Samenvatting: Notities Voeren En Verzorgen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Notities Voeren en verzorgen
-
1 Notities Voeren en verzorgen
Dit is een preview. Er zijn 135 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer herken je eclampsie/melklijder/hypocalcemie?
- Teef is stiller en slomer dan normaal.
- Teef wil niet eten.
- Teef toont geen interesse in haar pups.
- Bibberig en schokkerig met haar poten.
- Teef is paniekerig.
-
Wat zijn de basisregels voor het introduceren van dieren in een nieuw verblijf?
- Richt de leefomgeving van het dier zo veel mogelijk in als de natuurlijke leefomgeving.
- Zorg ervoor dat het dier in de leefomgeving al zijn natuurlijke gedrag kan vertonen.
- Verstrek water en voer aan de dieren overeenkomstig aan hun (natuurlijke) behoeften en eetgedrag.
- Houdt bij het vangen en verplaatsen van dieren rekening met het natuurlijke gedrag van de dieren.
- Heb altijd geduld en blijf rustig.
-
Wat houdt eclampsie/melklijder/hypocalcemie in?
- Calciumtekort dat ontstaat door snel toenemende calciumbehoefte.
- Productie van melk verhoogt behoefte.
- Soms past lichaam van de moeder zich niet snel genoeg aan.
-
Hoe vindt opname van Giardia plaats?
- Opname van cysten in de omgeving of in de poep van het dier.
- Ook door het drinken van cysten in besmet water.
-
Wat is omgericht gedrag?
- Dit gedrag doet zich voor als ze een sterke motivatie hebben om een bepaald normaal gedrag uit te voeren, maar dit om een of andere reden onmogelijk is.
- Uit frustratie gaan dieren elkaar beschadigen.
- Om dit te voorkomen is afleidingsmateriaal/mogelijkheid om natuurlijk gedrag te uiten nodig.
-
Hoe herken je aan het gebit, klauwen en lichaam van katachtigen dat het roofdieren zijn die hun prooi besluipen?
- Gebit: Ze hebben zeer grote hoektanden en knipkiezen. Knipkiezen hebben scherpe punten en zijn geschikt om vlees in stukken te scheuren.
- Klauwen: Tenen hebben nagels die met een krachtige spier uitgeschoven kunnen worden. Nagels helpen bij het grijpen en vasthouden van prooi.
- Lichaam: Korte poten en lenig lichaam maken ze snel en sterk. Ze kunnen snel en voortdurend aanvallen.
-
Hoe verspreiden niesziekte en kennelhoest zich?
- Via kleine vochtdruppeltjes.
- Druppeltjes worden via niezen of hoesten de lucht in geblazen.
- Kunnen op voorwerpen terechtkomen.
-
Wat observeer of controleer je als je dieren voedsel verstrekt?
- Of de dieren op een gebruikelijke manier reageren rondom het moment van voer verstrekken.
- Of de dieren belangstelling tonen voor het voer.
- Of de dieren min of meer direct beginnen met eten.
- Of de dieren daadwerkelijk hun voedsel opnemen.
- Of de dieren niet alleen 'spelen' met het voedsel.
- Of de dieren niet te veel voedsel morsen tijdens het eten.
-
Noem 3 zoönosen die bij zowel honden als katten kunnen voorkomen en vermeld hoe je ermee besmet kunt raken.
- Ringworm: Opname van sporen uit de omgeving of van plekken op het lichaam van het dier.
- Spoelwormen: Opname van wormpjes uit de omgeving of in de poep van het dier.
-
Wat is de gebruikstermijn na openen voor oogzalf op waterbasis, zalf in tube, en tablet/capsule?
- Oogzalf op waterbasis: 1 maand.
- Zalf in tube: 3 jaar.
- Tablet/capsule: 1 jaar.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden















