoor de score van de SDO- Sociale Dominantie theorie. 2
Hoe lager je scoort op de SDO, hoe meer sociaal je bent in ondersteunende beleidskeuzes. Je score kan veranderen na verloop van tijd. Door bijv. De ervaringen die je opdoet. Denk bv. aan een politieagent.
Wat houdt het Stereotype Content Model in? 2 Warmte en Competentie
1) Warmte-dimensie --> is deze intentie van de persoon positief of negatief? Hoe hoger de intentie (High Warmth), hoe positiever de intentie.
2) Competentie-dimensie --> is iemand in staat zich te gedragen in lijn met die intenties die zij hebben? Hoe hoger, hoe meer competentie (High Competence).
Deelnemers kunnen verschillende groepen, verschillende scores geven op baiss van deze twee dimensies (warmte en competentie). Clusters: LC-HW, HC-HC, etc.)
Wat is verwarrend bij het Stereotype Content Model?
Waar zorgt het model voor?
Model: je krijgt een voorspelling van de stereotypen die wij hebben. Voorspellingen zijn verwarrend wanneer de ene dimensie hoog is en de andere laag.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden















