Veroudering vanuit gezondheidspsychologisch perspectief - Gezondheidspsychologische interventies

24 belangrijke vragen over Veroudering vanuit gezondheidspsychologisch perspectief - Gezondheidspsychologische interventies

Wat is het doel van preventieve interventies?

Interventies waar u als gezondheidspsycholoog bij betrokken bent, zijn vaak preventieve interventies. Het voornaamste doel van deze interventies is gezondheidsklachten voorkomen (gezond blijven door hun gezondheid te bevorderen). Wanneer de klachten al bestaan, is het belangrijk deze in een zo vroeg mogelijk stadium op te sporen, verergering te voorkomen en/of impact ervan op functioneren, sociaal welbevinden en kwaliteit van leven te beperken. Preventie betekent dus niet alleen behandeling van klachten en problemen, maar ook het bevorderen van welbevinden en veerkracht

Welke drie soorten interventies worden onderscheiden bij een verdeling op basis van de ziektefase?

  1. Primaire preventie: Gericht op het voorkomen of uitstellen van gezondheidsklachten, zoals het stimuleren van fysieke activiteit bij gezonde ouderen om achteruitgang, dementie of eenzaamheid te verminderen. Vaak gericht op beïnvloeden van psychosociale determinanten.
  2. Secundaire preventie: Ziekten vroeg opsporen bij risicogroepen om behandeling tijdig te starten, zoals bevolkingsonderzoeken voor kanker of zelftesten voor diabetes.
  3. Tertiaire preventie: Gericht op patiënten, met focus op het voorkomen van complicaties en het verbeteren van kwaliteit van leven, bijvoorbeeld via coaching, zelfmanagement, therapietrouw, en lotgenotencontact.

Hoe kan preventie ingezet worden bij gezonde en kwetsbare ouderen?

De grote verschillen tussen ouderen weerspiegelen ook wat er met preventie binnen deze groep te behalen valt. Bij gezonde ouderen staat het behoud van gezondheid en participatie voorop (en staan dus vooral primaire en secundaire preventie centraal, ofwel de universele en geïndiceerde preventie). Bij kwetsbare ouderen ligt de nadruk meer op welbevinden dan op zelfredzaamheid (Gezondheidsraad, 2009). Bij deze kwetsbare ouderen zal daarom tertiaire preventie of zorggerelateerde preventie centraal staan, maar kan ook primaire en secundaire preventie van andere klachten nog steeds een belangrijke rol spelen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Voorbeelden van interventies nav huisartsbezoek:

  • Verwijzing naar paramedici en psychologen (bijvoorbeeld de GGZ-praktijkondersteuner van de huisarts).
  • Interventies gericht op het vergroten van kennis (bijvoorbeeld over de aandoening en het verwachte beloop).
  • Vaardigheidstrainingen:
    • Proactief leren kijken naar de toekomst in het programma ‘Op weg naar de gouden jaren’.
    • Versterken van sociale vaardigheden in ‘De vriendschapscursus’.
  • Reflectietherapie:
    • Life review therapie.
  • Weerbaarheid en veerkracht vergroten:
    • Acceptance & Commitment therapie in het programma ‘Voluit Leven’.
  • eHealth interventies:
    • Informatie-uitwisseling en communicatie via internet met focus op zelfredzaamheid, zelfregie, en zelfzorg.
    • Inzetbaar bij primaire, secundaire en tertiaire preventie.
  • Hoe kan eHealth als toezichthoudende techniek ingezet worden?

  • Toezichthoudende technieken:
    • Valdetectie
    • Bewegingsmelders
    • Persoonlijk alarm
  • Elektronische medicijndispensers
  • Informatie-uitwisseling:
    • Tussen professionals
    • Met professionals en patiënten
  • Elektronisch bijhouden van medische en psychologische patiëntendossiers
    • Vooral relevant voor kwetsbare ouderen met meerdere gezondheidsproblemen en medicijngebruik.
  • Wat zijn aandachtspunten bij interventies voor ouderen?

    Zoals we eerder hebben gezien, kunnen tijdens de veroudering de drie basisbehoeften (behoefte aan autonomie, competentie en sociale verbondenheid) in het gedrang komen. Om mensen gezond en gelukkig ouder te laten worden, is het belangrijk deze drie basisbehoeften goed in het oog te houden. Dit geldt ook bij de ontwikkeling en implementatie van interventies voor ouderen. We moeten daarom gedurende de ontwikkeling en implementatie van interventies rekening houden met een aantal aspecten waarop ouderen verschillen van de algemene populatie, en die mogelijk de perceptie van deze drie basisbehoeften kunnen beïnvloeden.

    Waarom lukt het maar gedeeltelijk om de ziektelast op populatieniveau te verminderen?

    Hoewel er effectieve behandelingen voor psychische stoornissen beschikbaar zijn, lukt het maar gedeeltelijk om de ziektelast op populatieniveau te verminderen. Dit heeft drie redenen:
    • allereerst wordt niet iedereen met een psychische stoornis bereikt.
    • Ten tweede krijgt niet iedereen een bewezen effectieve behandeling aangeboden
    • ten derde blijkt dat niet iedereen de behandeling trouw volgt  

    Verdere toelichting belang preventie psychische stoornissen:

    Maar zelfs wanneer de omstandigheden optimaal zijn, blijken behandelingen van psychische stoornissen slechts een beperkt deel van de ziektelast te kunnen wegnemen (Andrews e.a., 2004). Psychische stoornissen voorkomen en de psychische weerbaarheid bevorderen heeft mede om deze redenen de voorkeur boven het behandelen als de stoornis al aanwezig is. Wetenschappelijk onderzoek naar het effect van preventieve interventies laat zien dat het mogelijk is om het ontstaan van psychische stoornissen te voorkomen (Meijer e.a., 2006). Mede dankzij deze wetenschappelijke basis is er de laatste jaren meer aandacht gekomen voor preventie. Dat geldt ook voor preventie bij ouderen.

    Wat zijn sterke voorspellers van psychische kwetsbaarheid bij ouderen?

    Niet zozeer leeftijd op zich, maar fysieke achteruitgang en veranderingen in het sociale netwerk blijken sterkere voorspellers te zijn voor psychische kwetsbaarheid (Comijs, 2011). Hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld lichamelijke ziekten, cognitieve achteruitgang, en verlies van dierbaren en sociale rollen door bijvoorbeeld het stoppen met betaald werk. Deze risicofactoren komen op oudere leeftijd vaker voor dan in andere levensfasen. Zo zijn ouderen een belangrijke risicogroep voor depressie en depressieklachten, omdat in de latere levensfase meerdere determinanten voor depressie samenkomen, zoals een chronische ziekte, het verlies van de partner, en zingevingsproblemen (Smit e.a., 2006).

    Wat is life-review therapie?

    Life review-therapie is een methode die goed past bij de doelen van preventieve interventies. Bij life review-therapie ligt de focus van de behandeling niet zozeer op de klachten, maar op het bevorderen van welbevinden door oog te hebben voor positieve herinneringen en door moeilijke gebeurtenissen een plaats te geven en het leven richting te geven. Twee voorbeelden zijn de preventieve interventies Op zoek naar zin en Op Verhaal Komen, die beide worden aangeboden aan ouderen met depressieklachten.

    Wat is de cursus Op weg naar de gouden jaren?

    In de cursus Op weg naar de gouden jaren leren ouderen proactief vaardigheden aan om zich voor te bereiden op toekomstige veranderingen. Gebaseerd op de Selectie Optimalisatie met Compensatie-theorie, richt de cursus zich op het afstemmen van concentratie, onderhoud van belangrijke gebieden, en het vinden van oplossingen voor onvermijdelijke problemen. De cursus is voor mensen van 50 tot 75 jaar en bestaat uit vier bijeenkomsten van twee uur. Deelnemers leren waarschuwingssignalen te herkennen, doelen te stellen en actieplannen te maken. Effecten van de cursus, zoals verbeterde proactieve vaardigheden, blijven drie maanden na afloop zichtbaar.

    Wat is GRIP&GLANS?

    De grip&glans-cursus is gebaseerd op de zelfmanagementtheorie van welbevinden. De cursus is ontwikkeld voor ouderen die te maken hebben met fysieke en/of sociale kwetsbaarheden, en dient voor het verbeteren van de zelfmanagementvaardigheden (grip) en het welbevinden (glans). Er zijn diverse varianten ontwikkeld, zoals bibliotherapie, een individuele begeleiding via huisbezoeken en een groepscursus.
    De cursus blijkt effectief in het bevorderen van zelfmanagementvaardigheden en welbevinden, maar ook in het verminderen van eenzaamheid

    Wat is Zicht op evenwicht?

    "Zicht op Evenwicht" is een interventie voor ouderen die bang zijn om te vallen, met als doel de valangst te verminderen en actieve deelname aan het dagelijks leven te bevorderen. De cursus bestaat uit acht wekelijkse bijeenkomsten of een individuele variant met huisbezoeken en telefoongesprekken. Beide varianten helpen deelnemers om meer te bewegen, hun balans te verbeteren en het valrisico te verlagen. Onderzoek toont aan dat de cursus leidt tot minder valangst, minder activiteitvermijding en een positiever beeld van vallen.

    Wat is Angst de baas?

    De cursus Angst de baas helpt deelnemers, vooral ouderen vanaf 55 jaar, om angst te begrijpen en vaardigheden te ontwikkelen om piekeren en angstklachten te verminderen. Het programma is gebaseerd op cognitieve gedragstherapie en wordt in groepsverband aangeboden. In acht tot tien sessies leren deelnemers onder andere ontspannen, angstige gedachten veranderen en omgaan met angstige situaties, met als doel angststoornissen te voorkomen. Huiswerkopdrachten helpen om de geleerde vaardigheden in de thuissituatie toe te passen.

    Welke drie rollen kan een psycholoog vervullen?

    • Verkennen en in kaart brengen: De psycholoog onderzoekt de kwetsbaarheden en mogelijkheden van de oudere, maakt een totaalbeeld van klachten en sterke kanten, en stelt een interventieplan op. Dit vereist samenwerking met andere disciplines om te zorgen voor een effectief zorgplan.
    • Uitvoeren van preventieve interventies: Psychologen voeren vaak interventies uit voor subklinische klachten, zoals geïndiceerde preventie, vooral wanneer deze cognitief-gedragstherapeutisch van aard zijn.
    • Ontwikkelen van preventieprogramma’s: Psychologen ontwikkelen preventieprogramma’s binnen hun instelling, zoals programma’s voor angst- en depressiepreventie bij ouderen, en signaleren probleemgebieden die aanleiding kunnen geven tot het opzetten van nieuwe programma’s.

    Wat maakt mantelzorgen zwaar?

    Mantelzorgers van mensen met een chronisch en progressief ziektebeeld zoals dementie bieden vaak jarenlange intensieve zorg, waarbij zij voortdurend geconfronteerd kunnen worden met nieuwe complexe problemen. Het vraagt van mantelzorgers een grote mate van veerkracht, flexibiliteit en creativiteit in het omgaan met toenemende hulpbehoevendheid, cognitieve problemen, lichamelijke problemen, veranderingen in emoties en gedrag, veranderingen in economische en sociale omstandigheden, en besluitvorming over juridische zaken, zorg en behandeling. Er kan sprake zijn van een reeds jarenlange geleidelijke toename van de ziekte en hiermee gepaard gaande mantelzorg voordat de diagnose wordt gesteld.

    Hoe wordt de subjectieve belasting van de mantelzorger bepaald?

    Als de problemen en dagelijkse zorg de capaciteiten van de mantelzorger overschrijden dan resulteert dit in stress en een gevoel van belasting. Deze subjectieve belasting van de mantelzorger wordt bepaald door een interactie tussen kenmerken van de persoon voor wie gezorgd wordt (bijvoorbeeld de aanwezigheid van probleemgedrag zoals nachtelijke onrust), kenmerken van de mantelzorger (onder andere kennis over dementie, copingvaardigheden en persoonlijkheidskenmerken), en de omgeving (bijvoorbeeld sociale steun en professionele hulp).

    Wat is de eerste fase (roladaptatie) bij mantelzorg?

    In de eerste fase ligt de nadruk op zich leren aanpassen aan de nieuwe rol. Duidelijkheid over de diagnose geeft de mogelijkheid om het aanpassingsproces tijdig in te gaan. Een belangrijke eerste stap is het uiten van gevoelens van verlies en verdriet. Vervolgens ligt de nadruk op het accepteren en leren omgaan met het verlies en de problemen waar de mantelzorger voor staat. In deze fase kunnen de objectieve zorglasten bij een progressieve ziekte nog beperkt zijn.

    Wat is de tweede fase (roluitvoering) bij mantelzorg?

    In de tweede fase staan praktische hulp en problemen meer op de voorgrond door een toename van de hulpbehoevendheid. Een goede acceptatie en adaptatie in de eerste fase zal bijdragen aan een lagere subjectieve belasting bij gevorderde ziekte, ondanks een toegenomen objectieve belasting.

    Wat is de derde fase (uit handen geven van de mantelzorgrol) bij mantelzorg?

    In de derde fase worstelen veel mantelzorgers met het uit handen geven van de zorg aan zorgprofessionals in de thuissituatie of in een verpleegvoorziening. Dit gaat vaak gepaard met schuldgevoelens over het feit dat men niet langer in staat is de zorg zelf volledig op zich te nemen. Vooral bij het besluit tot een opname is men over het algemeen tot het uiterste gegaan om dit zo lang mogelijk uit te stellen. De verschillen in taken en uitdagingen per fase van het zorgproces vraagt ook om differentiatie in het aanbod van psychologische interventies.

    Wat voor soort interventies zijn eer voor mantelzorgers?

    Interventies voor mantelzorgers richten zich op het geven van informatie, het aanleren van vaardigheden, en het versterken van het steunsysteem om overbelasting te verminderen en opname in een verpleeghuis te voorkomen. Psychologische interventies omvatten psycho-educatie, cognitieve gedragstherapie en ondersteuningsgroepen. Interventies die meerdere van deze elementen combineren, zijn effectiever dan die zich op één aspect richten. Een nieuwe ontwikkeling is het gebruik van e-health-interventies, die kosteneffectief en laagdrempelig zijn vergeleken met traditionele face-to-face-interventies.

    Wat is bekend over de effectiviteit van gecombineerde interventies bij mantelzorgers?

    Een meta-analyse van gecombineerde interventies voor mantelzorgers bij dementie toont veelbelovende resultaten, zoals een 33% lager aantal opnamen in verpleeghuizen na 6 tot 12 maanden interventie, vergeleken met gebruikelijke zorg (Olazaran e.a., 2010). Een belangrijk onderzoek van Mittelman e.a. (1993) toonde aan dat interventies, zoals individuele en familiegesprekken, deelname aan ondersteuningsgroepen en telefonische ondersteuning, leidden tot een uitstel van opname in het verpleeghuis met anderhalf jaar. Bovendien bleef de belasting van mantelzorgers in de interventiegroep lager, zelfs na opname van de persoon met dementie (Gaugler e.a., 2008).

    Hoe effectief zijn ondersteuningsgroepen bij mantelzorgers?

    Ondersteuningsgroepen voor mantelzorgers zijn beschikbaar in verschillende vormen en bieden mogelijkheden om ervaringen uit te wisselen, steun te bieden en advies te krijgen. Effectonderzoek toont positieve effecten op welbevinden, depressie, ervaren belasting en sociale uitkomsten. De beste resultaten worden behaald in kleine groepen (6-10 deelnemers) die langer dan 8 weken duren. Vrouwen lijken meer profijt te hebben van ondersteuningsgroepen, vooral op het gebied van welbevinden en depressiereductie (Chien e.a., 2011).

    Hoe effectief zijn ehealth interventies?

    Een recente ontwikkeling is de groei van e-health-interventies voor mantelzorgers, die gebruikmaken van informatie- en communicatietechnologie om gepersonaliseerde, toegankelijke en betaalbare zorg te bieden. Deze interventies bieden mantelzorgers meer eigen regie en zijn veelbelovend, met positieve effecten op zelfvertrouwen, stress, ervaren belasting en depressie. Het combineren van verschillende elementen, zoals informatie, gepersonaliseerde adviezen en lotgenotencontact, blijkt het meest effectief. E-health biedt ook een oplossing voor mantelzorgers die door afstand of mobiliteitsproblemen niet naar traditionele interventies kunnen komen. Veel mantelzorgers geven de voorkeur aan een gemengde opzet met online ondersteuning en een persoonlijke coach.

    De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

    • Een unieke studie- en oefentool
    • Nooit meer iets twee keer studeren
    • Haal de cijfers waar je op hoopt
    • 100% zeker alles onthouden
    Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
    Trustpilot-logo